Cuba 2006

In het voorjaar van 2006 maken we voor het eerst een mooie reis naar Cuba. We starten in Havana vanwaar we met de huurauto vertrekken naar de Pinar del Rio provincie om vanuit het heerlijke relaxte Vinales de omgeving verkennen. In Playa Larga verblijven we een nacht aan een kust met veel historie, met hulp van lifters komen we vervolgens in het bijzondere Cienfuegos. In Trinidad begeven we ons weer onder de drommen toeristen, dat is wel even anders in het rustige Sancti Spiritus. Het schattige Remedios is zo mogelijk nog rustiger. Via het mausoleum van Che Guevara in Santa Clara rijden we tot slot naar Varadero voor wat relaxte dagen aan het prachtige strand. Een schitterende reis met de huurauto, hulp van lifters, logies in communistische jaren 70 kamers en huiselijke casa particulares. Lees mee met ons verslag:

 

Aankomst in Cuba, worden we toegelaten? 

We hebben 4 uur vertraging gehad als we even voor acht uur ´s avonds aansluiten in de rij voor de douane op Havana airport. De douaniers bevinden zich in kleine afgesloten hokjes met een raam. De passagiers nemen voor het raam plaats naast de hermetisch afgesloten deur die toegang biedt tot de rest van het land. Als ik mijn paspoort onder het raam door schuif haalt een streng uitziende dame alle oude boardingpasses en andere onzin met een verveelde zucht uit mijn paspoort. Het toeristenvisum wordt gelezen alsof ze er op af moet studeren. Als ze vervolgens drie keer mijn vermoeide gezicht met de foto in mijn paspoort vergeleken heeft blijk ik de test doorstaan te hebben, met een druk op de knop gaat de zoemer en opent automatisch de deur naar Cuba.

De taxi die ons naar de stad brengt is een oude Russische jeep. Met veel horten en stoten komt ´ie tot leven en met een dot gas verlaten we de luchthaven. Het is een korte rit naar de stad door de donkere straten van de buitenwijken van Havana. We herkennen onderweg het monument van Jose Marti op het Placa de la Revolucion. Dit zal niet het laatste monument van de grote bevrijder zijn zullen we later merken.

Havana

Hotel Inglaterra ligt hartje centrum en dat is ook de enige reden die ik kan bedenken waarom we ook alweer voor dit hotel gekozen hebben. De kleine kamer die men ons toewijst is aan het evenzo kleine bed te beoordelen een 1 persoonskamer. Het raam zou waarschijnlijk uitzicht hebben op de binnenplaats, we zullen het echter nooit weten want het is geblindeerd en kan ook niet geopend worden. De besnorde matrone achter de receptie weet ons direct te vertellen dat zeuren geen zin heeft, het hotel zit vol. Ze biedt wel gelijk aan dat we de volgende dag naar een andere kamer kunnen verhuizen. Zou dat er dan een aan de voorkant kunnen zijn? Dat weet ik niet mevrouw, dat ligt eraan wie er morgen weggaat.. We besluiten niet in discussie te gaan en ons lot voor die nacht te accepteren. Buiten op het terras van het hotel bestellen we een biertje en bekijken we Havana voor het eerst op ons gemak. Cubanen en toeristen schuifelen voorbij, de stad oogt levendig. Wij hebben echter een lange vlucht achter de rug en vanwege het veel frissere weer dan verwacht houden we het niet lang uit op het terras. We keren terug naar onze bezemkast.

Na een karig Russisch aandoend ontbijt gaan we de straat op om Havana eens goed te bekijken. Het valt een beetje tegen dat het nog steeds fris is, de lange broeken hadden we toch echt alleen voor de avonden ingepakt. We maken eerst een kleine wandeling in de buurt van het hotel. Wat direct opvalt zijn de soorten van vervoer die door de straten rijden. Uiteraard de grote Amerikaanse oldtimers waar Cuba zo bekend om staat. Dat het er echt zoveel zouden zijn had ik niet gedacht. Maar ook het aantal Lada´s is opvallend. Wie geen auto heeft rijdt op Cuba 012_2een fiets of neemt plaats in een fietstaxi. Speciaal voor de toeristen is er de Coco taxi, een brommer in de vorm van een geel eitje waar je op een achter de bestuurder op een klein bankje plaats mag nemen. Het meest opvallend zijn echter de kamelen bussen. Een grote oplegger trekt een gedrocht voor dat uit twee hoge gedeeltes bestaat met een lage verbinding ertussen. De gelijkenis met bulten van een kameel verklaart de naam.

Door de Calle Obispo lopen we richting Havana Vieja, het oudste gedeelte van de stad. Obispo is een bekende winkelstraat. De winkels zien er triest uit, weinig keus en weinig variatie. Vanaf de straat kijken we de zijstraten in, waar oude panden verveloos scheef hangen en oude Amerikaanse auto’s fotogeniek geparkeerd staan. Havana Vieja blijkt een aaneenschakeling te zijn van die smalle straatjes, met balkonnetjes en ramen met houten luiken en smeedijzeren hekken. Af en toe afgewisseld met kleine en grote pleinen. Op vele plekken klinkt muziek uit open ramen en deuren.

Het Plaza Vieja heeft een heftige renovatie ondergaan, de meeste monumentale panden zijn weer in de oorspronkelijk pasteltinten teruggeverfd. Voor een van de oudste panden filmt een cameraploeg een dikke Cubaan die voor een grote stapel bakstenen staat en enthousiast te de menigte toespreekt. Na afloop van zijn betoog pakken de omstanders een baksteen en laten deze signeren door de spreker van zojuist. We lopen met de mensen mee het pand in, over de patio de trap op naar de 1e etage. Het lijkt een soort van kunstgalerie te zijn met hele uiteenlopende tentoonstellingen. De kinderbroekjes op wielen op de gang zien er leuk uit. Vanaf het balkon aan de voorzijde hebben we een mooi uitzicht over het plein.

Het Plaza de Armas is een stuk kleiner en groener vanwege het kleine plantsoentje midden op het plein. Het toeristisch hart van Havana Vieja is het Plaza de la Cathedral. Vanaf het terras van le Patio bekijken we de drukte. Er lopen Cubaanse dames in feestelijk jurken met een kitscherig mandje aan de arm, tegen een kleine vergoeding gaan toeristen met ze op de foto. Ook de Cubaan met de gigantische snor en nog grotere sigaar die in veel reisgidsen en op ansichtkaarten terug te vinden is verdient op het plein voor de kathedraal op die manier zijn geld. We lunchen bij het wereldberoemde (en daarom erg toeristische) La Bodeguita de la Medio. Deze bar is wereldberoemd geworden door de beroemdheden die hier in de hoogtijdagen van Batista een drankje kwamen drinken. Hemingway heeft er een permanente vermelding op de placemats mee verdient, Nat King Cole moet het doen met een houten bordje naast zijn favoriete tafel.

Als we aan het eind van de middag weer in het hotel terugkeren zijn we verhuisd naar een kamer aan de voorzijde, we hebben nu niet alleen uitzicht op het leuke Parque Central vanaf ons kleine balkonnetje, maar ook 2 bedden. Hotel Inglaterra is ineens weer helemaal goed.

De volgende dag gaan we richting het Captiolo dat nagenoeg vlak naast ons hotel ligt. Dit gigantische gebouw is bijna een exacte kopie van het Capitool in Washington DC er is echter Cuba 171_2geen reisgids die daarbij niet verteld dat de Cubaanse versie enige meters hoger is. Het gebouw is geopend voor bezoekers. We wandelen door de grote hal en bewonderen het op twee na hoogste beeld ter wereld dat binnen staat. Altijd weer verwonderlijk dat deze ranglijsten bestaan. Er is dan dus ook een top 3 van grote beelden die buiten staan. Maar ook een top 3 van zittende beelden buiten alsook een top 3 van zittende beelden binnen. En als je de materiaal keuze van de beelden op los laat kom je op een oneindig aantal rijtjes. Hierdoor klinkt ieder beeld natuurlijk wel heel bijzonder. Aan de grote galerij aan de voorzijde van het gebouw is een café met terras te vinden, hier drinken we een alleraardigst bakje koffie. Het uitzicht op de stad is geweldig, vanaf hier  kijken we op het plein voor het Capitolio waar de oldtimers voor een ouderwetse bioscoop rijden. Onderaan de trappen maakt een fotograaf met een zeer ouderwetse camera op verzoek foto’s van bezoekers.

Het voormalig presidentieel paleis is sinds de revolutie een museum gewijd aan diezelfde revolutie. Op de imposante marmeren trap zijn nog de kogelgaten te zien die achtergebleven zijn na de mislukte aanslag op het leven Batista in 1957. In het museum lopen we langs glazen kasten vol foto´s en parafernalia die iets te maken hebben met de revolutie. Sommige voorwerpen en foto´s zijn zeer boeiend, maar soms is het ook te knullig voor woorden. Zo vinden we in een van de zalen de Singer naaimachine van de oma van Fidel Castro, hierop naaide zij de uniformen van de Helden van de Revolutie. Naast het gebouw van het Museo de la Revolucion is een haast heilig object uit de recente Cubaanse geschiedenig te bezichtigen. In een glazen paviljoen, omringd door gewapende soldaten, is de Granma te bewonderen. Dit schip, naar verluidt vernoemd naar eerder genoemde grootmoeder, bracht in 1956 de Helden van de Revolutie van Mexico naar Cuba om de revolutie te starten. Het schip was ontworpen voor 25 passagiers, maar heeft er destijds 82 vervoerd, waaronder Fidel Castro, Camilio Cienfuegos en Che Guevara.

We lunchen op het terras van het schattige Torre de la Vega in het oude Havana. Een rastafari zit op een bankje rustig op zijn gitaar te tokkelen terwijl wij gehakt in rode saus eten, een typisch gerecht uit Havana. We hebben zo een bodem gelegd voor het Museo de la Ron, waar we van alles over de produktie van rum gaan leren. Eenmaal binnen valt het een beetje tegen, het is net zo commercieel als de Heineken brouwerij in Amsterdam of de Guiness brouwerij in Dublin. De gladde Cubaan die ons rondleid en verteld over de weg van suikerriet naar heerlijke rum, maakt voorspelbare flauwe grapjes maar aan het eind van de rondleiding zijn we toch iets wijzer geworden. Uiteraard mogen we als bonus een glaasje rum proeven. We verlaten het museum zoals te verwachten via de souvenir winkel.

We wandelen nog een hele tijd door het de straten van de oude stad en over het Plaza de San Francisco de Asis waar de koetsjes klaar staan om toeristen op ouderwetse manier door de stad te rijden. We krijgen er maar geen genoeg van om foto´s te nemen van oldtimers en de oude straatjes. De Habanero´s zitten op de stoep of hangen uit het raam om een praatje met elkaar te maken.

Aan het begin van de avond lopen we over de Prado richting het water. Het Prado is een armoedige versie van de Ramblas in Barcelona. De bomen worden naarmate we de kust naderen steeds kaler. We wandelen langs de zee over de beroemde Malecon en zien verliefde stelletjes helemaal in elkaar opgaan. Clubjes vrienden praten, maken muziek en delen een fles rum. We nemen zelf ook plaats om de muur aan het water en zien in de verte het water erover heen spatten. Het is lekker warm in de avondzon, gelukkig warmer dan onze eerste dag in Cuba.

`s Avonds nemen we met een drankje afscheid van het bruisende Havana op het dakterras van het NH hotel Parque Central. Vanaf de bovenste verdieping hebben we uitzicht op ons eigen nietige hotel en het indrukwekkende Capitolio.

Cuba 083_2 Cuba 225 Cuba 159_2

Pinar del Rio provincie 

We halen de huurauto bij een ander hotel op en rijden via de Malecon Havana uit, langs het luxe hotel Nacional en door de rijke buitenwijk Miramar. Het plan is om via de kustweg naar Vinales te rijden waar we willen overnachten. Cuba staat echter bekend om de sensationeel slechte bewegwijzering. En de twee landkaarten die we hebben aangeschaft behoeden ons er niet van om tot 3 keer toe verkeerd te rijden. We besluiten het ons zelf de eerste dag op de weg niet te moeilijk te maken en nemen de autopista richting Pinar del Rio. Althans we denken dat het de autopista richting Pinar del Rio is, er staat geen enkel bord bij de afslag en ook op de weg zelf is geen enkel bord te vinden. Aan de stand van de zon zien we dat we in westelijke richting rijden, maar we halen toch opgelucht adem als we na een kilometer of 30 een bord zien dat bevestigd dat we in de goede richting rijden. Het is wellicht niet de meest bijzondere route, maar het rijdt wel lekker door. Onderweg komen we bijna niemand tegen, af en toe halen we een oldtimer in die dikke wolken zwarte rook uit zijn uitlaat perst, het lijkt wel of ze op zonnebloemolie rijden. Ook fietsers, paard en wagen en zelfs ossenkarren maken gebruik van de snelweg. Bij de viaducten staan bosjes mensen te wachten op een lift. De vervoerscrisis in Cuba is legendarisch, bijna niemand kan een auto betalen of heeft toegang tot de aanschaf van een auto. Maar ook de hoge benzine prijzen helpen niet mee. Het openbaar vervoer is op zijn zachts gezegd slecht, er rijden weinig bussen buiten de grote steden en ze zijn veelal overvol. Dan rest de meeste mensen niets anders dan te gaan liften en de weinige auto´s die we tegenkomen zijn afgeladen vol.

Cuba 257_2Het is een aangename verrassing dat de afslag naar Vinales wel aangegeven staat. Het dorpje is er eentje voor op een ansichtkaart, te schattig voor woorden. De hoofdstraat loopt glooiend door het hart van het dorp. Grote bomen staan langs de kant waarachter klein huisjes met rijen zuilen, geschilderd in blauw, groen, geel en roze. Veel van de kleine huisjes hebben een vrolijk bordje met namen als Villa Lili, Casa Margeruita en Villa Nancy. In de laatste komen wij terecht, we logeren in een kamer die vroeger de kamer van Nancy haar dochters geweest moet zijn, de barbie poppen staan nog op een klein dressoir. Op het kleine pleintje voor de kerk bekijken we het dorp op ons gemak. De laatste Duitse bus-toeristen delen hun pennen en snoepjes uit aan de groepen kinderen die net uit school komen. Aan de automatische manier waarop de cadeau´s ontvangen worden is duidelijk te zien dat ze dit bijna elke dag overkomt. Het kan de Duitsers blijkbaar niet boeien, ze legen hun buidels in moordend tempo, nemen een foto van de kerk en stappen weer in de grote touringcar. Dan is het rustig in het dorpje, ondanks het grote aantal kamers te huur lopen er nog weinig toeristen los.

Het enig café in Vinales trekt zowel die paar toeristen die er zijn alsook de Cubanen zelf. In de hoek van het terras zit een groepje mannen, ze drinken zelfgestookte rum uit bierflesjes en babbelen met elkaar. Een van de mannen, een kerel van in de 40 met een morsig baardje en zijn arm in het verband heeft ineens alle aandacht als hij zijn buidel opent. Hij haalt er met veel gevoel voor decor een zwart stukje stof uit. Als hij het in de lucht houdt zien we dat het een sexy dames string is, de voorkant bestaat uit doorzichtig gaas en de achterkant bestaat uit niet meer dan een koordje met een bling bling steentje. Alsof dit niet bizar genoeg is brengt de man de slip naar zijn gezicht en snuift er luidruchtig aan. Is dit zijn manier om te vertellen dat hij gescoord heeft ?

Cuba 251_2We eten die avond bij Nancy thuis, ze gaf ons de keus uit Pollo of Pescado, we hebben voor de eerste gekozen. Het ruikt heerlijk als we op de veranda voor het huisje in de schommelstoelen zitten. Als we aan tafel gaan zien we al dat het teveel is om met twee personen op te kunnen. Bijna een hele kip ligt gekookt in bouillon voor ons klaar, verder zoete aardappel gekookt en in schijfjes gefrituurd, frietjes, sperziebonen, salade van tomaat, rijst en een bord bonen in saus. Ondanks dat Nancy ons duidelijk maakt dat ze wel eens een beter kippetje voorgeschoteld heeft smaakt het heerlijk! Als dessert verschijnt er een schaal met ananas en papaya en ieder een halve pomelo die we gretig uitlepelen.

We gaan weer terug naar het café, er zou die avond live muziek te bewonderen zijn. Om stipt negen uur stopt een lokale bus direct voor het café. We grappen dat je daar de band zal hebben en inderdaad een voor een stappen de muzikanten uit en de bus rijdt met de resterende passagiers verder. Binnen 10 minuten is de band klaar en start de muziek, de onvervalste Cubaanse klassiekers klinken goed.

Mogoto’s en lifters

We ontbijten vroeg en goed voor we met de huurauto Vinales uit rijden richting de kust. De omgeving van het dorpje is schitterend. Het landschap staat vol met zgn. Mogote´s, grote begroeide karstenen heuvels, die als enorme harige puisten kaarsrecht in het landschap staan. Hotel los Jazmines staat bekend om het mooie uitzicht, we maken dan ook dankbaar gebruik van het uitkijkpunt hier om een paar mooie beelden van het landschap te schieten. We rijden vervolgens verder richting de kust, met onderweg steeds het ene mooie vergezicht na het andere. Gieren cirkelen boven de weg. Ook hier is de weg fenomenaal slecht aangegeven, bij een van de onduidelijke kruisingen besluiten we het erop te wagen en nemen twee lifters mee. Het zijn twee onschuldig uitziende vrouwtjes die rustig instappen en verder geen woord spreken. Later zien we nog iemand liften en die laten we ook instappen. De gehele weg tot aan Cayo Jutias laden we lifters in en uit en hebben we geen enkele moeite meer de weg te vinden. Het voelt een stuk beter om mensen mee te nemen dan om voorbij te rijden.

Cuba 321_2Cayo Jutias ligt aan de noordkust van de provincie, het is een klein eiland dat door een lange weg aan het vasteland is verbonden. We moeten maar liefst 5 CUC betalen om toe te mogen treden tot dit paradijs, iets wat de gemiddelde Cubaan met een salaris van ca 15 CUC per maand never nooit kan betalen. De alleraardigste man die de entree aanneemt en de hefboom bedient verteld ons trots dat we voor dat bedrag recht hebben op een drankje en wenst ons een plezierige dag. Het strand is oogverblindend wit en het azuurblauwe water doet ook bijna pijn aan de ogen. We installeren ons op het zand om te genieten van het gratis drankje en het uitzicht op het prachtige heldere water. Het is er heerlijk rustig.

Op de terugweg naar Vinales nemen we weer een aantal lifters mee, opvallend is hoe ze allemaal geruisloos achterin plaatsnemen en haast verdwijnen op de achterbank. Pas als ze er uit moeten maken ze geluid.

In de middag cruisen we door de omgeving van Vinales, langs de bekende grotten. We zijn beide geen liefhebbers van ondergrondse toeristenattracties en laten deze voor wat ze zijn. We rijden over de kleine weggetjes door het bijzondere landschap met al die Mogotes. Bij hotel La Ermita genieten we op het terras van een drankje in de zon. Vanaf hier is er een mooi uitzicht op het dorp.

Het enige restaurant van Vinales bevind zich in een leuk oud pand met dichtbegroeide veranda aan de hoofdweg van het dorp. Het restaurant is zowel binnen als op het terras aan de achterzijde afgeladen en we moeten een kwartier wachten op een tafel. De bediening rent paniekerig in het rond en bijna niemand zit te eten. Als we na nog eens 20 minuten wachten eindelijk besteld hebben bereiden we ons dan ook voor op een lange wachttijd. Verbazend genoeg staat het eten binnen no time voor onze neus. Samen met een Cubaans Buccanero biertje smaakt het ons er goed.

Cuba 265_2 Cuba 325 Cuba 304_2

De rit naar Playa Larga

Het is bijna 400 kilometer van Vinales naar Playa Larga, dus we hebben half acht afgesproken voor het ontbijt. Als we willen douchen is er echter geen water. Nancy gaat hoofdschuddend naar buiten en ramt met een stuk gereedschap keihard op de leidingen en de tank op het dak. Het mag echter niet baten, na ruim tien minuten geeft Maik aan dat ze wel van het dak kan komen, dit gaat toch niet lukken. Gelukkig komt er wel water uit het kraantje bij de wasbak en hier wassen we ons.

Ook voor de terugweg nemen we de autopista, we kachelen lekker door en tot aan Havana is het eenvoudig weg rechtdoor. Voor Havana pakken we de kaart er weer bij, we hebben gelukkig een kaart van de rondweg rond Havana. Maar het blijkt niet voldoende, we vragen een aantal keren de weg. Uiteindelijk komen we bij een afslag naar een autopista, we gokken dat dit de weg richting Santa Clara is waar we moeten zijn, toch nog maar even een keer vragen. Een beer van een vent buigt zich naar ons raampje en denkt diep na hoe hij ons uit gaat liggen waar we heen moeten. Zijn vriend komt erbij en hé, die spreekt engels. Hij verontschuldigt zich voor het feit dat Cuba zo slecht bewegwijzerd is en vraagt om pen en papier, dan kan hij opschrijven hoe we moeten rijden. Halverwege zijn verhaal zegt hij, weet je wat ik laat het wel even zien. We protesteren nauwelijks als beide mannen achterin stappen en ons aanwijzingen geven. De man vertelt dat ze beide worstelaar zijn, hij is voor een kampioenschap in Europa geweest en in Brussel zo verkeerd gereden dat hij ons graag helpt. We rijden zeker 10 minuten door buitenwijken van Havana voor we allebei onraad ruiken. We zeggen niets tegen elkaar, maar die stilte is veelzeggend. We rijden langs de haven, dat is compleet niet de richting waar we heen moeten.  De mannen sturen ons over rotonde´s, door klein straatjes, grote hoofdwegen, wijzen op een bord dat zegt Autopista Nacional om ons te laten weten dat we goed gaan. En we zijn dan ook blij als hij eindelijk zegt dat we er zijn, hier gaan zij eruit en rechtdoor is de weg naar Santa Clara. En dan komt het, hij moet wel geld hebben voor een taxi. Ik wil die twee grote worstelaars graag uit de kleine Peugeot en geef hem 5 CUC om op te zouten. Nee, dat is net genoeg voor in Havana, maar vanuit de buitenwijken heeft hij toch zeker 45 CUC nodig. We doen nog even of we het niet begrijpen, maar hij blijft het bedrag herhalen. Ik wordt nu echt goed kwaad, het is inmiddels zo klaar als een klontje dat we behoorlijk belazerd worden, maar dat bedrag ga ik echt niet geven. Alleen de Engelssprekende man zit nog in de auto. Ik geef ´m nog een briefje van 5 CUC en zeg dat hij het hiermee kan doen, meer krijgt íe niet. Hij spartelt nog wat tegen, maar stapt gelukkig uit. Zodra het portier dicht valt geven we gas en spurten we in de richting die de oplichter aangegeven heeft. Met grote vaart rijden we een paar honderd meter voorbij het punt waar we beide mannen opgepikt hebben. We zaten dus toch goed. Jezus, wat zijn wij goed belazerd.

Al met al is de schade minimaal, 10 CUC en 20 minuten van ons leven, maar het gevoel belazerd te zijn is erger. En met ellende in het lijf vervolgen we onze route, borden geven aan dat we in de goede richting rijden.

De afslag naar Playa Larga zou je makkelijk kunnen missen, het bordje is klein en de letters vaag. De touringcar voor ons slaat echter ook af wat onze aandacht heeft. We rijden over een smalle weg door het moeras gebied van Zapata. Veel vogels cirkelen over de rietlanden aan beide zijden van de weg. Bij een krokodillenfarm nemen we afscheid van de grote bus.

Cuba 370Playa Larga is een klein plaatsje direct aan de kust. De weinige Casa Particulares die er zijn bevinden zich in een wijkje landinwaarts. Bij een van de adresjes laat een aardige dame laat ons een hele schone kamer zien, er is niet mis mee. Toch besluiten we om nog even verder te kijken. We zitten aan de kust en dan is het natuurlijk leuker om ook echt aan het strand te logeren. Bij het enige hotel van Playa Larga nemen we dan ook onze intrek in een gigantische bungalowkamer met een pijnlijk schone badkamer. Het zwembad wordt schoongemaakt dus we installeren ons op het strand. Ook hier is het zand weer witter dan wit en het zeewater erg helder en fel azuurblauw. Het is een hele relaxte plek. ´s Avonds drinken we een mojito en een cuba libre op het terras terwijl de zon langzaam in de zee zakt. We eten garnalen en inktvis en voeren de lokale honden van wat er over blijft.

Van Playa Larga naar Cienfuegos 

Een van de redenen voor een bezoek aan Playa Larga was de vogels daar, we dachten zelf het nationale park in te rijden, wat rond te kijken en onze weg weer te vervolgen. Ter plaatse blijkt het minder eenvoudig te zijn. Het nationale park kan alleen betreden worden onder begeleiding van een gids en een rondleiding duurt 3-4 uur. De receptionist van het hotel verteld ons dat het nog net niet het juiste seizoen is, er zijn nog maar weinig vogels. We besluiten dan ook dat we vandaag geen flamingo´s gaan zien, en rijden door in de richting van Playa Giron.

De Varkensbaai, waar we ons nu bevinden is beroemd vanwege de strijd die hier plaats heeft gevonden in 1961. Een groep naar Amerika vertrokken Cubanen is hier aan land gegaan om met steun van de Amerikaanse regering de Cubaanse regering omver te brengen. De tegenstand aan wal was echter velen malen groter dan verwacht en toen president Kennedy de luchtaanvallen terugriep waren ze verloren. Een klein museum in Playa Giron is gewijd aan deze periode en langs de kant van de weg staan vele kleine monumenten ter gedachtenis aan de gevallen strijders.

Cuba 412_2Vanaf Playa Giron gaan we landinwaarts naar Cienfuegos. We moeten vele malen de weg vragen alvorens we het stadje bereiken. Als we door het drukke centrum rijden besluiten we voor de overnachting naar de buitenwijk Punta Gorda te rijden. Op deze landtong in de baai van Cienfuegos hangt een hele rustige sfeer, alsof het een kleine badplaats betreft. We vinden een leuke kamer bij Casa Angel. In eerste instantie had Angel geen kamer beschikbaar, maar toen we ook bij de buren bot vingen riep hij ons terug en liet ons binnen. In zijn achtertuin heeft hij een gebouwtje met drie kamers bijgebouwd, wij betrekken de laatste kamer. Het huis grenst aan de voorzijde aan een kleine weg aan de baai, maar ook aan de achterkant direct aan de tuin grenst het huis aan het water. We besluiten zelf dat onze kamer met zeezicht de beste particuliere kamer van Cienfuegos betreft!

Het,centrale plein van Cienfuegos, Parque Jose Marti, valt een beetje tegen. Zoals te verwachten is er een beeld te vinden van Jose Marti. De eerste Cubaan die gestreden heeft voor de onafhankelijkheid van Cuba. De goede man wordt over het hele eiland geëerd in de vorm van beelden, maar ook de internationale luchthaven van Havana is naar hem vernoemd. We wandelen door een deprimerende winkelstraat en nemen een kijkje op de Paseo del Prado. Het is het allemaal net niet, veel te groot voor een dorp, veel te klein voor een bruisende stad. We keren terug naar Punta del Gorda waar we het Palacio de Valle bezoeken. Dit gebouw is een Moors sprookjeskasteel met galerijen, bogen bekleed met tegels en smeedijzeren hekwerken. We wandelen nog wat door deze wijk langs mooie maar vervallen huizen als we besluiten een stukje de stad uit te gaan. We rijden de stad uit in de richting van Playa Rancho. Onderweg komen we veel bussen tegen, hier lijkt het openbaar vervoer in orde er staan ook nauwelijks lifters. Bijna alle bussen op Cuba komen uit het buitenland en in de omgeving van Cienfuegos rijden veel Nederlandse bussen. Oude gele bussen van de NZH met het 0900 nummer nog op de achterkant. Men heeft de bestemmingen niet gewijzigd, dus we kunnen  nog steeds naar Zandvoort, Middelharnis of Laag Dalem.

Terug in Punta la Gorda bekijken we de zonsondergang vanaf een alleraardigst terrasje op het uiterste puntje van de landtong. De mojito´s en cuba libres smaken er extreem goed en we lopen uiterst goed gehumeurd het kleine stukje terug naar onze kamer.‘s Avonds dineren we in de Club. Een monumentaal gebouw aan een jachthaven waar op de 1e etage een restaurant gevestigd is.

Cuba 490_2 Cuba 474 Cuba 421_2

Van Cienfuegos naar Trinidad

Wij zijn inmiddels bekend met het fenomeen van het regelen van een babysit voor de nacht voor de auto. Tegen betaling van 1 CUC regelt de gastheer van de verschillende accommodaties waar we logeren een “hombre’ die ’s nachts een oogje houdt op de ‘coche”  Als je dit niet doet bestaat de kans dat de auto de volgende dag nog wel aanwezig is, maar enkele extra’s mist. In een land waar auto’s schaars zijn, is het ook niet makkelijk om aan onderdelen te komen. En welke auto’s bevinden zich altijd in tiptop staat: de huurauto’s van de toeristen.

Als we ons na een heerlijk ontbijt in de tuin van de Casa met onze bagage richting de auto begeven zien we aan de opgeheven ruitenwissers al dat een nijvere Cubaan het op zich genomen heeft onze auto te wassen. Helaas niet met een sopje en een frisse doek, maar met een smerige oliedoek die strepen trekt op de voorruit. Onze eerste reactie is ergernis, hier hebben we niet om gevraagd. De service van de hombre voor de nacht is duidelijk beëindigd: wij moeten weer zelf op de auto passen.

Als we de man wat beter bekijken is het moeilijk kwaad te blijven. Hij heeft amper tanden in zijn mond en loopt in gescheurde kleding: hij probeert ook maar te overleven. Maik haalt uit de achterbak een overhemd en geeft dit samen met wat kleingeld aan de man. We hadden kleding die we niet meer droegen meegenomen met pennen en zeep om uit te delen. Gene had ons tot nu toe ervan weerhouden om het weg te geven, straks zit men er helemaal niet op te wachten en brengen we mensen in verlegenheid. De autowasser uit Cienfuegos neemt het overhemd echter in ontvangst alsof het het mooiste cadeau is dat hij ooit gekregen heeft. Met tranen in zijn ogen en het shirt tegen zijn borst geklemd zwaait hij ons uit als we in onze semi-schone wagen de straat uit rijden.

De korte rit naar Trinidad gaat voor een groot deel langs de kust. Het is een leuke landelijke route en de weinige andere auto’s die we tegen komen zijn van andere toeristen. De weg is redelijk goed te vinden met wegbewijzering en de kaart. En bij de splitsingen zonder borden en vermelding op de landkaart vragen we onze lifters om assistentie. De slechte ervaring met de oplichter in Havana maakte ons even huiverig voor lifters, maar gelukkig blijkt deze man een uitzondering te zijn.

We rijden Trinidad in en schrikken een beetje van de drukte. In de smalle straten staan auto’s dubbel geparkeerd en mannen druk te gebaren dat we bij hen moeten parkeren of logeren. We rijden de stad weer uit richting kust om daar een overnachting adres te vinden. Zo belanden we in Playa Ancon waar we onze intrek nemen in een kamer in een groot hotel. Het is een lelijk betonnen monster uit de jaren 70, maar met een fenomenale ligging aan een prachtig strand en op korte afstand van Trinidad.

Trinidad is een schitterend plaatsje met oude straatjes geplaveid met kinderhoofdjes, schattig pleintjes en huizen met vrolijk gekleurde luiken voor de ramen. Zo’n mooie plaats blijft natuurlijk nooit een onontdekt paradijsje en het is na Havana de grootste toeristentrekpleister van Cuba. Maar goed wij zijn zelf toeristen dus klagen over andere toeristen heeft niet zoveel zin.

Cuba 504_3Gelijk als we de binnenstad binnen wandelen zijn we getuige van een bekend fenomeen in Cuba; de Quinceañera. Als meisjes 15 jaar oud worden, wordt uitgebreid gevierd. Het meisje in kwestie draagt een snoezig wit kanten jurkje en een evenzo poppig kanten parasolletje. Haar moeder of tante heeft haar uiterste best gedaan met make-up en witte bloemen in het haar. Ze wordt rondgereden in een mooie oldtimer en er wordt op de trappen van de kerk een uitgebreide foto reportage opgenomen. Ze heeft een hele entourage om haar heen die er een feestje van maken.

We slenteren verder door de stad en bezoeken een van de mooie Palacios’ die open gesteld zijn voor publiek. We halen regelmatig de camera te voorschijn in dit fotogenieke stadje. Vanaf een kleine toren in de stad hebben we uitzicht over de rode daken van het mooie stadje en zien we in de verte het hotel waar we logeren.

Terug in het hotel genieten we nog van een zonnige namiddag aan het mooie witte strand. Bij de kamerprijs hoort ook een armbandje dat ons recht geeft op alle genoegen van het All Inclusive resort. Het diner is slecht en de eetzaal fout verlicht, maar het geeft wel een fascinerend kijkje in de wereld van een All Inclusive vakantie op Cuba. We bekijken de Duitsers en Italianen die aan het eind van de avond aanschuiven voor de show van het hotel en besluiten dat een nacht in deze accommodatie meer dan voldoende is.

Cuba 653_2 Cuba 643_3 Cuba 630_3

Van Playa Ancon naar Sancti Spiritus 

Vanuit Playa Ancon rijden we over binnenwegen naar Ignazas waar we een oude suikerriet plantage bezoeken. Op het landgoed staat een 45 meter hoge toren die prachtig uitzicht geeft op de omgeving. Beneden zien we het landhuis zoals de oorspronkelijk eigenaar dat ook zag. Hij gebruikte zijn toren uiteraard ook om er op toe te zien dat de slaven op zijn landgoed hun werk deden. Een stoomlocomotief rijd vanaf de ingang van het landgoed met onbekende bestemming het land in.

Onderweg naar hier was het nog even hommeles onder de lifters, van de 3 dames stapte er 2 uit. Twee heren namen hun plek in tot groot ongenoegen van de overgebleven dame. De heren hadden ook wel heel veel bagage op hun schoot, maar waarom ze nu zo bleef mopperen was ons niet helemaal duidelijk.

Cuba 764Aangekomen in Sancti Spiritus vinden we een particuliere kamer in een mooi maar vervallen oud pand in de binnenstad van het kleine plaatsje. De kamer heeft een heel hoog plafond, een mooie houten vloer, een toilet zonder bril en een ledikant dat eigenlijk net te klein is voor twee volwassen weldoorvoede Nederlanders. Vanuit ons raam met grote blauwe luiken ervoor hebben we schitterend uitzicht op de dagelijkse gang van zaken in het stadje. We lunchen op een terras aan de rivier met uitzicht op de lokaal erg beroemde stenen Yayabo brug. De kip cordon bleu en het lokale streekgerecht rundvlees met uien smaken goed. Het is zondag en we wandelen door het rustige plaatsje en slenteren van terras naar bankjes op het plein om lekker mensen te kijken. Iets buiten het centrum vinden we een klein amusementspark waar ouders en kinderen zich vermaken en net zoals wij een ijsje eten.

Tijdens het diner op de mooie patio van het Hostal del Rijo worden we zoals bijna altijd gebeurt muzikaal verrast door een drietal mannen met een gitaar, een paar sambaballen en een heel repertoire aan Cubaanse klassiekers. Het hoort bij het land, overal hoor je muziek van ‘s morgens vroeg tot ’s avonds laat.

Sancti Spiritus – Cayo Santa Maria – Remedios

De volgende ochtend is het stukken drukker in Sancti Spiritus, het is maandag en de gebruikelijke bedrijvigheid is weer terug. Het ontbijt bij La Guijabo wordt op het overdekte balkon geserveerd en is heerlijk. We drinken koffie en eten vers en geroosterd stokbrood met een gebakken ei en tomaten en kaas. Er is heerlijke guave sap en bananen en fruta de bomba (Papaya, maar dat betekent in Cuba iets anders). Bij het afrekenen van de kamer geven we de gastvrouw nog wat kleding en zeep. Ze is er zo blij mee, onze oude kleding. Het voelt goed en ook weer niet.

We rijden in korte tijd via een eenvoudige route naar Remedios in het Noorden van dit deel van het eiland. Remedios is een nog kleinere versie van het type schattige stadje dat Sancti Spiritus ook al was. We nemen onze intrek in een van de 10 kamers van het Mascotte hotel; enige hotel dat het plaatsje rijk is. De kamer is groot en heeft een heerlijk balkon met uitzicht op het dorpsplein.

De dag brengen we door in op het nabij gelegen Cayo Santa Maria, een landtong aan de Noordkust. Er zijn hier een aantal grote nieuwe all inclusive hotels te vinden, het is duidelijk een toeristische bestemming in opkomst. Op het hagelwitte strand vinden we zwerfvuil uit de Bahama’s en zien we toeristen die met alleen een zonnehoed op een nudistische strandwandeling maken. Bij een kleinschalig hotelletje lunchen we met uitzicht op de heldergroene zee en liggen we de rest van de middag op het witte strand op een bedje te genieten van het goede leven voor we weer terugrijden naar Remedios.

Cuba 786In Remedios is het leven overzichtelijk; er is een hotel, een café en twee kerken. We slenteren tegen zonsondergang door het dorp en maken foto’s van de alledaagse dingen die we zien. Ik deel wat pennen uit aan de spelende kinderen die we onderweg tegenkomen. Ze zijn er erg blij mee. Vanaf het terras van Café Louvre komt het hele dorp aan ons voorbij: mannen die aanbieden op onze coche te willen passen, mensen in ligfietsen, een man met een tekkel, vrouwen met taarten en mannen met bier. De dames die overdag de receptie en de bar van het hotel bemannen staan ‘s avonds in de bediening in het restaurant. En als de heren van muziek langskomen vormen ze het achtergrondkoor en dansen en zingen ze mee.

Remedios – Santa Clara – Varadero

Vanuit het minst toeristische plaatsje op onze route rijden we naar de meest toeristische. Het contrast tussen Remedios en Varadero kan niet groter zijn. We nemen voor een groot deel de autopista  die weer eens zo goed als verlaten is. Langs de weg staan mensen die vanuit de hand sigaretten, maïs of knollen proberen te verkopen.

We stoppen eerst nog even in Santa Clara, met hulp van een liftster weten we een parkeerplaats te vinden in het centrum bij het centrale plein. Het is een drukke en levendige plaats en we wandelen er wat rond. Maar we komen eigenlijk naar Santa Clara voor een bezoek aan het graf van Che Guevara. Dit monument ligt op een kleine heuvel in een buitenwijk van de stad. De enorme parkeerplaats doet vermoeden dat het hier op de dag dat hij herdacht wordt erg druk kan worden. Zijn lichaam is pas sinds een paar jaar in Cuba. Nadat hij in 1967 in Colombia gedood is, zijn zijn overblijfselen lange tijd onvindbaar geweest. Pas in 1997 zijn deze boven water gekomen en overgebracht naar Cuba. Naast de graftombe bezoeken we ook en klein museum gewijd aan de beroemde revolutionair.

Cuba 878We logeren onze laatste nachten op Cuba in een RIU hotel in Varadero. Het is even omschakelen, maar het is een fijn hotel. De kamers zijn verdeeld over een aantal kleine gebouwtjes en het hotel is daarmee een van de weinige laagbouw hotels in de omgeving. Voordat we de huurauto inleveren rijden we nog even door Varadero en maken een foto van de villa waarvan gezegd wordt dat deze van Al Capone geweest is.

Een bikini kopen is op Cuba best een uitdaging, ik was deze vergeten mee te nemen en had de strandbezoeken tot nu toe doorgebracht in zwart ondergoed wat van een afstandje best door kon gaan voor zwemkleding. In een van de winkels in het ongezellige kleine winkelcentrum vind ik een acceptabele Braziliaanse bikini die niet, zoals de meeste exemplaren die me hiervoor aangeboden zijn, bestaat uit te weinig stof en een hoop veters of gedecoreerd is met grote roze bloemen. Het strandverblijf kan beginnen.

We genieten tijdens onze dagen in het hotel van het heerlijke weer, het strand, het zwembad en geven ons over aan het All inclusive concept. Het wordt hier gelukkig tig keer beter uitgevoerd dan bij het hotel in Playa Ancon.

Vertrek 

Als we al onze boeken uitgelezen hebben en een acceptabel bruin kleurtje bereikt hebben is het tijd om Varadero en Cuba te verlaten. We vliegen terug vanuit Havana en via de reisagent van het hotel heb ik een transfer naar de luchthaven geregeld. Netjes op tijd zitten we in de lobby van het hotel te wachten, maar al wat komt: niet onze bus. Om ons heen vertrekken groepen Duitsers en Italianen.

De gealarmeerde reisagent is ondertussen driftig aan het telefoneren. Na ruim een uur wordt duidelijk dat de bus helemaal niet meer gaat komen. We worden een uur en een kwartier te laat in een andere bus geladen die eerst nog wat mensen af moet zetten bij andere hotels in Varadero en dan voor ons richting Havana gaat rijden. We zitten de hele route met de billen bij elkaar geknepen te hopen dat we nog op tijd zijn voor de vlucht. De chauffeur heeft de gebruikelijk Caribische nonchalance en neemt onderweg nog wat lifters mee. Geen probleem gaat allemaal goed komen. Als we nog geen anderhalf uur voor de vertrektijd van de vlucht in Havana door allemaal woonwijken rijden heb ik er geen enkel vertrouwen meer in dat we vandaag nog naar huis gaan. De chauffeur blijkt gelukkig gelijk te hebben, want enkele minuten later doemt vanuit het niets ineens de luchthaven op en kunnen we als laatste aansluiten in de rij voor de incheck.

Het regent voor het eerst tijdens ons verblijf op Cuba; mooi weer om te vertrekken.

Onze route

Plaats een reactie