Thailand via Dubai 2013

In november reizen we voor de verandering maar weer eens af naar Thailand, we starten in Bangkok, rijden dan met de nachttrein naar Kao Sok National Park, en verder naar het tropische Ko Koh Kao. Met het vliegtuig komen we in Chiang Mai waar we met de huurauto richting Chiang Dao rijden om de olifanten te voeren en de grot te verkennen, door naar Tha Ton voor een onverwacht bezoek aan het politiebureau en verder via een grauw Chinees dorp naar Chiang Rai om de klokkentoren te horen luiden. Terug in Chiang Mai gaan we naar de dierentuin en rijden we met een paardenkoetsje door Lampang. Dan de lange weg naar huis via Bangkok en Dubai. Gelukkig had Sinterklaas een Piet gestuurd zodat Robin onderweg af en toe zijn schoen kon zetten. Het was weer een pracht reis!

Even in Dubai

De tweede keer dat we met Emirates vliegen en dit traject weer met de machtige A380, wat een ruimte in de economy class, zelfs het toilet is ruim! De 6 en half uur dat we aan boord zijn vliegen om, we kijken de ene na de andere film, Robin op de iPad en wij via het entertainment systeem in de stoel voor ons.

Ladies taxi in DubaiHet is alweer bijna middernacht als we aankomen in Dubai, we pinnen een kleine voorraad Dirhams en gaan dan op zoek naar een taxi. Het wordt een ladies taxi, een dame met een mooie roze hoofddoek brengt ons in haar mooie half roze wagen naar het Holiday Inn naast de airport. We checken snel in, want we snakken naar ons bed!  Het is een korte nacht, maar wel een waar we in een heerlijk bed liggen en die we af kunnen sluiten met een lekkere douche en een prima ontbijt. Uitgerust en opgefrist stappen we de volgende ochtend weer in de A380. En weer zitten we goed, een paar uur, flink wat films en twee maaltijden later komen we in het donker aan in Bangkok!

 

Back in Bangkok

Het is nog net geen bedtijd als we bij het Royal Orchid Sheraton aankomen. Dus we frissen ons even kort op in de kamer en nemen dan de lift weer in naar beneden voor cocktails op het terras aan de rivier, de vakantie is nu echt begonnen!

Na een lekker ontbijtje bij het koffietentje om de hoek van het hotel stappen we in een tuk tuk voor een ritje naar het treinstation, we moeten nog treintickets regelen richting naar het Zuiden. Het is een heerlijk ritje en met name Robin geniet enorm van de snelheid en de herrie van de tuk tuk, Wat is het heerlijk om weer in Bangkok te zijn. Op het station wacht ons echter een minder leuke verrassing, alle 1e klas treintickets naar Surat Thani zijn uitverkocht op de dag dat wij willen reizen, er zijn nog wel wat 2e klasse slaapplaatsen, maar wel verspreid over de trein. De drukte komt doordat het dat weekend Full Moon. Tja, er was een tijd dat we daar rekening mee hielden, maar die tijd hebben wij al lang achter ons gelaten. Een vriendelijke medewerker van het station attendeert ons erop dat de reisburo’s in het station vaak in deze periodes treinkaartjes opkopen om deze als pakket te verkopen. En inderdaad we kunnen bij een klein reisburootje nog wel 1e klasse treintickets kopen als we het vervoer naar het Kao Sok Nationaal Park erbij kopen. Dat is ook weer geregeld. De rest van de dag genieten we van het fijne zwembad van ons hotel en ons middagdutje op de kamer.

Rondje op grote hoogte

ReuzenradIn de avond stappen we op de river express en laten we ons naar Asiatique varen, een nieuw uitgaanscentrum aan de rivier. Asiatique heeft zelf boten varen van de Thaksin brug, afgeladen vol met mensen, we moeten gewoon in de rij om aan boord te mogen. Het enorme complex bestaat uit allemaal kleine winkels en restaurantjes opgetrokken in oude havenloodsen. We eten wat bij een van de kleine restaurantjes, eten een ijsje en slenteren langs en door de winkeltjes, er hangt een goede sfeer. De avond sluiten we af met een rondje in het gigantische reuzenrad, wat een apparaat. Zonder enige vrees stappen we in, we krijgen een eigen gondeltje tot onze beschikking. Het is supergaaf om Bangkok vanaf grote hoogte te zien, zeker in het donker. Tot we ineens op het hoogste punt een paar seconden blijven hangen. Vanuit het niets overvalt een gigantische paniek aanval me, wat als we neeerstorten, eruit vallen, er brand uit breekt. Het gondeltje is bijna helemaal van glas, en wiebelt voor mijn gevoel gevaarlijk. Ik voel me ineens zo ontzettend kwetsbaar, het zweet breekt me uit, dit heb ik nog nooit gehad; hoogtevrees. Met mijn billen bij elkaar geknepen zit in de volgende rondjes uit, ik wil Maik en Robin niets laten merken. Wat een opluchting als we stoppen en ik weer vaste grond onder de voeten heb… pff dat voorlopig even niet meer!

Varen door de klongs

We leggen weer een goede bodem van koffie met croissants voor we het water opgaan. In de smalle steeg naast het hotel vinden we een mannetje dat ons meeneemt in zijn longtailboot voor een tocht door de klongs aan de overkant van de rivier. Niet alleen Robin moet een zwemvest aan, ook wij worden een zwemvest aangereikt. Prima hoor. We hebben dit tochtje al een paar keer gemaakt, maar het verveelt nog steeds niet om met hoge vaart over de Chao Praya rivier te varen. De wind maakt de hitte dragelijk en af en toe een spat vies rivierwater in je gezicht is vast goed voor de weerstand. Ook dit keer stoppen we bij een tempel waar we vissen kunnen voeren, gigantische meervallen met lange snorharen verorberen het brood alsof ze weken niet gegeten hebben. Wat uiteraard verre van waar is, de boten varen af en aan hier en die beesten zijn niet voor niets zo monsterlijk groot. Aan het eind van de trip laten we ons weer afzetten bij het hotel. We installeren ons bij het fijne zwembad en blijven hier de rest van de dag, lunchen, zwemmen, spelletje spelen, door de hoteltuin banjeren op zoek naar de pauwen en eekhoorns. Een heerlijk relaxte Bangkok middag. Die avond eten we roti bij Mataba bij Pra Athit bij het fort aan de rivier. Robin krijgt het ineens vreselijk op zijn heupen; jengelen, niet willen eten, niet weten wat hij wel wil. Hoe rustig aan we ook doen in Bangkok: het blijkt toch  best een opgave voor de kleine man. Na een lange reis met een behoorlijk tijdsverschil, ineens zien te aarden in een gigantische drukke en hete stad. We maken dan ook snel een eind aan de avond en gaan niet zoals we bedacht hadden naar Kao San road, maar nemen een taxi terug en duiken ons lekkere bed in.

Pinguins en reuzekrabben

De volgende ochtend is Robin weer helemaal het mannetje en stappen we in de SkyTrain richting Siam. We dalen af naar de kelder van het Siam Paragon winkelcentrum waar we kaartjes kopen voor het aquarium. De peuterpret begint al voor de kassa, hier lopen drie grote furries rond; een pinguin, een haai en een bever. Robin kijkt even een paar tellen de kat uit de boom totdat de grote bever hem wenkt, met een smile van oor tot oor omhelst Robin dit enorme knuffeldier. Wat een pret, nu wil hij ook met de andere dieren op de foto.

Het is een mooi aquarium, veel verschillende soorten vissen en waterdieren en veel te doen voor kinderen. We vermaken er ons dan ook uren. Na een lunch en wat winkelen in de malls gaan we pas eind van de middag terug naar ons hotel.

We nemen een snelle hap eten en houden dan een tuk tuk aan om ons naar het station te laten brengen. Het is al donker als we met de buggy en al onze bagage het lange perron af lopen, op zoek naar onze wagon. Eenmaal daar komen we tot de ontdekking dat Robin in slaap is gevallen. We tillen hem slapend de trein in en installeren hem op de onderste bank van onze coupe. Hij slaapt door tot ook wij onze ogen gaan sluiten en krijgt helemaal niets mee van de hele treinreis in het donker.

We worden vroeg wakker, Maik op het bovenste bed en Robin en ik samen in het onderste bed. Met wat koek, cake en water en sap ontbijten we terwijl we, met de slaap nog in onze ogen, de zon op zien komen boven de velden van Zuid Thailand, prachtig! Het piepkleine station van Surat Thani staat vol met mannetjes en vrouwtjes die de passagiers in alle vroegte afhalen om door te reizen naar de volgende bestemming. Hele touringcars vol mensen gaan richting de ferry voor Koh Samui of Koh Phangan. We zien het allemaal gebeuren, want ons mannetje is in geen velden of wegen te bekennen. We slenteren om beurten wat rond, op zoek naar iemand die ons naar Kao Sok gaat brengen, niemand te zien. Als echt alle treinpassagiers al minuten lang verdwenen zijn komt onze chauffeur tevoorschijn. We kunnen op weg. Hij rijdt langzaam en telefoneert aan een stuk. We voelen dat er nog iets staat te gebeuren. En inderdaad als we stoppen bij een tankstation en terugkomen bij de auto met een lekker bakje oploskoffie worden we overgezet in een andere auto. Deze chauffeur is een stuk spraakzamer, hij vertelt dat hij net terug komt van een ritje uit Phuket en ons niet op tijd op kon pikken. Het is zoals altijd in Thailand, uiteindelijk helemaal goedgekomen.

Relaxen in de jungle

Bij Las Orquideas resort in Kao Sok nemen we onze intrek in een schone bungalow midden in de vochtige jungle. Het eerste dat we doen nadat we geinstaleerd zijn, is een diepe plons in het kleine zwembad maken, want wat is het allejezus warm hier! Het is een wat apart zwembad, klein in omtrek, gigantisch in diepte; wij kunnen er maar net staan. Maar het voldoet, we koelen af en Robin kan lekker ronddobberen met zijn bandjes om. Als er nog een gezin met kinderen bij komt merken we dat hij het nog meer naar zijn zin heeft, dit heeft hij de afgelopen dagen gemist: andere kinderen om mee te spelen.

Die middag zien we hetzelfde Duitse gezin terug bij de lunch in het Pawn restaurant waar we erg lekker eten. We verkennen de omgeving die uit niet meer dan een lange straat met wat akkomodaties, restaurantjes en eenvoudige winkeltjes bestaat. Dat geeft ons de tijd om weer terug te gaan naar het zwembad. En vandaar gaan we ‘savonds weer naar hetzelfde restaurant, waar Robin weer met dezelfde kinderen speelt.

Onze Spaanse gastheer heeft voor ons een kanotocht geboekt waarvoor we na het lekkere ontbijt opgehaald worden met songthaew. Het is niet ver rijden naar de oever van de rivier waar we overstappen in een grote kano. En het fijne is, we hoeven niet zelf te peddelen, dat doet een alleraardigste Thaise jongen voor ons. Hoe relaxt kun je het regelen! We varen door het Roeien door de jungleondiepe water en onder laag overhangende bomen door. Onderweg komen we kinderen tegen die heerlijk in het heldere water spelen. We varen door de prachtige groene jungle langs hoge steile bergwanden en enorme hoge bomen. Onze gidsen doen hun best om vogels en vissen aan te wijzen, of slangen die aan een tak hangen. Gelukkig krijgt Robin van dat laatste weinig mee, want voorafgaand aan de reis naar Thailand was hij heel stellig; hij ging alleen mee naar de jungle als daar geen slangen waren!

We stoppen bij een kleine strook zand onder een van de steile rotsen waar onze gidsen een vuurtje stoken en een overheerlijk potje koffie zetten. Robin mag helpen met takjes verzamelen en voor hem is er warme chocolade melk. Op de terugweg varen we door een grote groep gigantische meervallen. Onze roeier geeft ons een zakje vissenvoer zodat wij de vissen kunnen voeren.

Deze heerlijke ochtend sluiten we af met een diepe plons in het zwembad van onze akkomodatie en weer helemaal afgekoeld verplaatsen we ons naar Pawns. Onderweg voelen we dat het zachtjes gaat regenen. Als we eenmaal droog aan tafel zitten en de menukaart bestuderen houdt het op met zachtjes regenen. In plaats daarvan komt het nu met bakken uit de hemel. Een echte tropische stortbui ratelt keihard op het golfplaten dak van het restaurant. En net als ik denk dat het nu echt niet harder kan regenen, wordt de stroom water die uit de lucht komt vallen nog heftiger. We zitten echter goed in het restaurant en na het eten koop ik bij de winkel aan de overkant een pak kaarten. Robin speelt met de kinderen van de eigenaar en wij leggen een kaartje. Na een tijdje zien we onze kans, het regent niet meer zo hard en we beginnen aan de terugreis. We verschansen ons in de bungalow en vermaken ons daar met een boekje en wat speelgoed. Tot het tijd is om weer te gaan eten, ach we gaan maar weer naar Pawns.

Topisch paradijs Ko Koh Kao

De taxi naar de kust komt ons stipt op tijd halen bij Las Orquideas. We rijden weer over dezelfde mooie jungle weg richting Takua Pa. Hier hebben we een paar jaar geleden vanuit Khao Lak rondgekeken, onder andere bij de oude Chinese shophouses in het stadje en bij het Tsunami monument. Het eindpunt van de rit van vandaag is bij een kleine haven aan het eind van een lange smalle landelijk weg. Hier wil iemand ons een kaartje verkopen voor de grote autoferry, maar wij gaan liever met een van de kleine felgekleurde platte bootjes. Samen met drie dames die met hun brommer helm op aan boord blijven zitten maken we de overtocht naar Koh Ko Kao. En ik begrijp wel waarom ze niet de moeite nemen om hun helm af te zetten; het duurt nog geen 5 minuten of we zijn al aan de overkant.

DSC_0318Het C&N resort hebben we na lang speuren op het internet gevonden en voor drie nachten geboekt, al 5 minuten na aankomst heb ik spijt dat we geen 6 nachten geboekt hebben; wat een fraai plekje! Het strand is prachtig wit en heerlijk rustig. Onze airco bungalow is heel netjes en heeft een groot terras. Het zwembad is super en ligt vol met speeltjes voor kinderen. Het restaurant serveert erg lekker eten en kijkt uit over dat fijne strand. En als kers op de taart zijn de mensen die er werken ook nog eens superlief!

 

Loi Kratong

De dag dat we aankomen is het Loi Kratong, in het restaurant wordt een tafel volgeladen met bananen bladeren en bloemen; we mogen zelf onze Kratong maken. En dat blijkt nog niet zo eenvoudig, de lieve meiden die net nog onze lunch serveerde helpen ons de bananenbladeren 1476025_608894515836372_1182027526_n-1zo te vouwen en vast te pinnen dat er uiteindelijk een hele acceptabele kratong uitkomt. Na het avondeten, als het echt goed donker is, gaan alle gasten met hun eigen kratong het sfeervol verlichte strand op. De kaarsen worden aangestoken en we laten onze mooie versierde bananenboten de zee op drijven. Het is een ontroerend gezicht, al die kleine kaarsjes die zachtjes van ons wegvaren. We hebben ook allemaal een Thaise lampion gekregen, we mogen deze zelf aansteken. Het duurt even om die de lucht in te krijgen, maar dan gaan ze ook; direct omhoog achter de andere lampions aan. Een machtig beeld levert dat op, al die vlammetjes die de donkere nacht in dwalen.

Brommeren

Al na twee stranddagen gaat het kriebelen, we willen iets meer dan alleen zwembad, zon, zee en strand; we huren een brommer. Maik pakt het stuur, Robin gaat achter hem zitten en ik vorm de achterhoede door als moederkloek mijn peuter goed vast te houden. Het gaat prima met zijn drieen op de brommer over de rustige wegen van het eiland. In het kleine haventje waar we aangekomen zijn pauzeren we bij een restaurant met een groot terras aan het water. De koffie en ananas shake smaakt goed en Robin vermaakt zich met de bootjes die aankomen en vertrekken: ” hij start niet, mam, pap, hij kan niet starten” ” Ja! hij kan starten, hij gaat weg” Hij zwaait naar alle opvarenden en die zwaaien enthousiast terug. Ook de goedgevulde rastaman die ons bij aankomst naar de overkant gebracht heeft.

We vervolgen onze weg richting het Noorden van het eiland. Onderweg slaan we af voor de overblijfselen van een eeuwenoude nederzetting, de aardige jongen van de receptie had het nog aangewezen op de kaart, het schijnt de top attractie van het eiland te zijn. Waarschijnlijk wil men die graag exclusief houden, want wij hebben het niet kunnen vinden. De zijweg eindigt abrupt naast een paar lege vervallen gebouwen waarvan men een museum had willen maken. We zoeken nog wat door het gras, maar weten eigenlijk niet echt wat we nu zoeken. Dan maar lekker doorrijden zonder specifiek doel.

Weer een andere zijweg voert ons door een bos dat Robin omdoopt als Gruffalo bos, hoge naaldbomen die weinig zon doorlaten. Aan het einde van de weg vinden we een klein restaurant met wat bungalows aan een mooi en verlaten strand. Ze serveren heerlijk shakes en hebben een prettige hangmat, een aangename stop.                                                                                        Het eiland bestaat veelal uit lege vlaktes waar hier en daar wat buffels staan te grazen. We moeten een heuvel over, de enige heuvel van het hele eiland,  voor we weer verder gaan over de platte pannenkoek die Ko Koh Kao is. Op een van de noordelijkste puntjes vinden we een woest strand met veel aangespoeld wrakhout en wat onafgemaakte strandbungalows. Op deze desolate plek staat een restaurant waar we lunchen voor we weer terugrijden. Op de heenweg zijn we in een piepklein dorp een school gepasseerd. Dit keer stoppen we er. Samen met Robin loop ik langs de klaslokalen, overal staan de deuren open. De kinderen komen nieuwsgierig kijken naar de onverwachte bezoekers. Giechelend raken ze Robin aan, die vrolijk terug giechelt. Eenmaal weer op de brommer vertelt Robin ons dat hij dit wel heeel leuk vindt, zo’n bezoekje aan de school.

Onze dagen op Koh Ko Kao lijken op elkaar: we zwemmen, eten, bouwen zandkastelen, houden krabbenraces, laten ons masseren en slapen uit. Dat houden we uiteindelijk zes nachten vol, want het is met wat moeite gelukt om bij te boeken. Maar dan zijn wij we klaar voor een nieuwe bestemming. We leggen de uitgelezen boeken in de boekenkast voor de volgende gasten, laten  het oplaasbare speelgoed leeglopen, pakken de gevonden schelpen in maken ons op voor een reis naar het Noorden van het land.

Vliegend naar het hoge Noorden

Die reis heeft heel wat etappes, eerst een songthaew tochtje naar de haven, dan de oversteek met een klein bootje, waar we op het vasteland opgewacht worden door een taxi die ons naar de luchthaven van Phuket brengt. Hier checken we in voor een Air Asia vlucht naar ChiangMai en daar brengt een taxi ons naar ons hotel.

En dat is is een schattig hotel!, vol met planten en kleine watertjes, we horen het geluid van kikkers en krekels als we over een smal paadje op zoek gaan naar de receptie. Die vinden we achter een van de vele kralen gordijnen die het hotel rijk is.  Onze kamer is op de eerste verdieping, ook hier hangt een kralen gordijn. We leggen junior gelijk in een van de hemelbedden, want het is allang bedtijd geweest. We zetten de babyfoon app aan en drinken nog een drankje in een salon een paar deuren naast onze kamer. Een fijne uitvinding, die app, we hebben zelfs beeld van Robin en kunnen met hem praten.

Bij het ontbijt in een van de kruip-door-sluip-door ruimtes vinden we een kattenfamilie, de kleinste wordt al snel opgetild door onze kleinste die nu eenmaal dol is op dieren. Hij zeult het kitten vol trots en met een grote smile op zijn gezicht overal naar toe. Maar we blijven hier niet lang, het Noorden van Thailand lokt. Dus nemen we afscheid van de katten en het leuke hotel en laten ons met een songthaew naar het verhuurstation van Budget vervoeren. We laten de auto nog even bij het verhuurstation staan en steken over naar het winkelcentrum. Maik is namelijk ongenadig uit de enige spijkerbroek die hij bij zich heeft gescheurd, dus we moeten echt een nieuwe gaan kopen. En als we er er dan toch zijn, nemen we ook even een caramel macchiato bij onze vrienden van Starbucks en sushi en gyoza bij Fuji. Robin doet nog een rondje met het winkelcentrum treintje voor we de stad verlaten, op naar Chiang Dao.

De route naar het noorden voert ons eerst langs de ongezellige drukke buitensteden van ChiangMai, dat gaat gelukkig over in een mooie bochtige berg weg omgeven door veel groen. Het laatste stukje voor onze accomodatie is helemaal mooi: we rijden over een smalle weg tussen gigantisch bomen. Deze woudreuzen hebben stammen van meters in omtrek en zijn zo hoog als een huizenblok van 5 verdiepingen.

DSC_0579Het miniresort Chiang Dao’s Nest, is een plek die nog veel fijner is dan ik dacht. Rond een groot veld met gigantische bomen liggen een paar simpele bamboe bungalows. Junior kan er heerlijk rond rennen, achter de geiten aan of nog beter; achter de jonge poezen aan. Hij tilt ze op, sleept ze mee, praat met ze, aait ze en noemt ze “mijn vrienden”. Er is ook een klein paviljoen met een grote mand met speelgoed. Wij hebben genoeg om ons deze namiddag te vermaken tot we gaan eten bij het gezellige restaurant. Voor Robin is er een gezonde kindermaaltijd met allemaal knabbels. Wij eten smakelijk uit de Europese keuken waar dit restaurant om bekend staat. Die avond slapen we heerlijk in het tweepersoonsbed en junior in zijn kleine tentje op de grond.

Ook het ontbijt is zeer smakelijk, een echt ontbijt met vers gebakken brood en muesli en overheerlijke French toast. Op het terras met uitzicht op de bergen en de enorme bomen. Dat is nog eens goed wakker worden!

Fanten voeren

We stappen weer in de auto en rijden terug in de richting van ChiangMai. In eerste instantie missen we onze bestemming, deze zit in een lastig hoek aan een bochtige bergweg. Maar als we gekeerd zijn, komen we waar we deze ochtend willen zijn: het olifantencentrum! Al op de lange hangbrug over de rivier heb ik een deja vu; ik ben hier al eens geweest. Als we vijf minuten later met een groep mensen de olifanten bananen staan te voeren weet ik het zeker; hier waren we toen we de allereerste keer in Thailand waren, 15 jaar geleden. Robin heeft heel even mijn hulp nodig bij het voeren, olifanten zijn van dichtbij wel erg groot en die slurf is wel heel gretig op zoek naar het lekkers. Maar al snel heeft hij de smaak te pakken en moet Maik bijna de hele bananen kraam leeg kopen om Robin bij te benen die schaterlachend de olifanten voert. Na het voeren gaan de dieren in bad, we volgen ze als ze met hun mahouts de rivier in lopen waar ze in het water knielen en met hun slurven zichzelf nat sproeien. De mahout wassen de olifanten met plenzen water en wij kijken toe en schieten mooie foto’s. Dan is de pret nog niet voorbij, we mogen nog een voorstelling bij wonen waarin de olifanten kleine kunstjes doen. Boomstammen slepen, schilderen, en meer ongein. Ik vond het voeren en badderen nog erg gaaf om te zien, maar dit hoeft van mij niet. Robin daarentegen vindt het helemaal super, hij staat vooraan en valt van de ene verbazing in de andere; “wat doet ‘ie nu weer!””jongens, kijk eens wat ‘ie doet!”. De olifantenrit die daarna aangeboden worden slaan we af, we gaan weer terug naar Chiang Dao. Vanaf de achterbank roept Robin “ik wil naar Buddha toe”. Wij toevallig ook, dus rijden we de hoofdstraat van het stadje in op zoek naar een tempel en die zijn in Thailand nooit ver. We bezoeken er een paar, eentje in het bovendorp, waar een immens hoge stralend witte buddha buiten onder een parasol over de omgeving uitkijkt. Aan het gezellige landelijke weggetje naar onze accommodatie stoppen we voor de lunch bij een van de andere bungalow resorts. Ze serveren er heerlijke lekker sappen.

De rest van de middag brengen we door bij onze akkomodatie, vooral op het terras van het zwembad waar het heerlijk is met een lekker briesje en niet teveel zon. Het zwembad water is leuk om naar te kijken, want erin plonzen is absoluut geen optie, wat is dat water ijzig koud; een pinguin zou er nog moeite mee hebben. Als we alleen onze voeten erin hangen koelen we al lekker af, de kou schiet binnen no time via onze benen door naar boven en trekt even alle hartspieren samen. Een koude douche is er niets bij.

Grote grutten een grot

De wekker gaat vroeg, want een tochtje naar de dinsdagochtend markt staat op het programma. Deze is in de lange drukke hoofdstraat en al in volle gang als we er vroeg in de ochtend aankomen. Het is een echte lekker Thaise markt, met veel verse waar, kleding en andere nuttige zaken. Een lekker ontbijtje vinden we er echter niet, dus dat nemen we weer op het terras van het Nest waar het uitzicht op de mooie omgeving nog steeds niet verveelt.

We kunnen Chiang Dao natuurlijk niet verlaten zonder de top attractie bezocht te hebben, deze DSC_0754is maar enkele kilometers van onze slaapplaats verwijdert: de Chiang Dao grot. Uiteraard zijn er de nodige tempelgebouwen op het terrein voor de ingang te vinden, waar we even binnen stappen. We kennen het ritueel allemaal; schoenen uit en over de drempel. Zitten met je voeten naar achteren, niet richting buddha. Robin vouwt  dan ook nog heel devoot zijn handen voor zijn gezicht en mompelt Sawsdee Ka. Als trotse moeder smelt ik natuurlijk als mijn kleine ventje dat doet, maar ook de Thai vinden het uberschattig.

Voor de ingang van de grot stroomt een klein watertje waar een overdekte brug overheen gebouwd is. Onder de brug zwemmen dikke meervallen die door een paar bezoekers gevoerd worden. Wij wandelen voor nu nog even verder langs de grote wachters de trap op de grot in.DSC_0768 Sinterklaas heeft vannacht een kleine zaklantaarn in Robin zijn schoen gedaan en die komt nu goed van pas. We dwalen door de grote gangen van het grottenstelsel onder de druipende rotspunten door. Met zijn zaklantaarn in zijn hand loopt Junior rond alsof hij Indiana Jones is op zoek naar een eeuwenoude verborgen schat. Eenmaal buiten terug in het zonlicht kopen we ook wat vissenvoer, gelukkig zijn de vissen nog steeds hongerig.

Dan gaan we weer op pad, onze eindbestemming die dag is ThaTon en dat plaatsje heeft nog wat onaangename verassingen voor ons in petto.

Als we aankomen bij Old Tree’s House, de accommodatie die ik een paar dagen ervoor via email gereserveerd heb, weten ze nergens van. Ik laat de email van de eigenaar zien aan het meisje dat ons te woord staat, maar het verandert niets aan het feit dat er geen bungalow voor twee nachten voor ons gereserveerd is. Ze heeft wel een andere, duurdere bungalow beschikbaar, maar voor maar een nacht. Die kunnen we wel huren, alleen is ze niet van plan iets van de prijs af te doen. Het gaat maar om een paar honderd bath, maar ik ben van mijn kant niet van plan meer te betalen dan de prijs van de bungalow die ik gereserveerd hebben. Na wat heen en weer bellen met de eigenaar en flink soebatten geeft ze toe, we kunnen voor de lagere prijs in de bungalow als we beloven de extra bedden niet te gebruiken. Ik vind het een belachelijk voorstel, maar ben er klaar mee. Het is eind van de middag en ondanks dat ze verre van gastvrij zijn ziet de accommodatie er wel heel relaxt uit. We laden dan ook onze bagage in de bungalow en gaan pootje baden in het zwembad. Het is niet zo ijzig als dat van de vorige dag, maar ook niet aangenaam genoeg om te gaan zwemmen.

Een harde knal en een kennismaking met de sterke arm der wet

Na een relaxt drankje op het terras met werkelijkwaar fantastisch uitzicht op de omgeving dalen we weer af met de auto, alvast op zoek naar een akkomodatie voor de volgende nacht. Ik stap bij een tweetal akkomodaties naar binnen waar ze nog kamers beschikbaar hebben, ze spreken me beide niet heel erg aan.

Als we het stadje in rijden op zoek naar een volgende guesthouse worden we plotseling opgeschrikt door een enorme knal, een knal tegen onze auto aan. De eerste paar seconden kijken we elkaar versuft aan in de auto die die midden op de weg stilstaat. We zijn aangereden! Wij mankeren niets, maar als we uitstappen zien we dat er een enorme deuk in het portier van DSC_0828de bestuurder zit. Een deuk die veroorzaakt is door een kleine brommer die een paar meter verderop op de weg ligt. De bestuurder staat er naast en wrijft over zijn knieen. Hij is in ons portier gereden toen wij afsloegen om een zijstraat in te gaan terwijl we ons netjes aan de verkeersregels houden. Aan de verkeersregels had deze brommerbestuurder blijkbaar geen boodschap; hij was aan het spook rijden. Als snel staat er een groep mensen om ons heen, een dame die behoorlijk Engels spreekt probeert de boel op zijn Thais te regelen. Die dikke huurauto is vast goed verzekerd, en die arme brommerman vast niet. Wij moeten maar niet te moeilijk doen redeneert ze, als we hem wat geld geven voor een nieuw mandje op zijn stuur, dan praten we nergens meer over. Dat hij dit ongeluk volledig over zichzelf afgeroepen heeft doet duidelijk totaal niet ter zake.

Ik neem telefonisch contact op met Budget die eerst en vooral technische vragen stelt, over ons huurcontract en ons kenteken. Als ze naar het kenteken van de brommer vraagt geef ik haar aan de dame die Engels spreekt, ik heb geen idee hoe ik de Thaise tekens moet benoemen. Het gesprek tussen hen gaat verder dan het noemen van het kenteken, de dame legt duidelijk haar theorie over de Thaise oplossing van het probleem voor aan de dame van Budget, want als ik haar eindelijk aan de lijn krijg vertelt ze me dat het beter is om het onderling te regelen. Alleen, al zouden we dat willen; de brommer man is er intussen vandoor gegaan. Zijn knie deed het waarschijnlijk nog prima en zijn brommer ook. De dame van Budget ziet geen andere mogelijkheid dan een schade expert te sturen. Ze beloofd dat deze er met 50 minuten is. We nemen die schatting bij voorbaat al met een korrel zout en gaan een hapje eten. Dat wordt geen gezellige  maaltijd, we zijn nog altijd geschrokken van het ongeluk ondanks dat we niets mankeren. En het gekke is dat er door niemand nog met een woord over de politie gesproken is. We weten ook niet of we die moeten mijden of er juist bij betrekken.

Als de man van de verzekering uiteindelijk na een kleine 2 uur bij de plaats van het ongeluk is hebben we de Engels sprekende dame weer nodig, want de beste man spreekt alleen Thais en wij niet. Hij stelt via haar een aantal vragen en laat ons een situatie schets maken. Dan wil hij dat we een in het Thais geschreven verklaring ondertekenen, dat gaan we natuurlijk niet doen. Ik schrijf in het Engels over wat er volgens hen staat en teken dat. En dan, voor het eerst komt de politie in het verhaal naar voren, van hen is er ook een verklaring nodig. We rijden naar het piepkleine politie station in Tha Ton dat vol zit met agenten, maar geen die ons kunnen helpen, voor dit soort zaken moeten we naar Mae Ai. Dus al snel rijden we in het donker achter de schade expert aan op weg naar het politie station. Daar treffen we een aantal agenten die wel een paar woorden Engels spreken, het zijn vriendelijke mannen die onze komst als een aangenaam tijdverdrijf lijken te zien. Ze proberen een kletspraatje te maken over waar we vandaan komen en bieden onze zoon wat te eten en drinken aan. Die is overigens zwaar onder de indruk, hij zit ’s avonds laat in het donker op een echt politiestation. Alhoewel hij zich ongetwijfeld wel afvraagt waarom ze er niet uit zien als echte agent, de mannen lopen op sokken in slippers en dragen op de broek van hun uniform slechts een t-shirt. De jasjes en petten liggen ongebruikt in een hoek op een bureau.

Ik laat de hoofdagent de foto’s zien die ik gemaakt heb van de wegrijdende brommergast. Hij is IMG_0683uitermate geïnteresseerd en vraagt of ik deze wil mailen. Ik krijg toegang tot het wifi netwerk van het politie station en stuur de foto’s naar het hotmail adres van oom agent. Er wordt alweer een verslag in het Thais opgemaakt, dat we dit keer niet hoeven te tekenen. In het weinige Engels dat de agenten spreken weten ze ons gerust te stellen, dit was niet onze fout en de verzekering zal de kosten dekken. Dan nemen we afscheid van de politie en de verzekeringsagent en rijden we terug naar Tha Ton. Het is al 11 uur geweest als we eindelijk terug komen bij onze bungalow. Dit akkefietje heeft ons vanaf een uur of 5 ‘smiddags bezig gehouden. Tijd voor een pintje op het terras.

 

 Tha Ton tempelend de berg op

Bij het ontbijt gaat de ongastvrijheid verder, de Franse eigenaar is er en maakt een praatje met al zijn gasten, al zijn gasten behalve met ons. Wat een kinderachtig stelletje hier, fouten maken we allemaal, maar geef het toe en los het goed op.

DSC_0941Als we de wagen weer ingepakt hebben rijden we naar de mooie Tha Ton tempel. Deze tempel is in het centrum van de stad aan de rivier op een heuvel gebouwd. Verspreid over maar liefst 9 niveaus zijn er tempelgebouwen te vinden met beelden van grote buddha’s. Op de top van de heuvel, het hoogste niveau van de tempel vinden we een beeld van een gigantische draak, een mooie aanleiding om fantasie volle verhalen aan Robin te vertellen. Het is een druk bezochte tempel, met veel monniken. Een aantal van hen is nogal gecharmeerd van ons blonde mannetje en maken foto’s van hem en wij op onze beurt weer van hen.

 

Via China naar Chiang Rai

We hebben inmiddels besloten dat we Tha Ton gaan verlaten, niets houdt ons nog hier. We rijden via een prachtige route door de bergen naar het Chinese dorp Mae Salong hier willen we eventueel gaan logeren. Onderweg zien we diverse theeplantages, waarvan de thee naar het schijnt in het dorp verkocht wordt. Het lijkt wel of dat dorp op de top van de berg gebouwd is. Over een smalle en drukke kronkelige bergweg rijden we een Chinese wereld in, niet alleen zien we veel rode lampionnen, borden met teksten in het Chinees en winkels met thee, thee en nog eens thee. We zien ook de grauwheid van China, een ongezellig dorp aan een modderige weg. De zon schijnt ook al niet meer en het begint zelfs flink te regenen. Achter ons zien we dat Robin in slaap gevallen is. We keren aan het eind van het stadje en rijden nog een keer terug. Bij een pleintje stap ik uit om wat foto’s te maken. En dan houden we het wel weer voor gezien, wat we zien spreekt ons niet aan; op naar Chiang Rai!                                                      En het duurt nog wel even voor we daar zijn, want we moeten die mooie bergweg weer af. We stoppen nog even bij een eenzame tempel op een heuvel aan de weg. De tempel is niet de enige die eenzaam is, de monnik die er woont lijkt ook wel om een praatje verlegen, helaas spreekt hij nauwelijks Engels en wij geen Thais, dus een echt goed gesprek wordt het niet.

Eenmaal in Chiang Rai rijden we met behulp van het navigatiesysteem naar Ben’s guesthouse net buiten het centrum. We installeren ons in een ruime kamer en stappen dan in het kleine zwembad voor de deur. Door een grote tuk tuk laten we ons aan het begin van de avond afzetten naast de avondmarkt, waar we overheen slenteren terwijl het langzaam donker begint te worden. Als we de food market op wandelen kom ik tot mijn schrik tot ontdekking dat ik mijn tas niet meer om heb. Paniek, waar is mijn tasje met telefoon, geld en dagboekje? Niet bij het laatste kraampje waar we een t-shirt gekocht hebben, heb ik ‘m dan bij de receptie van het guesthouse laten liggen? Dat is nl de laatste plaats waarvan ik me kan herinneren dat ik ‘m nog had. We lopen naar de 7 Eleven waar de tuk tuk ons afgezet heeft en proberen het guesthouse te bellen via een munttelefoon. Op dat moment komt diezelfde tuk tuk aanrijden, de chauffeur wijst naar achteren, daar ligt mijn tas! Die had ik dus achterin laten liggen. Jippie hij is terecht! En de chauffeur bewijst weer hoe eerlijk mensen kunnen zijn. We bedanken hem hartelijk en geven hem een fooi als dank dat hij terug gekomen is om ons te zoeken.

DSC_0003Op de avond markt is het inmiddels echt donker en gezellig druk. Alle kraampjes zijn vrolijk verlicht en er komen ons heerlijke etensgeuren tegemoet. We besluiten voor een hot pot te gaan. Een kokend heet aardewerk potje wordt op ons tafeltje gezet met een plastic mandje met groente, ei, kip, garnalen en noedels. We laten het eten garen in de bouillon in het potje en smikkelen het op. Bij een ander kraampje halen we bier en weer verderop gegrilde inktvis. Robin speelt ondertussen met het zoontje van een van de kraamhouders met een paar ballonnen. We genieten van een top avond!

 

Witte tempel

Net buiten Chiang Rai is de witte Wat Rong Khun tempel te vinden, we rijden er met onze huurauto heen en verbazen ons erover dat de tempel pal aan de doorgaande weg ligt. We zijn er zoals te verwachten niet de enige bezoekers, busladingen vol binnen- en buitenlandse toeristen wandelen over de smalle brug naar het hoofdgebouw van de tempel. Het is een wonderlijke tempel, het lijkt wel een sprookjeskasteel van sneeuw en ijs. Het wit schijnt de reinheid van Buddha te vertegenwoordigen.  Vlak voor die brug zien we allemaal gebeeldhouwde handen uit de grond omhoog naar de hemel reiken. Het straalt een bepaalde wanhoop uit die me doet huiveren. Het hoofdgebouw zelf is verbazingwekkend klein voor een complex van dit formaat. Binnen staan er een aantal steigers waarop schilders zitten die de muren beschilderen. Daar waar de muurschilderingen al af zijn zien we een uitbeelding van de aanvallen op de Twin Towers met een aantal demonische karakters eromheen. Maar als ik even wat beter kijk zie ik ook Spiderman, Kung Fu Panda, Elvis Presley, Superman en Michael Jackson. Niet je standaard tempelschilderingen. Verderop op het tempelterrein werpen we een muntje in een wens fontein en kopen we prachtige hangers van dun blik en witte kralen. Op een daarvan schrijven we onze naam en de datum van het bezoek en die mogen we achterlaten. Al deze hangers hangt men dicht op elkaar aan het plafond van delen van de tempel, wat een soort omgekeerd tapijtje lijkt als je boven je hoofd kijkt.

Bij een koffiezaakje pauzeren we even met een heerlijke latte machiato, het tentje heeft goed uitzicht op de tempel en wifi, wij vermaken ons er wel even. Een grote Maleise familie zit op een terrasje naast ons van een ijsje te smullen, Robin speelt met de kinderen en valt duidelijk in de smaak bij de familie. Ze dollen met hem en maken foto’s, ze vragen of ze ook een ijsje voor zoonlief mogen kopen, maar natuurlijk!

Oververhit springen we die middag weer in het zwembad van ons guesthouse, fijn hoor een zwembad dat niet ijs en ijskoud is!

We laten ons aan het begin van de avond weer afzetten bij diezelfde 7 Eleven in het centrum en vinden al snel een massagesalon. Robin zetten we in een grote stoel met de iPad, filmpje kijken. Wij laten onze voeten masseren en zo is iedereen blij.  Minder blij is junior als we een einde maken aan de film pret, de hele weg naar de beroemde klokkentoren van Chiang Rai is hij aan het piepen en mokken, blij dat we de buggy bij ons hebben.  We vinden een restaurantje met terras naast die toren waar we gaan eten terwijl we wachten op de lichtshow. De klokkentoren doet me denken aan een kitscherige pendule klok uit grootmoeders tijd, maar dan 10 meter hoog. Het malle ding staat midden op een drukke rotonde waar brommers, tuk tuks en auto’s omheen razen. En dan begint het, bombastische muziek en een toren die van kleur veranderd. Van vel rood, naar zuurstok roze, knalgeel en gifgroen. Ik dacht bij lichtshow aan lichten die de lucht in schijnen in mooie formaties op de maat van de muziek of iets van die strekking, ik had niet durven vermoeden dat het gewoon gekleurde lampen zijn die de toren van kleur veranderen. Afijn, onze zoon had geen verwachting en vind het geweldig. Zijn goede humeur keert er gelukkig mee terug.

 

Van Rai terug naar Mai

De route van Chiang Rai naar Chiang Mai is best lang, ik heb nog gezocht naar een plaats om de reis te breken, maar kon niets vinden dat me aansprak, dus we gaan ervoor. Onderweg komen we een vrachtwagen tegen die in een bocht op zijn kant in een greppel ligt. De chauffeur wordt net met loeiende sirenes afgevoerd terug in de richting van Chiang Rai. Zijn vrachtwagen ligt aan onze kant van de weg, maar met zijn voorkant naar ons toe. De remsporen op de weg maken duidelijk dat hij van zijn weghelft geraakt is en zo aan de overkant beland is, hier hadden we niet een paar minuten eerder moeten rijden. We stoppen voor koffie met wifi en later voor een bezoekje aan een heet water bron. Uit een gat in de grond spuit kokend heet water dat vreselijk stinkt naar rotte eieren. Eieren kun je er overigens ook kopen in mandjes van metaal gaas aan een stokje; om te gaan koken in dat hete water.

Voor ons verblijf in Chiang Mai hadden we al een reservering gemaakt bij het Riverside House. Onze auto kunnen we op de klein parkeerplaats kwijt en zelf nemen wij onze intrek in een deluxe kamer in het gebouw aan de achterzijde. Het is een prima kamer met een galerij waar een zitje is. Net als de vorige nachten in Chiang Rai kunnen wij hier lekker zitten terwijl zoonlief slaapt. Voor het zover is stappen we nog even in het piepkleine zwembad, het is koud, maar net te doen.

DSC_0273Het wordt donker als we de brug oversteken naar de Night Bazar We weten al precies waar we heen gaan, de Anusarn visrestaurants en dan die met de geblokte tafelkleedjes. We zijn hier al een paar keer geweest, maar ik heb nog steeds geen idee hoe ze heten. We kiezen weer fijne verse vis van het buffet, laten die grillen en serveren met een biertje en een appelsap. Het is om je vingers bij af te likken zo lekker. En ik ben ook zo blij dat Robin hier net zo van geniet als wij. Ons toetje is een roti met banaan en chocola van een kraampje verderop op de markt.

 

Hoor jij hoefgetrappel?

Het ontbijt is weer typisch Thais, geroosterd brood met waterige jam en boter en een gebakken eitje. We slaan het achterover en gaan dan weer met de auto op pad naar Hang Dong, dit ligt net buiten Chiang Mai en hier zijn heel veel meubelzaken te vinden. Een paar jaar geleden zijn we hier eens goed geslaagd voor wat leuke dingen voor in huis. Dit keer vinden we echt drie keer niets, we stappen teleurgesteld weer in de auto. Het is nog vroeg, dus what to do? Zullen we dan maar naar Lampang rijden, ca 100 km naar het Zuiden?, het schijnt een leuk stadje te zijn met pittoreske paardenkoetsjes.

Ruim 2 uur later zijn we er, we parkeren de auto en verkennen het plaatsje. Langs de rivier vinden we een rustige straat met mooie oude houten huizen, er hangt een relaxte sfeer. Maar de paardenkoetsje zijn in geen velden of wegen te bekennen. Goede reden om te stoppen voor een bakje koffie bij een semi hip zaakje. Hier vinden we een kleine kaart van Lampang, waar twee horse carriage stations op aangegeven staan. Een is niet ver van waar wij nu zijn, we besluiten er heen te lopen. Eenmaal daar, is er geen paardenkoets te bekennen. We lopen nog wat rondjes en wandelen dan maar weer terug het centrum in en he, hoor ik daar paardenhoeven? Jawel, jawel er komen een paar paardenkoetsjes aangereden met Japanse toeristen. Ze bestaan dus echt! Maar, waar o waar stappen we op? In ieder geval niet bij de tempel die we bezoeken. Ook niet bij de volgende tempel en bij het restaurantje waar we lunchen ook al niet. Maik wil de handdoek al in de ring gooien, maar ik weet hem over te halen nog een tempel aan het eind van de straat te bezoeken. En ja hoor, als we de bocht omgaan zien we ze staan: PAARDEN met KOETSEN! Hoera!  Bij de eerste de beste koets waar we op aflopen staat een Thaise cowboy. Hij vertelt ons dat er zelfs keus is: de kleine of de grote toer. De grote toer graag meneer Cowboy, want nu we ze gevonden hebben zullen we het gaan beleven ook. Koetsje rijden zullen we! Eenmaal in beweging krijgen we vreselijk de slappe lach achterin het kleine koetsje, want om de hoek van waar we opgestapt zijn staan rijen en rijen koetsen, hoe kun je dat gemist hebben. Het paardje sukkelt door de rustige delen van het stadje, steekt de rivier over en weer terug langs tempels die we bezocht hebben en door veel straten die we al bewandeld hebben tijdens onze zoektocht naar de koetsen. Robin’s opmerking maakt de hele zoektocht goed: “dit is leuk mama, rijden met een paard in een wagentje, dat heb ik nog noooooit gedaan”. Het was me het dagje wel, eenmaal terug in Chiang Mai hebben we nog even tijd voor het zwembad voor we langs de rivier wandelen naar Hinley’s Curry, een Indiaas restaurant dat goed verstopt zit in een tuin aan een donkere straat. Het eten is er heerlijk en de lassies smaken ook top.

 

Chiang Mai zoo 

Een bezoek aan Chiang Mai is natuurlijk niet compleet zonder een tripje naar de dierentuin, dit keer gaan we met de auto. Wat we niet hadden bedacht is dat we met die auto gewoon de dierentuin in mogen rijden. Tja, waarom ook niet; het is een gigantisch terrein waar je anders met een soortje treintje door heen rijdt. We gaan eerst naar de giraffen om deze te voeren. Maik zet Robin op zijn nek en die voert met veel plezier lange bonen aan de langnekken met hun lange tongen. Een lange natte en ruwe tong begrijp ik van Maik, want even verwarde de giraffe Maik zijn wang voor een boon eeeuuuwww….                                                                                                                               

Als de bonen op zijn horen we achter ons in de verte kabaal, er komt een optocht aan. Mensen verkleed als Afrikaanse strijders, mensen verkleed als pandaberen en pinguïns maar ook echte dieren. Jawel, karretjes met pinguins, apen, reptielen, papagaaien en andere exotische vogels. Kleine zwijntjes aan een lijntje, slangen om de nek van mensen, geiten en ezels en meer gekkigheid komt zo op ons afgelopen. En ja hoor, we mogen ze ook nog gewoon aaien. Bizar hoor, een pinguin aaien, dat kan toch alleen in Thailand.

We nemen ook nog even een kijkje bij de Panda’s, die mag je niet voeren. Maar de panters en tijgers dan weer wel, hier kun je vlees op stokjes kopen die je door de tralies steekt. De grote beesten lopen er behoorlijk ongedurig rondjes langs het hek. Deze slaan we even over. Maar een olifant voeren, ja dat kunnen we niet laten. Kleine bananen en bamboestokken pakt hij met zijn slurf uit de kleine handjes van onze blije peuter. Wat een pret!

 

Alweer een close encounter met oom agent

Die avond gaan we richting de oude stad, we starten bij de Wat Pra Sing waar het gezellig druk is. De tempel zit vol met monikken in oranje pijen. Wij gaan samen met andere bezoekers achter ze zitten en luisteren minutenlang ademloos naar de chants. Dan zeggen we prachtige grote goudkleurige Budda gedag en wandelen we de Sunday walkingstreet in. Het is er weer DSC_0580ouderwets gezellig, lekkere hapjes, leuke huisnijverheid en gezellige muziek. Naast een tempel aan de straat vinden we een aantal masseurs die onze voeten onder handen nemen. Iets verderop op de markt vinden we de zingende politieman, we blijven staan om naar zijn optreden te kijken. Achter hem hangt een spandoek met een foto van de agent met een thais meisje. Al snel wenkt hij Robin, hij wil wel met een blonde peuter op de foto. Dus, mocht je een keer op de Sunday walkingstreet komen en je ziet de zingende politieman op de foto met een blond mannetje van een jaar of 3, laat het ons weten!

 Back to Bangkok

En dan is het alweer tijd om Chiang Mai te verlaten, we gaan vliegen want vanwege onderhoud aan het spoor rijdt de trein niet op dit traject, hierdoor houden we wel maar een nacht over in Bangkok. En daar is het op dat moment onrustig, we houden al een tijdje het nieuws goed in de gaten; er zijn al weken protesten en nu zijn er zelfs wegen geblokkeerd. We besluiten om die reden die ene nacht maar niet in Bangkok zelf te logeren, maar vlakbij de luchthaven zodat we de volgende ochtend op tijd zijn voor onze vlucht naar Dubai.  Als we vanuit Don Muang airport bij Suvarnabhumi airport aankomen zien we een grote politiemacht de wegen bewaken. Ook op de luchthaven zelf is er veel bewaking, we moeten een aantal keren ons paspoort laten zien alleen om de roltrap te mogen nemen. Men heeft duidelijk geleerd van een paar jaar terug, toen de luchthaven bezet was.

De kamer die we gereserveerd hebben was niet duur, dus we verwachten weinig, zeker geen heel fijn zwembad met ligbedden. Daar blijven we de rest van de middag tot we op zoek gaan naar een hapje eten. Bij het marktje vlakbij het hotel vinden we het niet en aan de drukke verkeersweg ernaast al helemaal niet. Op goed geluk wandelen we de weg af, maar komen niets, maar dan ook niets tegen. We blijven maar doorwandelen, blij dat we de buggy bij ons hebben (heb ik dat al eens gezegd?). Een paar keer denken we over stoppen en omkeren, maar gelukkig houden we vol, want ineens doemt als een fata morgana in de woestijn in de verte het logo van KFC op. Aan die drukke donkere nietszeggende verkeersweg zien we ineens een gloednieuw centrum met winkels en fast food restaurants. Robin mag kiezen en daarom eten we onze laatste maaltijd in Thailand bij McDonalds.

Bliksembezoek aan Dubai

We vliegen met een ochtendvlucht van Bangkok naar Dubai, weer een kleine 7 uur film kijken, eten en airline cadeaus aannemen, het is weer een eitje. Het Crowne Plaza hotel bevalt ons prima, niet te ver van de luchthaven (we kunnen de enorme airport zien vanuit onze kamer op de 17e verdieping), een hele grote luxe kamer met super badkamer en een prachtig zwembadterras met palmbomen en uitzicht op de creek. De badmeester begroet ons enthousiast, maakt een bedje voor ons op aan de rand van het kinderbad en verliest vanaf dat moment Robin geen seconde meer uit het oog. Hij neemt zijn taak duidelijk heel serieus.

‘s Avonds nemen we een taxi naar Souq Al Bahar naast de Burj Khalifa toren. We willen eten bij IMG_3306het Libanese Abdel Wahab restaurant en het duurt wel even eer we het gevonden hebben. Eenmaal daar blijkt er geen plaats meer te zijn op het terras waar er uitzicht is op de hoogste toren van de wereld en de licht en geluidsshow van de fontein. Dus eten we binnen, waar de airco behoorlijk hoog staat. Het eten smaakt ons erg goed, alleen Robin eet niet mee, die is in slaap gevallen en met geen mogelijkheid meer wakker te krijgen. Het reizen van de afgelopen dagen begint hem een beetje op te breken lijkt wel. Als ik ineens knallende hoofdpijn krijg lijk ik daar ook last van te hebben. We ronden onze maaltijd af, waarbij we tussendoor naar de show buiten kijken en stappen dan weer in een taxi terug naar het hotel. Het zweet is me inmiddels uitgebroken en alles duizelt, de wereld lijkt wel een draaimolen. Robin wordt wakker als we hem uit zijn buggy tillen en is er niet blij mee. De hele taxirit terug lig ik voor jaffa op de achterbank, terwijl Maik een diep trieste huilende peuter op zijn schoot heeft, hij is ontroostbaar. Ik ben dan ook in geen tijden zo blij geweest om mijn bed te zien. Maik stopt ons allebei in en gaat dan nog even op stap, naar het centrum naast ons hotel. Jammer dat onze enige avond in Dubai zo moet lopen.

 

Nog even zwemmen, en dan naar huis

IMG_0721De volgende ochtend voelen we ons allemaal weer kiplekker, dat is fijn want we gaan vandaag weer vliegen. Eerst een ontbijtje bij een koffietent in het winkelcentrum. En daarna, naar het zwembad. Dit keer het prachtige zwembad van het Intercontinental hotel dat aan ons hotel vast zit.

Na een fijne ochtend in de zon gaan we onze tas pakken en maken we ons op voor de laatste vlucht van deze trip, weer met de Emirates van Dubai terug naar Amsterdam.

 

 

Onze reis:

Plaats een reactie