In juni van dit jaar zijn we al een week naar Bangkok geweest, maar je kunt nooit te vaak naar Thailand! Zeker niet als we daar afspreken met goede vriendinnen die een reis door Azië maken op de fiets. We tempelen onszelf door Thailand en starten in Chiang Mai, met de nachttrein reizen we naar Ayutthaya en gaan dan na een korte stop in Bangkok via Krabi door naar Koh Phi Phi. Een fotoverslag van dit aangename tripje naar ons favoriete vakantieland:
Tempelen in Chiang Mai
Na aankomst in Bangkok vliegen we gelijk door naar de tweede stad van Thailand: Chiang Mai. Daar komen we veilig aan, alleen met een rugzak minder dan we vertrokken zijn. Dat is jammer, want nu heeft Maik geen schone onderbroeken en is ook onze toilettas niet waar die moet zijn. We shoppen op kosten van de reisverzekering wat bij elkaar in het winkelcentrum en stappen dan op de fiets om de oude stad van Chiang Mai te verkennen. Het is even wennen om met de fietsen tussen het drukke verkeer door te manoeuvreren, eenmaal binnen de stadsmuren is de drukte weg en kunnen we op ons gemak van tempel naar tempel fietsen.
Chiang Mai by night
Niet alleen overdag is Chiang Mai een aangename stad, ook in de avond is het bijzonder leuk. De bekende nightbazaar is misschien niet ieders smaak, maar bij de visrestaurants van Anusarn daar om de hoek kun je altijd heerlijk eten. Ook een fijne voetmassage voor een spotprijsje is een vast onderdeel van een avond in Chiang Mai.
Wiang Kum Kam, Lamphun en Bo Sang
We spreken met een taxi chauffeur een goede prijs af voor een tochtje door de omgeving van Chiang Mai. Als eerste brengt hij ons naar de ruïnes van Wiang Kum Kam op een paar kilometer buiten de stad. Deze ruïnes vormden ooit de hoofdstad van het Lanna rijk en zijn nu een goed bezochte plek niet ver buiten de stad. De meeste toeristen komen uit Thailand en zij laten zich hier met een koetsje met paard rondrijden. Wij bewonderen de ruïnes en tempels al wandelend voor we verder rijden naar de oudste stad van Thailand: Lamphun. In deze kleine stad zijn er nog meer tempels te bewonderen, bij de Wat Phra That Haripunchai bezoeken we de gouden chedi die verdacht veel lijkt op die van de Wat Doi Suthep in Chiang Mai. Na een heerlijke lunch op de bovenste verdieping van een klein hotel rijden we verder naar het “parasol dorp” Bo Sang. Dit dorp staat bekend om de rijstpapieren parasols die hier in kleine fabriekjes gemaakt worden. Daarvoor zijn wij niet in de markt, maar gelukkig is er meer te vinden in de vele winkels langs de doorgaande weg, we slagen voor een mooi houten paneel met kleine buddha’s in nisjes, voor ons een herinnering aan de mooie Chedi Si Luam uit Wiam Kum Kan.
The Chedi
Onze accommodatie in Chiang Mai is er die het vermelden waard is: the Chedi*. Dit luxe hotel ligt hartje stad aan de Ping rivier, vanaf hier is het maar een paar minuten lopen naar de Night Bazaar. Zodra we de ingang van het hotel doorgaan stappen we een oase van rust binnen, en dat hartje stad! Op de mooie binnenplaats staat een prachtig oud paviljoen waar iedere ochtend ontbijt geserveerd wordt en in de middag een ware en zeer smakelijke high tea. Het hele hotel is zeer stijlvol ingericht; we voelen ons hier helemaal thuis 🙂
*het hotel is inmiddels overgenomen door Anantara hotels
Wat Doi Suthep
Wat Doi Suthep is waarschijnlijk de bekendste tempel van Chiang Mai, hij is te vinden op een heuvel buiten de stad. Hier beklimmen wij de 300 treden van de slangen trap naar de tempel. En dat is best een inspannende activiteit, bezweet komen we boven waar we door een zachtje briesje welkom ontvangen worden. Als we uitgerust en afgekoeld zijn is het genieten geblazen, want de tempel is gelukkig niet alleen voor toeristen een belangrijke plaats, de schitterende tempel trekt vele boeddhistische bezoekers die hier buddha vereren door onder andere bloemen te offeren en wierook te branden. We bekijken het allemaal op ons gemak en proberen zo bescheiden mogelijk foto’s te maken. Niet alleen de tempel en zijn bezoekers zijn de moeite waard; ook het uitzicht op Chiang Mai is vanaf hier schitterend.
Nachtrein naar Ayutthaya
Die avond stappen we aan boord van de nachttrein van Chiang Mai naar Ayutthaya. We reizen 2e klasse en slapen daarom in de open wagon waar slechts een klein gordijntje ons van de rest van de passagiers scheidt. Al vroeg worden we wakker en toveren we onze bedden weer om naar zitplaatsen om te genieten van het landelijk uitzicht op het vroege ochtend leven naast het spoor.
Tempelen in Ayutthaya
Nadat we een aangenaam guesthouse gevonden hebben in Ayutthaya gaan we op stap om de tempels van de stad te verkennen met een schattige huurfiets. Het is lastig kiezen welke tempels we willen gaan zien, het zijn er zoveel. We starten maar in het hart van het stadje bij de Wat Mahathat. Deze tempel staat bekend om het buddha hoofd dat geklemd zit in de wortels van een bodhi boom. Hoe dit hoofd daar gekomen is, is onduidelijk, maar is een gaaf gezicht om het nu eens in het echt te zien. Verderop tussen de tempel ruïnes worden we aangesproken door een groepje jongeren in schooluniform, of zij ons mogen interviewen. Daar hebben we natuurlijk geen bezwaar tegen. Giechelend stellen ze ons vragen over wie we zijn en waar we vandaan komen en vooral wat we mooi vinden aan hun stad en hun land. Laten we maar hopen dat het goed genoeg is om de schoolkrant te halen.
Ayutthaya by night
Via ons guesthouse boeken we een tuk tuk toer langs nog meer tempels, deze vertrekt eind van de middag als de ergste hitte voorbij is en de lage zon de tempels mooi uitlicht. Net buiten het hart van de stad starten we bij de indrukwekkende Wat Yai Chai Mongkol. De tempel is bijzonder oud maar nog steeds in gebruik. Bijna alle buddha beelden zijn voorzien van mooie oranje sjerpen. Vanaf de centrale pagode kijken we op ze neer en zien we ook de mooie teakhouten huisjes van de monniken die dezelfde oranje gewaden buiten te drogen hebben hangen. De toer voert ons verder door de stad en stopt ook even bij de olifanten kraal. Het is in Ayutthaya heel gebruikelijk om toeristen door de stad te zien gaan op de rug van een druk versierde olifant, aan het eind van de dag zijn deze indrukwekkende dieren terug te vinden in de olifanten kraal. Ik krijg meer van ze mee dan ik zou willen, als we terug wandelen naar onze tuk tuk stap ik door wat hoog gras in een gigantische grote plas urine, dit kan niet anders dan een olifantenplasje zijn. Met wat water spoel ik mijn voeten en schoenen af, een stinkend zaakje. We vervolgen onze trip; bij de Wat Phu Khao Thong net buiten de stad klimmen we ook omhoog om hier langzaam de zon onder te zien gaan. De lucht kleurt prachtig mee terwijl grote groepen luidruchtige spreeuwen rond de chedi vliegen. De toer eindigt bij de avondmarkt aan de rivier, het eerste dat ik hier doe is een paar teenslippers aanschaffen zodat ik niet langer in de olifantenzeik loop te soppen. Als dat ongemak uit de weg is kiezen we verschillende lekkere hapjes bij de kraampjes en eten we ze smakelijk op aan een plastic tafeltje aan de rivier.
Dagje Bangkok
Met een vroege ochtendtrein verlaten we Ayutthaya weer, het is maar een korte reis naar de hoofdstad waar we inchecken bij het nieuwe Millenium Hilton. Het is weekend, een goede reden om de sky train te pakken naar de Chatuchak Weekendmarket. Op deze enorme markt in het noorden van de stad wordt alles verkocht wat je maar kunt bedenken; serviesgoed, sandalen, tassen, kleding, souvenirs, lampionnen en zelfs levende dieren. Wij snuffelen rond tussen de honderden kramen en vullen ons Thaise servies weer wat aan. We eten wat en gaan dan weer terug naar het hotel waar we de hete middag doorbrengen bij het zwembad. In de avond blijven we lekker bij het hotel, we drinken cocktails bij de hippe hotelbar, dineren op het terras aan de rivier en genieten van nog meer cocktails en het mooie uitzicht op de stad vanaf de bar op de bovenste verdieping.
Koh Phi Phi
Vanuit Bangkok vliegen we de volgende dag naar Krabi waar we afgesproken hebben met onze fietsvriendinnen. We ontmoeten ze in een groot restaurant aan de rand van het stadje en het is supergaaf elkaar weer te zien en hun verhalen te horen over het fietsen door Azië. Het lukt ons om voor die dag vertrek nog een boot naar Phi Phi te vinden die ook de fietsen meeneemt.
Als we aankomen is het al donker aan het worden, we installeren ons op een terras met onze bagage en twee van ons gaan op zoek naar een accommodatie voor de komende nachten. Dat lijkt lastiger dan we dachten; na zeker een uur zoeken hebben we nog niets gevonden waar we alle vier terecht kunnen. We wisselen af en de andere twee gaan op zoek in een ander deel van Tong Sai. Maar het resultaat is nagenoeg hetzelfde, na weer een uur keren we terug bij onze reisgenoten met slechts twee schamele aanbiedingen; we kunnen een 3 persoonsbungalow huren met een 1- en een 2-persoonsbed of zijn welkom in een massagesalon waar we op de massagematrassen mogen slapen. We kunnen dan pas om tien uur terecht als ze gesloten zijn en moeten voor 9 uur de volgende ochtend weer weg zijn. Het zou best een goed verhaal opleveren denken we, maar we gaan toch maar voor de 3 persoonskamer, dan hebben we tenminste de tijd aan onszelf en een douche.
De volgende ochtend maken we nog een rondje en nu hebben we veel meer geluk, we vinden twee bungalows. Het guesthouse ligt vlakbij het strand, heeft een klein zwembadje en ligt naast een roti stand dat tot diep in de nacht open is. Beter kan het niet.
Onze dagen brengen we door op de schitterende stranden van Koh Phi Phi, de zee is superhelder en op het strand vinden we overal strandstoelen en hangmatten om in te relaxen. Voor het mooie Long Beach moeten we wat moeite doen, het is een hele klim over rotsen en smalle paden langs de afgrond naar zee, maar het uitzicht onderweg is geweldig en Long Beach is mooi. Rustig en mooi. Terug nemen we een longtail boot.
Phi Phi by night
Phi Phi heeft de reputatie een party island te zijn en daar is niets aan gelogen, Tong Sai village barst uit zijn voegen van restaurants en bars. We genieten er iedere avond goed van, we maken ontzettend veel nieuwe vrienden, waaronder een heuse George Michael look-alike, bezoeken een thai boxing wedstrijd en drinken meer dan genoeg buckets.
Boottochtje
Het Koh Phi Phi Nationaal Park bestaat in totaal uit zes eilanden, wij logeren op het grootste eiland Phi Phi Don. We zijn benieuwd hoe de andere, veelal onbewoonde, eilanden eruit zien. Zodoende gaan we aan boord van een schip dat ons voor een spotprijsje een hele dag varen beloofd. En die belofte komen ze ruimschoots na, we varen naar het bijzonder mooie Maia Beach, het strand waar de film the Beach zich afspeelt. Niet alleen wij willen dit strand graag zien, als we aankomen ligt de baai al vol met speedboten. Maar goed, als we daar een beetje doorheen kijken zien we wel waarom deze lokatie gekozen is voor de film. Ook de Phi-Leh Lagoon hier op Phi Phi Leh is prachtig; kristalhelder water dat omringd wordt door steile groene kliffen. Het is misschien niet de meest romantische en individuele boottocht, maar we vermaken ons goed de hele dag; het is geweldig om de hele dag te mogen zwemmen, snorkelen en kanoën in de prachtige wateren rond Koh Phi Phi. De trip eindigt met een prachtige zonsondergang die de lucht rood kleurt waarna we weer terugvaren naar Tong Sai Village.
Na onze heerlijke dagen op Phi Phi nemen we weer afscheid van onze vriendinnen die weer op de fiets stappen. Wij varen terug naar Krabi en vliegen naar Bangkok voor onze terugreis naar Nederland.
Onze reis
We vliegen met China Airlines rechtstreeks van Amsterdam naar Bangkok. Vanaf daar vliegen we met Thai Airways direct door naar Chiang Mai. Hier logeren we in the Chedi. Met de nachttrein reizen we naar Ayuttha waar we in een eenvoudig guesthouse logeren. In Bangkok slapen we een nacht in het Millenium Hilton. Naar Krabi vliegen we weer met Thai Airways. Het was even zoeken, maar uiteindelijk hebben we een bungalow kunnen huren bij PP Andaman Legacy
Colowicz 