Thailand 2001

In 2001 beginnen we aan een reis van ruim 6 maanden door Rusland, Mongolië, China, Australië, Indonesië, Maleisië, Singapore, Thailand en Laos.

Hieronder het verslag van de trip door Thailand.

Krabi 15 december – 18 december

Als we uit Penang/Maleisie vertrekken is de zon nog maar net een uurtje op, maar als we eindelijk in Krabi aankomen gaat hij al weer langzaam onder : we zitten de hele dag in een minibusje. Uiteraard stoppen we naar goed Thais gebruik onderweg ergens bij een vaag kantoortje waar we een tijdje moeten wachten voor we overstappen op een andere busje.

Eenmaal aangekomen in Krabi rijden we achterin een pick up naar een hostel in het stadje zelf, de bedoeling was om naar een accommodatie aan het strand te gaan maar daar is het inmiddels te laat en te donker voor.

De volgende ochtend gaan we alsnog richting het strand. Op een half uurtje rijden van Krabi town strijken we neer in een eenvoudige bungalow aan een mooi strand. Het had allemaal zo mooi kunnen zijn : romantische beach bungalow, hangmat, heerlijk strand en een prachtige omgeving…… niet dus want de tweede dag begint het te regenen en het houdt niet meer op. Echt ongelofelijk jammer, want de omgeving is overweldigend mooi; van die knarst stenen bergen die tot pal aan de kust lopen en met schitterende witte standen.

Gelukkig heeft men in het restaurant van onze akkomdatie heerlijk eten, fantastische banana shakes en een scrabblespel dus vermaken ons prima in afwachting van het goed weer. Ook een uitstapje naar Krabi stad is best leuk als het regent. Zeker als Maik besluit naar de kapper te gaan. Ik zit te internetten terwijl hij dit doet . Na een half uurtje hoor ik hem lachend de straat inlopen en hard lachend het internet café inwandelen. Ik kijk op om te zien wat er zo grappig is, ik kijk tegen de zon in als hij binnenkomt en zie alleen zijn silhouet, maar de weerhoud me er niet van om te zien dat er iets wezenlijks aan hem ontbreekt. Hij heeft geen haar meer, hij is zo kaal als een biljartbal en hij vind het reuze grappig.

Na dik drie dagen regen besluiten we dat we niet langer wachten op mooi weer en vervolgen we onze reis naar de andere kust. Op weg naar de zon en onze vrienden.

Ko Pha Ngan 19 december – 04 januari

Als je op de kaart van Thailand kijkt zou je denken dat je in een halve dag toch wel van Krabi naar Ko Pha Ngan zou moeten kunnen komen, maar het blijft natuurlijk Thailand en reizen bestaat hier vooral uit heel veel wachten. Dus als we na een rit in een pick up, het wachten bij een kantoortje, een rit met de grote bus, het wachten bij een ander kantoortje, rijden met de andere bus, varen op de boot, en weer een andere pick up eindelijk de plaats van bestemming bereiken zijn we wel toe aan een biertje. Met behulp van de routebeschrijving die Hans en Natasja ons gemaild hebben vinden we bijna het huttenkamp waar zij al bijna een maand logeren. Het laatste stuk vragen we de weg aan twee dopeheads die ons giechelend en tergend langzaam naar Leela Beach  weten te gidsen. Als we het strand oplopen richting hun hut zien we in de verte Dennis zijn kale kop al in de hangmat hangen en het biertje is nu binnen handbereik. Het is geweldig om iedereen daar weer te treffen en lekker bij te praten.

Vanwege de enorme drukte rond de feestdagen blijkt er de eerst twee nachten geen hutje voor ons beschikbaar te zijn en slapen Maik en ik in een piepklein blauw tentje op het strand voor de hut van Hans en Natasja. Dennis heeft een nog fraaiere plek, hij slaapt in de hangmat op het kleine terras van de “bungalow” Het tentje is echt enorm klein, we kunnen er niet eens rechtop in zitten. Toch heeft het wel wat om ’s morgens wakker te worden van het ruizen van die zee die, als we de rits opentrekken, op nog geen meter van de tent verwijderd blijkt te zijn.

Maar de hut die we na de eerste nachten in de tent alsnog kunnen huren voor ons drieën is toch wel wat fijner. Het is een simpele houten hut, met niet meer dan een groot bed met een matras en een klamboe. Een veranda een prullenbak, een bezem en wat haken om je spullen op te hangen. Maar het volstaat, we slapen er alleen maar. Met z’n drieën in een bed, dat wel.

Onze vrienden hebben inmiddels al wat vrienden gemaakt op het eiland en voor we het weten zitten we met een hele club mensen op Leela Beach.

We bouwen als snel een routine op voor ons verblijf op dit relaxte tropische eiland; om een uur of elf staan we op en drinken we koffie op het terras van de hut, uitzicht op zee en rustig wakker worden. Het belangrijkste onderwerp van gesprek is meestal wie er ontbijt gaat halen of, of heeft Hans weer met zijn dronken kop in bed geplast heeft.

Na het ontbijt begint het grote niks; voor de hut op het strand een boekje lezen, krantje lezen, beetje ouwehoeren, spelen met de Thaise strandhonden. Af en toe een bescheiden duik in de zee als we het echt te warm krijgen. En hoe minder we minder doen, hoe luier we worden. Het is verbazingwekkend hoe een mens een hele dag op kan zien tegen een simpele handeling als een douche nemen.

En het strand, waar we bijna de hele dag doorbrengen, dat is echt machtig mooi. Een zacht wit strand met schitterend uitzicht op Koh Samui. Pas tegen de avond komen we met onze luie kont van het strand om Had Rin in te gaan op zoek een hapje en een drankje. Het eten is er spotgoedkoop en ook het bier kost niet veel. De bars op het strand zijn enorm gaaf, met kleden en tafels op het strand. Verlicht door olielampjes en wat goedkope neon verlichting hier en daar.

Kerst

Op de ochtend van de eerste kerstdag gaat de rugzak van Dennis eindelijk helemaal open en komt er een grote stapel kleine pakjes uit voor onder de palmboom. Ook voor ons had Moeder van Hoogstraten een paar hele leuke cadeautjes meegegeven. Met name de kerstmutsen doen het goed, directe aanleiding voor een kerst foto reportage in bikini.

Omdat de apparatuur voor een traditioneel kerstdiner ontbreekt ( gourmetstel, fonduepan, steengrill of oven) plannen we een BBQ. Met wat stenen en een metalen rooster bouwen we een simpele maar o zo goed werkende barbecue op het strand.  Voor de boodschappen gaan de mannen met de pick up naar Thong Sala, de hoofdplaats van het eiland.

Hier op de markt kopen ze de heerlijkste verse produkten: gamba’s, langoustines, kip en rundvlees en smakelijke kruiden voor de marinade. Het is leuk onderhandelen om tot een prijs te komen en er is verrassend veel te krijgen. Ook een koelbox voor de vlees en vis en een rooster voor de barbecue zijn er te koop. Het is een flink gesjouw om het terug te krijgen naar Leela Beach. Om hier te komen moet je vanaf de dichtstbijzijnde plaats, Had Rin, namelijk ruim een kwartier lopen waarvan de enorme steile heuvel net voor grootste obstakel vormt. En na deze heuvel moet je het laatste stuk over het strand klunen. Dus slepen is het zeker om al die zakken vlees, vis, houtskool en ijs te vervoeren.

Tijdens de afwezigheid van de boodschappers brengen de dames de hut in kerstsfeer. We hebben er weinig voor nodig. Van het inpakpapier dat van de cadeaus komt en wat plakband maken we een kerstkleed en versieren we de veranda van de hut. De kerstkaarten hangen we op de buiten muur. Met de cadeau linten maken we het af.

De voorbereidingen van de maaltijd blijkt al grote pret, met zijn allen rijgen we van alles en nog wat aan een stokje. De aardappelen wassen we in zee. De saus maken we in afgesneden plastic waterflessen. Het wordt een heel bijzonder kerstdiner, zittend op het strand van Thailand met in de ene hand een overheerlijk kipsateetje en in de andere hand een Big Chang beer. We zitten tot laat bij het vuur te ouwehoeren en besluiten dat we eigenlijk elk jaar zou zouden moeten vieren.

Het is niet overal rozengeur en maneschijn, diezelfde dag blijkt dat Ruby, een Amerikaanse bekende die ook op Leela Beach logeert, enorme rugpijn te hebben. Ze is uit haar hangmat gevallen (ja de gevaren van het leven op een tropisch eiland) en ze kan zich nog maar nauwelijks bewegen. Als wij die avond heerlijk aan de gambaspiesjes zitten, word zij gekluisterd aan haar luchtbed op het strand met de hand gevoerd. Omdat het de volgende dag geen steek beter met haar gaat, neemt Hans haar mee naar het “ziekenhuis” in Thongsala. Dit tripje duurt uiteindelijk 3 dagen en voert per speedboot naar Koh Samui voor dat ze beiden weer terugkeren. Hij moe, zij zwaar aan de pijnstillers.

Full Moon

Ko Pha Ngan staat vooral bekend als party eiland dat rond het einde van iedere maand zijn hoogtepunt beleeft tijdens de beruchte Full Moon party’s. Op de 29e van de maand is onze vuurdoop. Het uitgaansleven van Hadrin concentreert zich voornamelijk op het strand aan de, voor ons, andere kant van de heuvel. Hier is het alle avonden al feest met bars aan het strand, keiharde muziek, bier en de zgn. “buckets”. Deze emmertjes zijn gevuld met Red Bull, cola en Thaise Whisky : een goede hulp bij het snel dronken worden. Op Full Moon avonden word het strand nog wat verder opgeleukt met speciale lichteffecten en vertigvoudigd het bezoekersaantal zich. Mensen komen van alle windrichtingen toegestroomd en alle accommodatie op het eiland is volgeboekt. Op de dag zelf, komen vakantiegangers per speedboot van het nabij gelegen eiland Koh Samui, just to party. Zo komt het dat wij met iets van 10.000 hele gezellige mensen op het strand staan te feesten tot in de kleine uurtjes. Dat wij dit als een van de weinige zonder behulp van pillen, poeders of paddo’s doen is iets wat best opmerkelijk is, de rest van het eiland is namelijk zo stoned als een kanarie. Na een flink aantal buckets zijn wij overigens ook niet erg nuchter meer als we bij zonsopkomst op plastic stoelen in de steeds verder oprukkende zee staan te dansen. Diezelfde zee eist bijna iedere Full Moon party wel een slachtoffer, mensen die high van van alles en nog wat de zee inlopen om te plassen of sex te hebben en nooit meer levend terugkeren. Het klinkt bizar, maar het gebeurt meerdere keren per jaar.

Oud en Nieuw

Omdat het met kerst zo goed bevallen is organiseren we voor het afscheid van het oude jaar maar weer een BBQ. Het is een geslaagde herhaling van de eerste keer. Zeker als kort de stroom op het eiland uitvalt, we zijn nog een van de weinige lichtbronnen op het strand met onze kleine geïmproviseerde barbecue.

Om even voor twaalf spreken we af bij de chicken corner, het kloppend hart van Hadrin, om op het strand de laatste seconden van het oude jaar af te tellen. Maar Thailand zou Thailand niet zijn als dat helemaal vlekkeloos zou verlopen. Bij iedere bar loopt men een paar seconden voor of achter op de andere bar en staan we allemaal als in aparte tijdzones verschillend af te tellen tot het nieuwe jaar.

Het nieuwe jaar word ingeluid met prachtig vuurwerk en alweer een groot feest, iets minder mensen dan op de Full Moon maar evengoed erg leuk. Bij de Paradise bar heeft men een cameraman tussen de feestgangers geworpen en zijn beelden zijn direct op de grote schermen op het strand te zien, altijd leuk om te zien hoe mensen zich gaan misdragen als er een camera in de buurt is. Een nauwgezet verslag geven van de rest van de avond wordt door het overdadig gebruik van alcohol wat moeilijk helaas, het is in ieder weer een goed feest!

Het nieuwe jaar is voor ons ook de tijd om afscheid te nemen van de gezellige groep mensen waar we de feestdagen mee doorgebracht hebben. Dennis vertrekt als eerste naar Bangkok om zijn vlucht terug naar het koude Nederland te halen. Hans en Natasja vertrekken kort na hem voor een lange bustocht naar Kuala Lumpur. Ruby laten we op Leela Beach achter met haar eigen reisplannen als wij uiteindelijk ook het eiland verlaten om door te reizen naar Bangkok.

Bangkok 05 januari 2002 – 09 januari

Om 5 uur ’s morgens worden we in het pikkedonker ergens op een straat in Bangkok gedumpt, we hebben geen idee waar. We lopen maar achter de andere backpacks aan, en ja hoor we eindigen vanzelf op Kao San road, het Backpack walhalla van Bangkok. Kao San Road is een kleine straat, helemaal afgeladen met goedkope guesthouses, reisbureaus, wisselkantoortjes, bars en restaurants. Het is op dit onzalig vroege tijdstip nog erg rustig, maar we worden al snel gespot door een jongen die ons via een smalle steeg naar een hostel loodst. We huren hier een goedkope kamer met bed en een raam met uitzicht op muur van het gebouw ernaast. We vinden het prima en duiken gelijk ons bed om wat slaap in te halen. Want ondanks dat de stoelen erg ver naar achter konden in de bus blijft het toch behelpen dat slapen in een bus.

Later blijkt trouwens wel waarom de kamer zo goedkoop is, het gebouw waar wij vanuit ons raam op uit kijken blijkt een slecht geïsoleerde discotheek te zijn. Maar wij liggen in de regel toch niet zo vroeg in bed, zetten de wekker ook niet vroeg, dus met oorddopjes en een sluitingstijd van 2 uur valt te leven.

Het is niet de eerste keer en waarschijnlijk ook niet de laatste keer dat we in Bangkok zijn. We laten een deel van de beroemde bezienswaardigheden voor wat ze zijn. We slenteren liever op ons gemak door de vele straten van de oude stad. In Bangkok leeft alles en iedereen op straat en kun je de meest uiteenlopende dingen bij kraampjes op de stoeprand kopen: van ananas op een stokje tot gefrituurde sprinkhanen. Vooral ’s avonds is het lekker om langs al die kraampjes te slenteren en daar de meest smakelijke hapjes vandaan te halen, zo gaat er geen avond voorbij zonder roti met banaan en gecondenseerde melk.

Ook beginnen we aan een nieuwe hobby: Wat-lopen. Bangkok telt zo’n 400 ‘wats” en deze tempels zijn vaak een oase van rust midden in een van de drukste steden van de wereld. Ze zijn vaak ook nog eens prachtig versiert met gouden panelen en Buddha beelden of keramiek zo ver het oog reikt. De monniken die er wonen zijn regelmatig op zoek naar een praatje met een van de bezoekers. Ze stellen nieuwsgierige vragen over waar we vandaan komen, of we getrouwd zijn en kinderen hebben en wat we van Thailand vinden. We hoeven niet veel moeite voor te doen om de wats te vinden, als we gewoon zonder plan in een willekeurige richting gaan wandelen komen we de ene na de ander Wat tegen. Nergens kijkt iemand op van de buitenlandse bezoekers, we zijn overal welkom om rond te kijken en foto’s te nemen.

Naast de benenwagen laten we ons ook met de wereldberoemde tuk-tuk vervoeren, het is meer voor de lol dan voor het gemak of de prijs. Een ritje met een stinkende vervuilende tuk tuk is vaak duurder dan een rit in een afgesloten taxi met airco. We stappen uiteraard ook in het openbaar vervoer; het leukste is toch wel de Chao Praya River Express : een boot die met flinke snelheid over de rivier scheurt en op vele plaatsen stopt. Er reizen altijd veel monniken mee, zij reizen gratis.

Ons verblijf in Bangkok loopt gelijk met de duur van de aanvraag van een visum voor Laos. We hebben een reisbureau met een Koreaanse eigenaar dit voor ons laten verzorgen. Als we op onze laatste dag de paspoorten bij hem afhalen is alles in orde, we beschikken over de stempels om het buurland van Thailand in te reizen.

Na 5 dagen Bangkok stappen we op het grote Hualampong station op de nachttrein naar Ubon Ratchatani in het ZuidOosten van Thailand. Vanaf hier willen we naar de meest zuidelijk grensovergang met Laos reizen. Afscheid van Thailand, maar niet voor lang, we komen vast snel weer terug in Big City Bangkok.

Lees hier verder het verslag van onze reis door Laos

Plaats een reactie