Maleisië, Thailand en Dubai 2012

In februari 2012 starten we aan een trip van 6 weken naar Azië. Voor Robin, dan 19 maanden, zijn eerste verre reis. Voor ons een heerlijk vertrouwd weerzien met Maleisië en Thailand. We reizen van het drukke Kuala Lumpur, naar het altijd gezellige Penang waar we van het strandleven genieten, heerlijk Indiaas eten en gezegend worden, door naar het rustige en mooie Koh Yao Yai in Thailand om onze tijd verdelen tussen het strand en het zwembad voor we doorvliegen naar Chiang Mai om olifanten te gaan voeren en bijna opgegeten te worden door een draak. Met de huurauto rijden we de Mae Hong Son loop, 1864 bochten brengen ons langs het lieflijke Pai, naar de mistige heuvels van Mae Hong Son waar we met een olifant door de jungle trekken en op bezoek gaan bij de dames met de lange nekken. Door naar de verraderlijke wegen van Mae Sariang om vanuit Chiang Mai met de nachttrein zuidwaarts te reizen. In de omgeving van Kanchanaburi bezoeken we tempels, watervallen en een hele beroemde brug. Op weg terug naar huis maken we nog kennis met alles wat groots is in het bijzondere Dubai.

De reis 

We voelen ons alledrie een beetje grieperig op de dag van vertrek en stappen met meer tegenzin dan gebruikelijk in het toestel van de Emirates voor de 6,5 uur durende vlucht naar Dubai. De vlucht zit behoorlijk vol, dus Robin gaat op schoot, en data gaat prima. Hij vermaakt zich met spelletjes, stickers plakken, boekje lezen en film kijken en zoekt contact met de medepassagiers. Maik gaat nog even met hem een rondje lopen en uiteindelijk slaapt hij ook nog iets van anderhalf uur op een geimproviseerd bedje bij ons op schoot.

IMG_1585Het is na middernacht als we aankomen op de luchthaven van Dubai, we hebben er voor gekozen om niet na een paar nachtelijke uren door te vliegen, maar een hotel te boeken vlakbij de airport. Met een leenbuggy van Emirates navigeren we over de grote luchthaven. Tegen half 2 in de nacht liggen we eindelijk in bed.

Na het ontbijt in het hotel stappen we in het gratis shuttle busje naar de luchthaven, checken in en daar gaan we voor deel twee van de reis. Dit keer is er wel een stoel over en is er wat meer de ruimte voor ons drieeen. Wij krijgen zelfs de kans om ieder wat films te kijken op onze eigen scherm terwijl Robin ook een filmpje kijkt en ditmaal zelfs bijna 3 uur slaapt.

Ook in Kuala Lumpur is het een late en donkere aankomst. Hier is het allemaal wat minder goed geregeld dan in Dubai; onze buggy is pas bij de bagageband weer van ons, dus we moeten Robin hele stukken tillen samen met onze handbagage. De rij bij de douane is ook nog eens vreselijk lang, zeker met een kind van 11 kilo op mijn arm. We maken wel gelijk vrienden; achter ons in de rij staan vier Nigerianen, een van hen heeft in Nederland gestudeerd en spreekt nog steeds een beetje onze taal. Robin vindt ze ook interessant, grote handen vol met gouden en hij krijgt er geen genoeg van om ze om beurten een handje te geven, zij gelukkig ook niet. Eenmaal in de taxi slaat de vermoeidheid toe; we vallen een voor een in slaap. Ik word net op tijd wakker om de mooie verlichte Petronas Towers te in de verte te zien verschijnen; we zijn er bijna.

De ontvangst in het Novotel is hartelijk, Robin krijgt gelijk een knuffel in zijn handen gedrukt. In de kamer staat het babybedje al klaar. Wat hebben we verlangd naar dit moment, het hotelbed in Kuala Lumpur!

Kuala Lumpur 10 – 13 februari 

Daar vallen we gelijk in een heerlijk diepe slaap, maar uitgerust wakker worden doen we niet. Daarvoor was de reis net even te lang en zijn met name Robin en Maik nog steeds niet helemaal lekker. Maik hoest als oude man en Robin kucht zachtjes met hem mee. Dit gaat geen drukke dag worden, we zijn al een aantal keer hier geweest en voelen geen drang om van alles te gaan bekijken. Het Pavilion winkelcentrum is voorlopig even genoeg, het ligt pal naast ons hotel en dat is waar we gaan ontbijten.

Na het eten wandelen we verder door de mall, heerlijk die airconditioning. Buiten is het zeker 35 graden, een behoorlijke overgang na de sneeuw en net-geen-elfstedentocht in Nederland. We wagen ons even buiten om de United Buddy Bears voor de ingang te bewonderen. Van 143 landen in de wereld is hier een beer tentoon gesteld, gedecoreerd door een kunstenaar uit het land van herkomst. De Nederlands beer maakt niet echt indruk, hij  behoorlijk minimalistisch vergeleken met meeste andere beren.  Na een een stop bij de drogist voor hoestdrank keren we weer terug naar het hotel.

Zoals het hoort bij een goed stadshotel in de tropen heeft ook het Novotel een dakterras met zwembad. Het ligt pal in de zon en er zit dan ook niemand. Maar het is prima voor wat wij willen: even afkoelen. Het middagslaapje daarna is dit keer niet alleen voor Robin, papa en mama kruipen er ook even in.

Tegen de avond lopen we weer richting the Pavillion, we eten bij de Jappanner. De eerste keer sushi voor Robin, en hij vindt het heerlijk. Met stokjes eten lukt uiteraard nog niet, maar eten dippen in een sausje is wel heel erg leuk. Na afloop lopen we door het winkelcentrum naar Bukit Bintang.  Een gezellige wijk waar het druk op straat is.

Pootje baden en visjes kijken

De volgende dag wagen we ons wat verder de stad in en het wordt ons gemakkelijk gemaakt: er is net een overdekte wandelgang geopend van vlak naast het hotel tot aan het conventie centrum aan het KLCC park. En deze verhoogde wandelroute is voorzien van airconditioning! We komen dan ook helemaal fris en fruitig aan bij het park en gaan op zoek naar het pierebadje. Het is niet moeilijk te vinden, naast de grote speeltuin.

Pootje baden met uitzicht op de Petronas TowersRobin vindt het erg leuk om in zijn zwembroek door het water de stappen, verder dan pootje baden gaat hij echter niet. Het bad ligt schitterend in het mooie park en met geweldig uitzicht op de iconen van KL: de Petronas Towers. Het is er gezellig druk met Maleise gezinnen met kleine kinderen. Een leuk uitstapje in deze oververhitte stad!

Het aquarium vinden we op de kelderverdieping van het conventiecentrum.  Een van de eerste dieren die we zien zijn de otters en de bevers, in hele kleine verblijven zonder daglicht zwemmen ze in water vervuild door hun eigen drollen. De vissen hebben allemaal een wat groter verblijf. We laten ons samen met nog tientallen bezoekers over de lopende band door de aquarium tunnel vervoeren en zien er haaien en roggen en andere tropische vissen over ons heen zwemmen. Maar dan hebben we het wel gezien. Tijd voor lunch en een middagslaapje.

Deze avond brengen we ook weer door in een winkelcentrum, dit keer de Suria mall onder de Twin Towers. We kopen nog wat noodzakelijkheden voor de reis en eten daarna sate en meer bij een Maleisisch restaurant. Robin maakt een ritje in een speelgoed auto. Hij maakt snel vrienden en krijgt nog een lift van een Maleis jongetje.

Penang  13 – 21 februari  

Vliegtuig gemist?

Ik ga ’s ochtends nog even wat zwemmen met Robin terwijl Maik de tassen pakt en dan zijn we er klaar voor: op naar de luchthaven voor de vlucht naar Penang. Het is wederom een uur met de taxi, maar het is niet druk op de weg dus we komen volledig op schema aan op de low cost airport van Kuala Lumpur. Als we met een vol bagagekarretje op het scherm kijken naar welke balie we moeten vinden we onze vlucht niet. Er staan veel vluchten op, ook een naar Penang, maar niet een vlucht met vertrek 14:30. Ik pak ons vluchtschema er maar even bij om het vluchtnummer te checken en zie dan dat ik een kolosale beginnersfout heb gemaakt: 14:30 is niet onze vertrektijd, maar onze aankomst tijd.  Onze vlucht vertrekt over 20 minuten, stress!

We racen als een kip zonder kop de vertrekhal in en vinden de incheckbalies van Air Asia. Hier moet eerst alle bagage door een scanner, ik laat Maik achter om dat te doen en sjees met Robin in zijn buggy verder om een incheckbalie te vinden. Overal staan lange rijen, ik spreek een medewerker in een rode polo aan en leg uit dat wij, sorry, sorry, heel laat zijn voor de vlucht naar Penang. Hij reageert behoorlijk relaxt en verwijst naar balie 62. Ik weet niet zeker of hij helemaal de ernst van de situatie doorheeft, en vertel nog maar een keer dat we echt behoorlijk laat zijn, maar hij blijft koel; bij balie 62 schijnt het allemaal goed te komen. Ik ren erheen, gelukkig zijn we gelijk aan de beurt. Ook hier reageert men nauwelijks op ons late verschijning, en dan zie ik het bordje op de balie “ Flight closing”. Het gebeurt duidelijk vaker.

Dat we gelijk kunnen boarden is wel een voordeel van deze domme fout. Pas in het toestel begint het adrenaline nivo een beetje te dalen. Blij dat we de vlucht toch gehaald hebben!

Ook de luchthaven van Penang ligt een uur van ons hotel in Batu Ferringhi. Onze taxichauffeur kletst het uur volledig vol met verhalen over zijn schoonmoeder. Ik kan het in minder dan een uur samenvatten: ze mag hem niet. Ook heeft hij het niet getroffen met zijn twee dochters, want in Maleisie heb je een zoon nodig die je op je oude dag kan verzorgen. En wisten wij dat 85% van alle grond op Penang in handen is van de Chinezen? Hij heeft niets tegen Chinezen, zijn beste vrienden zijn Chinees, maar het zijn wel gewiekste types begrijpen we. Met suisende oren komen we aan bij het Holiday Inn Penang. We komen hier gelijk in vakantiestemming, als we vanuit de open lobby het strand, het zwembad en de wuivende palmen zien.

We eten vroeg deze avond, bij een eenvoudig restaurantje aan het strand en gaan vroeg naar bed. Beide mannen zijn nog steeds niet lekker.

Koorts 

Penang, burka's on the beachOnze eerste ochtend in Penang lopen we weer richting het strand en ontbijten met uitzicht op zee. Daarna installeren wij onszelf op een bedje in de tuin. We zwemmen in het kinderbadje en wagen ons op het strand. Het is er druk met mensen die wilen parasailen, dit wordt veel aangeboden hier in Batu Ferrenghi. We zien er ook aardig wat toeristen uit het Midden Oosten, mannen in korte broek en t-shirt met volledig in zwarte burka gehulde echtgenotes aan hun zijde.

Als Robin na een slaapje van iets meer dan een uur in zijn tentje in de tuin wakker wordt voelt hij warm aan. We twijfelen of het door het warme tentje komt of dat hij koortsig is. Na de lunch nemen we zijn temperatuur op, en inderdaad hij heeft koorts. We leggen hem nog even in bed in de koele airconditioned kamer. Tegen de avond is de koorts weg, maar of hij zich helemaal lekker voelt vragen we ons af; hij drinkt goed maar eet erg weinig.

De volgende ochtend is de koorst weer terug en ligt er een lusteloos slap jongetje op ons bed zielig te hoesten. We besluiten een dokter te zoeken. De receptie van het hotel belt voor ons Dr. Bremavathi, een kordate Indiase dame die binnen twee tellen doorheeft wat er mis is met onze jongen: een keelontsteking. Maik vraagt of ze ook even naar zijn longen wil luisteren en ook hier is de diagnose snel en zonder twijfel: een beginnende bronchitis. Met een batterij aan medicijnen verlaten we de praktijk.  Robin slaapt de rest van de dag veel en tegen de avond is hij koortsvrij en alweer een stuk levendiger.

Even geen zwemmen voor Robin hebben we als advies meegekregen. Dat blijkt gelukkig geen probleem te zijn. We gebruiken de tijd om Robin te laten wennen aan het zand. We zetten hem op een handdoekje en al  spelend komt hij steeds meer over zijn plotselinge zand angst heen.Het hotel heeft ook een klein kids club waar we samen met Robin kunnen gaan spelen. Leuk nieuw speelgoed en andere kinderen om mee te spelen.

De volgende dag is Robin weer redelijk opgeknapt en ’s avonds stappen we in een taxi richting Guerney Drive. In een voorstad van Georgetown staan gigantische flatgebouwen aan een boulevard aan zee. Beroemd hier is het hawker centre, we wandelen tussen de stalletjes door en snuiven de lekkere geuren op. Ondanks dat het lekker ruikt zien we toch niet iets dat ons aanspreekt. Ook zijn we nog een beetje huiverig om met een herstellend kind (en vader) culinair te gaan experimenteren. We kiezen weer de veilige maar ook erg lekker optie: de winkelcentrum Japanner. Heerlijk die sushi en tempura garnalen.

Plannen

We hadden niet echt een vast plan toen we aan onze reis begonnen, maar dat wat we wel in gedachte hadden was maar een paar dagen Penang. Dan door naar Langkawi en vandaar per boot naar Thailand. Wat we in deze plannen echter niet meegenomen hadden was een ziek kind en nieuwe visa regels voor Thailand. En nieuw is betrekkelijk, de laatste keer dat wij Thailand over land binnen gekomen zijn is blijkbaar voor 2005. Al surfend op het net kom ik er namelijk achter dat sinds dat jaar je bij aankomst in Thailand over land en zee een visum krijgt voor slechts 15 dagen. Via een internationale luchthaven is dat de standaard 30 dagen en dat is wat we nodig hebben. Vanuit Langkawi gaan er geen (rechtstreekse) vluchten naar Thailand, vanuit Penang wel. We besluiten dan ook langer op Penang te blijven dan gepland en boeken nog wat nachten bij in het Holiday Inn.  Dat geeft Robin, maar ook Maik, de tijd om rustig te herstellen en biedt ons de kans om vliegend naar Phuket Thailand in te reizen.

Georgetown

Met het shuttle busje van het hotel rijden we eind van de middag naar de hoofstad van het eiland. We worden afgezet in het centrum van de stad en wandelen richting Chinatown. Als snel herkennen we de straten en lopen we richting het guesthouse waar we hier de eerste keer logeerde. Er is in 10 jaar tijd helemaal niets veranderd. Het lijkt zelfs of dezelfde ongewassen backpackers op het terrasje voor de deur zitten. De straat eromheen is wel veranderd, het oude leegstaande pand ernaast is nu boutique hotel met gezellig terras. Hier eten en drinken we wat.

Dan slenteren we door richting de Chinese Kuan Ying Teng tempel. Er wordt hier veel wierook gebrand en het staat er dan ook altijd blauw. Tussen deze walmen staan kleine kooitjes met vogeltjes die je tegen betaling vrij kunt laten. Deze vogeltjes hebben gelijk Robin zijn aandacht.

Samosa's in Little India, Georgetown

In Little India kopen we heerlijke samosa’s bij een stalletje op straat. Aanstekelijke Indiase popmuziek klinkt op straat als we langs sari winkels lopen op weg naar Restaurant Kapitan. Bij dit no nonsense restaurant op de hoek van een drukke straat bestellen we voor weinig geld een tafel vol eten. Heerlijke tandoori kip, currie, naan en papadums met smakelijke dips. Smullen!

Later die week gaan we nog een keer naar Guerney Drive, dit keer met de bus die op nog geen honderd meter van het hotel vandaan stopt. Stukken voordeliger  en gezelliger dan de taxi. We merken dat we nog echt even in het ritme van het reizen moeten komen doordat we steeds zo makkelijk voor de taxi kozen.  Dit keer eten we een beetje bij de hawkers en een beetje in de mall. Dat laatste is niet zo een succes. We willen een steamboat proberen, maar deze is zo pittig dat alles wat we erin laten sudderen bijna oneetbaar wordt. En voor Robin is het al helemaal niet te eten.

In de supermarkt kopen we een groot pak luiers en billendoekjes. Dat is in Battu Ferringhi niet te krijgen. Bij Starbucks blussen we na voor we weer in de bus terug stappen. Dit keer is deze overvol, maar er staat onmiddelijk iemand voor mij op zodat ik niet met Robin in mijn armen hoef te staan. We zitten naast een Indiase vrouw met twee kindjes en er is gelijk contact met Robin. Ze vinden zo’n blank blond kindje wel apart, ze raken hem steeds voorzichtig aan en deinsen dan giegelend terug. Robin giert het uit van het lachen en samen hebben ze de grootste lol.

Gezegend

Onze laatste dag op het eiland reizen we weer met de bus richting Georgetown voor een bezoekje aan twee tempels in de buitenwijken. Het is warm dus we gaan vroeg op pad. De Thaise tempel staat bekend om de grote liggende Buddha, Robin herkent hem gelijk als hij op blote voeten binnenstapt. Buddha, buddha roept hij met zijn kleine hoge stemmetje. Als we om de buddha heen lopen zien we aan de achterkant de kleine hokjes die dienst doen als graven. De meeste zijn voorzien van een foto van de overledene.

Aan de overkant van de weg ligt de Burmese Dhammikarama tempel. Dit is een leuke verzameling tempelgebouwen in een ruime tuin. Er is ook een visvijver en een andere vijver waar je muntjes kunt gooien in ronddraaiende kommen.  Op de kommen staan teksten als:  geluk, gezondheid en rijkdom. In het voorste paviljoen van de tempel vinden we een grote staande Buddha en een hele rij andere grote buddha beelden. Allemaal uit een ander deel van de wereld, van Afghanistan en Japan tot aan Sri Lanka. Het is opvallend om de verschillen te zien in de manier waarop buddha overal afgebeeld wordt. Naast de grootste Buddha zitten twee monikken in hun oranje pijen op comfortabele stoelen. Mensen knielen voor de mannen en worden gezegend door een mantra dat voorgedragen wordt en het sprenkelen van water met iets dat veel weg heeft van een plumeau. Het geheel wordt afgesloten met een oranje bandje dat een van de monikken de mensen om de pols bindt. Robin gaat er samen met ons op een afstandje goed voor zitten, dit vind hij interessant. Als een van de monniken hem na een tijdje wenkt, loopt hij schuchter zijn kant op. Hij krijgt ook een oranje koordje.  Terwijl de oudste monnik dit om zijn arm knoopt, haalt de andere de plumeau te voorschijn en zegent hij onze zoon. Robin vindt het best spannend, want hij durft beide mannen niet aan te kijken, houdt zijn hoofd gebogen en loopt snel onze kant op zodra het even kan. Maar als de monnik hem nog een keer wenkt loopt hij toch weer zijn kant op en laat zich op schoot nemen. Hij krijgt nog een appeltje toegestopt voor we zwaaiend afscheid nemen van deze aardige mannen. Vanaf dat moment heeft Robin weer een nieuw woord toegevoegd aan zijn beperkte vocabulaire, iedere keer als we mannen in oranje gewaden zien roept hij enthousiast “ monnik”.

Na negen dagen nemen we afscheid van het gemoedelijke eiland en pakken we weer een taxi naar de luchthaven. Dit keer hebben we ons reisschema meerdere keren gecontroleerd.

Koh Yao Yai 21 februari – 1 maart 

Koh Yao Yai, Thailand

We verlaten Phuket airport zo snel mogelijk met de chauffeur die ons op staat te wachten en ons naar een klein haventje brengt. De speedboat naar Koh Yao Yai ligt al klaar en voor we het weten varen we de prachtige Phang Nga baai in. Vanaf de boot zien we de mooie rotsen om ons heen over het helderblauwe water. Op de pier staat een songthaew voor ons klaar en bij aankomst bij Thiwson bungalows worden onze tassen gelijk naar de bungalow gebracht. Er was bij reservering alleen nog een bungalow met fan beschikbaar, dus daar zitten we dan ook op de verandah. Het is een mooie houten bungalow, maar het is er snik, snik en snik heet. Zelfs zonder te bewegen lopen de zweetdruppels in stralen van ons af. Als Robin na zijn middagslaapje uit zijn tentje komt is zijn haar zeiknat van het zweet. Maik doet even een rondje en komt terug met goed nieuws, er is toch wel een bungalow met airco beschikbaar. Fijn, want deze bungalow bleek ook geen warm water te hebben.

Het restaurant is op babyfoon afstand en dat is waar wij na het eten zitten als Robin in bed ligt, met een biertje surfen we wat op internet en spelen we een spelletje.  Mooie uitvinding die babyfoon.

De volgende ochtend gaan we na het standaard toast met jam of gebakken eieren ontbijt naar het strand. Het is een strook met zand die van de zee gescheiden wordt door een gemetseld muurtje. De zee komt tot ons middel als we erin stappen. Niet een handige hoogte voor Robin, gelukkig hebben we op Penang een opblaasbandje gekocht zodat hij toch lekker drijven kan. Ook hier is het uitzicht op de rotsen en eilanden in de omgeving geweldig.  We zitten tegenover Koh Yao Noi waar we een paar jaar geleden waren.

Ondanks dat we een bungalow met airconditioning hebben blijft het moeilijk om af te koelen, er staat geen zuchtje wind. Zelfs in de avond blijft het drukkend warm. De zee heeft zich dan helemaal teruggetrokken in de baai en Maik gaat met Robin op zoek naar krabbetjes. Gewapend met een emmertje en een schepje pruttelt hij lekker in het modderige zand terwijl ik in de avondzon zit te genieten van het uitzicht.

Robin sluit al snel aan bij het dochtertje van een van de medewerkers, het meisje is wat  verloren als enige kleintje hier terwijl alle volwassenen druk aan het werk zijn. Ze spelen met ballonnen en de stickers die Robin bij zich heeft. Onze dreumus voelt ook een grote aantrekkingskracht tot de brommers die naast het restaurant geparkeerd staan. Keer op keer dribbelt hij erheen om er op te klimmen.

Na twee dagen strand besluiten we er zelf ook maar een te huren en rijden we met Robin in de rugdrager over het eiland. Het is een gemoedelijk eiland met heel weinig verkeer en maar een paar accommodaties en dus weinig toeristen. Er wordt nog vrolijk gezwaaid als we langsrijden. Als we stilstaan om te tanken ziet men ineens Robin op Maik zijn rug hangen. Dat is toch wel een bezienswaardigheid. Robin wordt bewonderd, men stelt de standaard vragen over zijn leeftijd en stopt hem wat lekkers toe.

We komen ook langs een akkomodatie die we op internet gezien hebben en besluiten er een kijkje te nemen. Het is een ruim opgezet luxe complex met mooie bungalows midden in de jungle, we worden er netjes rondgereden in een golfbuggy. Het ziet er fijn uit en vooral het zwembad lonkt. Dat missen we toch wel bij het oververhitte Thiwson Beach. Bij de receptie informeren we naar de prijs, die ligt hoger dan we op internet gezien hebben. Men biedt aan dat ik dan ter plaatse via internet kan reserveren en dat doen we.

De volgende dag worden we na de luch opgehaald met een mooie songthaew met houten opbouw. Ook nu mogen we overstappen in een golfbuggy, Robin vind het helemaal geweldig: Toeta, toeta.

Koh Yao Yai Village

Wat is een zwembad toch fijn! We springen er gelijk in nadat we geïnstalleerd zijn. Als we ons op onze ligbedjes naast het zwembad installeren merken we dat hier wel een briesje waait. Het is hier goed uit te houden, we hebben geen spijt van onze overstap. Ook onze bungalow bevalt goed: hij is lekker luxe met een grote badkamer met buitendouche en een gigantisch terras met een Balinees bed met klamboe. Hier houden we het wel een paar dagen vol.

We zwemmen, eten, schommelen en luieren bij het fijne Koh Yao Yai Village tot we op een dag weer bezig gaan met het plannen van de rest van onze reis. We hadden al naar wat andere strandbestemmingen in de omgeving gekeken, maar nog niets besloten. Al pratende beseffen we ons dat we wel een beetje klaar zijn met het strand. We willen weer wat zien of hoe gek het misschien ook klinkt, onze zoon wat van het mooie Thailand laten zien. We besluiten naar Chiang Mai te vliegen en daarvandaan de MaeHongSon loop te gaan rijden. Het is eenvoudig geregeld via internet.

DSC_0740 DSC_0596 DSC_0591

Chiang Mai  1 – 5 maart 

Het is donker als we in Chiang Mai aankomen bij Buri Gallery, het bevalt gelijk dit karakteristieke oude houten pand in het hartje van de oude stad.  We leggen Robin snel in zijn bedje en nemen zelf nog een drankje in de tuin met de babyfoon binnen handbereik.

Olifanten aaien

Als we de volgende ochtend de tuin instappen voor het ontbijt merken we dat het aangenaam fris is. Heerlijk na die warme dagen aan het strand.

DSC_0831Met een songthaew rijden we naar de ChiangMai Zoo en deze valt niet tegen. De eerste dieren die we tegenkomen zijn de giraffen en die kunnen we bijna aanraken. Robin vind het ook geweldig.

De dierentuin blijkt  enorm uitgestrekt te zijn, waar we thuis in Artis alles wandelend afkunnen, nemen we hier plaats in een open busje dat langs diverse stops gaat. Bij de panda’s stappen we even uit. Altijd bijzonder om deze dieren in het echt te mogen zien. De verblijven zijn groot en drukbezocht. Wat zijn het toch mooie dieren.

DSC_0807Niet ver hiervandaan zien we koala’s, maar de andere bezoekers lijken ons interessanter te vinden. Een hele schoolklas met kinderen haalt hun mobiele telefoon tevoorschijn om foto’s van Robin te maken. Ze vragen of ze hem even op schoot mag nemen, zolang Robin er geen bezwaar tegen heeft vinden wij het prima. Hij laat het even over zich heen komen.

Er is ook een klein speeltuintje waar we wat schommelen voor we de bus weer pakken naar een animal show. We nemen plaats in een gigantisch open amphitheater tussen een flink aantal schoolklassen, allemaal in een ander kleur trainingspak. Het duurt even voor de show begint en we biggetjes door het theater  zien rennen. Ook komen er luiaards aangeslingerd en rent er een papagaai over het podium. Robin lijkt alleen oog te hebben voor de chipjes die we hem gegeven hadden om even zoet te zijn. Dus we houden het snel voor gezien. Op naar de olifanten die er pal naast verblijven. Hier kopen we voor 20 bath een bakje bananen en mogen we de olifanten voeren. Geweldig vind onze klein vent het, beetje eng ook wel die grote slurf. Maar als papa of mama maar dichtbij blijft durft hij het wel. Dan is het weer mooi geweest voor vandaag, we hijsen Robin met buggy en al in een songthaew en rijden terug naar ons guesthouse voor een middagdutje en een drankje bij het zwembad.

Die avond wandelen we binnen bij onze buren, de Wat Pra Singh. De tempel ligt er prachtig bij in de avondzon en wordt druk bezocht. Daarna slenteren we door de oude stad om te gaan eten bij de, volgens de Lonely Planet, beste Indiër van Chiangmai. De eigenaar gaat gelijk druk in de weer om met een kussentje uit het babybedje van zijn dochtertje voor Robin een stoel in orde te maken. Het eten is inderdaad zeer smakelijk, we nemen de milde curry’s zodat Robin ook mee kan eten. Lekker met een naan en chapati en een mango lassie.

Fietsen met een helm en een aanhanger

Stipt op tijd worden we voor de deur van ons guesthouse opgehaald door een pick up met 3 fietsen en 2 dames. Een van hen is Miauw, onze gids. We rijden de stad uit waar we op het parkeer terrein van een tempel stoppen. Hier gaat zij onze fietsen in orde maken terwijl wij een kijkje nemen bij de Chinese tempel. Het is een erg leuke tempel, we kunnen door de bek van een geweldige draak een gang in stappen die ons naar de tempel voert.

Fietsen in de omgeving van Chiang MaiDan is het tijd om op de trappers te stappen. Voor junior is er een klein wagentje in elkaar gezet dat aan Maik zijn fiets hangt. Voor ons zijn er helmen en dan gaan we op stap. We fietsen over smalle weggetjes door kleine dorpjes en langs rijstvelden voor we stoppen bij een mooi oud koloniaal gebouw met klokkentoren. Dit is de oude lepra kolonie, tegenwoordig revalidatie centrum. De bewoners zitten op de verandah van het hoofdgebouw met elkaar te kletsen. Verderop fietsen we langs kleine stenen huisjes waar de bewoners wonen. Aan het eind staan nog wat oude houten hutjes, deze zijn hier en daar nog bewoond door oudjes die het vertikken om over te stappen op een stenen huisjes. Het is een rustgevende plaats, met veel hoge bomen en heerlijk gelegen aan de Ping rivier. Wij trappen rustig door, heerlijk zo buiten de stad. Robin vind het prima in zijn wagentje, iedereen die ons passeert begroet hij enthousiast en als hij iets interessants ziet worden wij erbij geroepen, papa, papa, mama, mama!

Onze volgende stop is bij een mooie Thaise tempel.  We gaan even zitten op een terras aan het water voor wat knabbels die onze gids uit haar kleine rugzakje haalt. Voor de vissen heeft ze ook wat te knabbelen gekocht bij de tempel en aan Robin de eer om de vissen te voeren. Wild spetteren ze in het water zodra de eerste balletjes voer het water raken. Vol overgave gooit Robin het voer in het water voor hij zelf wat in zijn mond stopt. Lekker is het waarschijnlijk niet, want nog voor we in kunnen grijpen spuugt hij het met dezelfde vaart weer uit.

Een half uur verder fietsen kent Miauw een stalletje met heerlijke gebakken bananen, deze dame bakt ze de hele dag door vers weet ze ons te vertellen en we kopen wat voor straks. We stoppen nog een keer voor we definitief afstappen voor de lunch en wel bij de ruïnes van Wiang Kum Kan. Het is er druk met Thaise en Japanse toeristen die zich rond laten rijden in  paardenkoetsje en open busjes. Aan de rivier lunchen we bij een smoetzig restaurantje. Het eten smaakt er heerlijk. Dan is het tijd om de helm op te hangen en in de auto te stappen voor de terugreis naar het guesthouse. Prima timing wat mij betreft, want ik begon het zadel behoorlijk te voelen.

Die avond pakken we tot groot plezier van onze zoon een tuk tuk voor een ritje in de richting van de nightbazaar. Hier zijn namelijk een paar grote visrestaurants te vinden die we nog kennen van onze vorige keer hier. De vis ligt hier uitgestald of zwemt nog in aquaria. Robin wordt als de koning binnen gehaald en op een kinderstoel neergezet, zijn slabbertje wordt voor hem omgedaan en zijn speeltjes worden tot vervelens aan toe voor hem opgeraapt. Wij bestellen gigantische gamba’s, inktvis en groenten voor de broodnodige vitaminen.  Het is smullen geblazen, ook Robin hapt heerlijk mee terwijl hij regelmatig door de bediening zachtjes in zijn arm geknepen of over zijn bol geaaid wordt. Na afloop kopen we nog een heerlijk roti canai met banaan en gecondenseerde melk bij een stalletje verderop.

We zijn in opperbeste stemming en besluiten ook nog even bij de zaterdagmarkt te gaan kijken. De songthaew kan er maar amper parkeren zo druk is het hier met geparkeerde brommers en mensen. We banen ons een weg met Robin op Maik zijn nek. Er hangt een gemoedelijke gezellig sfeer. In de kraampjes vooral veel huisnijverheid en lekkere hapjes, hier en daar afgewisseld met een muzikant. En een groepje bestaat uit vier blinde mannen die midden in het pad achter elkaar zitten en muziek maken.

Shoppen

Vandaag staat er niet veel op het programma: we gaan de huurauto ophalen en boodschappen doen. Het in ontvangst nemen van de wagen is zo gepiept, we huren er nog een navigatie bij voor een paar honderd baht per dag. Zodra we met hulp van een medewerker van Budget het kinderstoeltje geinstalleerd hebben wandelen we naar de het winkelcentrum aan de overkant. We gaan op pad voor een plattegrond van Noord Thailand. Nu we er toch zijn nemen we ook maar een lekker bakje koffie bij Starbucks. We kijken ook nog even bij een groot aquarium dat tijdelijk in het winkelcentrum te bewonderen is.

Die avond zijn we helemaal content met de ligging van ons guesthouse, midden op de zondagsmarkt! Met Robin in de patapum op Maik zijn rug wandelen we de deur uit, de gezellige drukte in. De kraampjes bieden veelal hetzelfde als op de zaterdag markt; zelfgemaakte souvenirs, geurtjes, poppetjes, schilderijtjes. Allemaal gezellige kneuterige huisvlijt. Ook hier hangt een erg goede sfeer.  Er staat zelfs een politieagent in uniform met motorhelm op zijn gitaar te spelen terwijl zijn vrouw de zang voor haar rekening neemt. En he, daar hebben we onze vier blinde muzikanten weer die ook hier netjes achter elkaar midden op straat zitten.

Aan het eind van de straat lopen we door de Tha Phae gate voor een ijsje bij MacDonalds en een bakje koffie bij Starbucks. Vanaf het bovenste terras van dit mega filiaal hebben we een schitterend uitzicht over de oude stadsmuur en de drukke zondagmarkt. We besluiten niet meer terug te lopen, maar nemen een tuk tuk die ons om de oude stad heen terugbrengt naar de andere kant. Het is nog even goed onderhandelen, want de meeste chauffeurs beginnen een dramatisch verhaal over omrijden vanwege de zondagmarkt. Alsof wij dat niet weten. Robin gaat naar bed en wij nemen nog een drankje op het terras met uitzicht op de zondagsmarkt om nog even heerlijk mensen te kijken.

Ontbijt bij ons guesthouse Wat Pra Singh Chiang Mai Chiang Mai Zoo Zondagsmarkt Chiang Mai

Achtienhonderd vierenzestig bochten 

Dan is alweer de dag aangebroken dat we ChiangMai gaan verlaten. Met de navigatie aan en de kaart op schoot rijden we in de ochtend in noordelijke richting de stad uit. Binnen no time laten we Chiang Mai achter ons en rijden we door gebied dat duidelijk leeft van de nabijheid van deze stad. Er worden auto’s verkocht alsook de onderdelen, brommers, tegels en andere bouwmaterialen. Hier en daar een Tesco of andere grote super en we komen ook aardig wat faculteiten van de universiteit tegen. Na iets van drie kwartier moeten we afslaan naar Pai, hier zien we de weg veranderen. Het wordt smaller en langzaamaan bochtiger. Ook geen drukke bedrijvigheid meer. Wel veel reclame, voor koffie. Ja, dan ben je bij ons aan het goede adres. We besluiten om voordat we echt aan het bochtige werk gaan beginnen even een bakje koffie te doen. We vinden een heerlijk terrasje aan een groot grasveld waar Robin lekker kan spelen met steentjes en water terwijl wij een bakje verse koffie met een taartje nuttigen.

IMG_0311En dan gaan we er toch echt voor, op weg naar Pai langs de weg met de duizenden bochten. Het is een mooie route met veel bomen, ze zijn alleen niet groen. Alles is bruin en de bladeren dwarrelen om ons heen. Er is ook hier en daar aardig wat afgebrand, dat schijnt erbij te horen deze tijd van het jaar. In het begin gaat het prima met de bochten, maar de laaste 20 km voor Pai wordt ik steeds misselijker. Ik zie het aantal kilometers op ons navigatiesysteem maar traag aftellen en bid dat ik Pai haal zonder over te moeten geven. En dat lukt gelukkig.

Wij hebben een reservering bij Pai River Corner, midden in Pai en direkt aan de rivier. Het is even zoeken voor we het vinden. Maar wat we vinden stemt ons goed! Het is kleinschalig en de kamer op de eerste verdieping van een bungalow is mooi en schoon. We hebben een heerlijk terras met uitzicht op het zembad en de rivier. We eten een hapje bij het restaurant, waar we de enige klanten zijn voor we Robin weer in bed leggen. Wij relaxen op het terras en stippelen de rest van de trip uit.

Tegen het eind van de middag zetten we de kleine man in zijn buggy en gaan we Pai verkennen. Wat we te zien krijgen is precies wat we verwacht hadden, een uit de kluiten gegroeid backpackers plaatsje met dito voorzieningen. Op iedere straathoek kun je een brommer huren, bustickets naar de rest van Thailand of Laos kopen en een broodje falafel is ook goed te krijgen. We slenteren bij een tempel binnen en verbazen ons over twee grote buddha beelden die overgenomen zijn door een grote groep bijen. Bij een van hen cirkelt de enorme honingraat zich om zijn nek heen, ik krijg er spontaan de kriebels van. Wij zijn inmiddels ook gespot door een wat oudere monnik die ons aanspreekt en vraagt of we het mooie oude houten buddha beeld al gezien hebben. Nee?, nou kom maar mee dan laat ik het jullie zien. Hij neemt ons verder mee het terrein op waar veel monniken op de grond zitten of in hangmatten hangen. Het is er druk, want er slapen er aardig wat in tentjes op het terrein. Het houten buddha beeld is inderdaad mooi en ziet er oud uit. De monnik laat ons een oude zwart wit foto zien en we lezen dat het beeld uit een en dezelfde grote boomstam gemaakt is. We bedanken onze vriend in zijn oranje gewaad en verlaten de tempel, dan horen we dat we nageroepen worden. Een andere monnik komt achter ons aangerend met een tros bananen; ‘ for the baby’. Wat zijn de mensen toch lief!

We eten die avond bij de Witching Well vlak achter onze akkomodatie. Het eten is er heerlijk en de sfeer is relaxt. We wandelen nog wat over alweer een nachtmarkt en kopen wat kleine souvenirs.

Markt in Soppong en Chinese croissants op de grens met Birma

We verlaten Pai vroeg. De weg naar MaeHongSon is net zo bochtig als gisteren, maar dit maal zijn we voorbereid en hebben we een klein pilletje genomen. De weg is ook beduidend rustiger, veel minder reclame voor koffie en minder verkeer. De bomen lijken wel groener dan eerder en we zien ook niet meer zo veel verbrande stukken bos meer. Wel zien we steeds meer checkpoints waar Thaise militairen controleren op smokkelwaren. Als ze onze lange bleke neuzen zien, wuiven ze ons door. Bij een uitzichtspunt stoppen we even kort om de benen te trekken en de omgeving even rustig in ons op te nemen voor we verder rijden naar Soppong.

DSC_0001Hier is het markt, waar we prachtig geklede bergvolkeren hun groenten zien verkopen. Zowel de dames als de heren dragen kleurige kleding in rood en paars met veel fluweel en geborduurde patronen. Er wordt ook aardig wat op de lokale variant van pruimtabak gekauwd; als men glimlacht zie je een mond vol zwarte derrie. We kopen een klein rugzakje voor Robin zijn speelgoed en een mooie vrachtwagen die hij er gelijk in kan stoppen. We tanken nog even bij het kleine benzine stationnetje waar wij tussen tientallen brommers als enige auto in de rij staan voor we verder rijden.

Het was ons inmiddels al opgevallen dat de tempels hier in het Noorden een heel ander uiterlijk hebben. Veel bestaan uit grote houten gebouwen afgewerkt met een rand die wel van kant lijkt. Als we er weer een passeren besluiten we even te stoppen. Het is een heel klein rustig dorpje waar we doorheen rijden voor we de auto op het tempel terrein parkeren. Goed om even de benen te strekken, junior rent al snel achter de kippen aan. We slenteren wat rond en nemen deze Birmese stijl in ons op.

Een paar kilometer voor Mae Hong Son slaan we af, ons doel is de Chinese nederzetting Mae Aw op de grens met Birma. Hier zijn eind jaren veertig Yunnanese Chinezen neergestreken die gevlucht zijn voor het communistsche bewind in China en zij schijnen duidelijk hun Chinese stempel op het plaatsje gedrukt te hebben.  We zijn blij met ons navigatie systeem dat ons foutloos door de kleine dorpjes loodst. Het is een mooie route over smalle wegen langs groene rijstvelden met mooie vergezichten.  Als we aankomen in het dorpje lijkt het uitgestorven, we parkeren onze auto aan de rand van het grote waterresservoir dat centraal in het plaatsje ligt. We zien veel winkels die thee en andere souvenirs verkopen en versierd zijn met rode lampions. We wandelen bij een groot restaurant binnen waar wel wat volk zit en nemen plaats aan een typisch Chinese ronde tafel met draaiend plateau met uitzicht op het water. We zijn zeer welkom met ons kleine blonde ventje dat weer aardig in zijn armpjes geknepen wordt. Het eten dat we bestellen is erg lekker. Alleen de gefrituurde crossaints die er bij het tafeltje verderop zo lekker uitzagen vallen een beetje tegen. Na het eten wandelen we nog wat door het plaatsje en fotograferen de typische Chinese borden en versieringen voor we weer terug rijden naar de hoofdweg op weg naar de eindbestemming: Mae Hong Son.

We rijden door de stad heen om aan de andere kant onze akkomodatie te zoeken en die vinden we zonder probleem aan een smal weggetje van de hoofdweg af. Het Fern resort is alles wat we dachten dat het zou zijn; rustig, groen met veel kleine klaterende waterpartijen, uitgestrekt en vriendelijk. Eind van de middag halen we zoonlief uit bed en verhuizen we naar het rijstterras dat alleen tegen zonsondergang open is. Wat een heerlijke plek! Wij drinken een biertje en eten wat nootjes terwijl Robin op het bamboe terras met zijn nieuwe toeta speelt. De zon zakt langzaam aan de horizon over de rijstvelden.

Een van de vriendelijke dames die hier werkt gaat een stukje met Robin wandelen, het voelt gek genoeg gelijk vertrouwd dat ze hem meeneemt naar het restaurant om hem te showen aan haar collega’s. Wij volgen even later, want inmiddels is het etenstijd geworden. Het smaakt goed wat ze hier op de uitgebreide kaart aanbieden. We raken nog even aan de praat met een ander Nederlands gezin dat al enige maanden op reis is. Hun dochtertje is iets ouder dan Robin en dus is het jammer dat ze morgen alweer gaan. Die hadden best even samen willen spelen. We gaan met zijn allen op tijd naar bed, het is een mooie maar lange dag geweest.

De tempels van Mae Hong Son

Geen wekker die ons wekt vandaag, maar het geluid van fluitende vogels en een kabbelend beekje dat onder onze bungalow door klatert. Het is best fris hier in de omgeving, en ik doe met groot plezier een vestje aan als we richting het restaurant gaan voor het ontbijt. Heerlijk ook om ’s nachts geen airco aan te hoeven doen.

Het ontbijt is prima, maar na die paar weken Azië begin ik wel zo zoetjes aan een beetje genoeg te krijgen van toast met jam of gebakken ei. De cheddar kaas en la vache qui rit die we in Chiangmai gekocht hebben zorgen voor een klein beetje variatie.

fotoWe gaan vandaag MaeHongSon verkennen en beginnen bij de tempel op de berg met de lange naam; Wat Phra That Doi Kon Mu. Vanaf hier hebben we schitterend zicht op een de stad die gehuld is in de dikke laag mist waar Mae Hong Son zo om bekend staat. Die is deze tijd van het jaar extra dik is vanwege de rook van de vele branden die de boeren in de omgeving aansteken om hun akkertjes weer vruchtbaar te krijgen. De mooie witte tempel is rijk versierd met gouden ornamenten en veel gele vlaggen. Het is een erg leuk bezoek, want het is er gezellig druk; er zijn lezingen en er wordt druk geofferd. Robin gaat op de foto met een dame die net afgestudeerd is en in haar toga hier gekomen is voor een fotosessie. Een foto met een kleine blonde peuter is dan leuk meegenomen. Robin zijn dag wordt gemaakt als hij met een grote houten knuppel op de tempelbellen mag slaan.

Dan dalen we weer af naar het stadje en drinken we een kopje hele vieze koffie bij een restaurantje naast het kleine meertje in het centrum. Hier vinden we ook een reisagent die ons de volgende dag wel mee op toer wil nemen. We boeken een halve dagtrip dat met een bezoek aan een olifant, een boottochtje en en tocht naar de langnek dames.  Na de lunch bij het Fern restaurant in de stad keren we weer terug naar het  Fern resort voor het gebruikelijke middag ritme; Robin slaapt in de kamer en wij zitten op het terras. Dit maal bij het zwembad met onze voeten in het water. Meer lichaamsdelen waag ik niet, want het water is steen en steen koud.

Die avond gaan we voor de avondmarkt in het stadje. Die stelt niet veel voor, maar is wel gezellig.DSC_0183 Dit keer is het een drukte van belang bij de Wat Jong Klang tempel. Ik probeer hier en daar bij de bezoekers los te peuteren wat er voor feest gaande is, men wil wel antwoorden maar hun engels is niet toereikend en mijn thais al helemaal niet. Hoe dan ook, het is er gezellig. Iedereen koopt wat bloemen en houdt deze met gevouwen handen voor het gezicht terwijl ze drie maal rond de mooie witte chedi lopen. Bij een kleine vijver laten mensen bootjes met bloemen en kaarsje te water die vrolijk rondjes varen. Wij vinden binnen een apparaat waar je muntjes in kan gooien waarna er allerlei lampjes gaan branden. Robin stort zich er vol overgave op en krijgt aardig wat muntjes toegestopt van andere bezoekers  die ons mannetje wel weer heel schattig  vinden. Op de weg terug naar naar de auto kopen bij een oud vrouwtje een overheerlijke roti met banaan en gecondenseerde melk. Deze tandeloze bejaarde weet hoe ze een goede pannenkoek moet bakken!

Gekko zonder staart

Bij terugkomst in onze bungalow zie ik dat we een gast hebben, op de muur tegen het plafond zit de grootste gekko die ik ooit gezien heb. En hoe groter de gekko, hoe groter de herrie die hij kan maken. Dus dat hij de kamer moet verlaten staat wel vast. Het beest is echt enorm; zonder staart meet hij al zeker 20 centimeter en dat is ook hoe hij uiteindelijk het pand verlaat: zonder staart. Maik weet hem namelijk met wat gestuntel met een omgekeerde prullenbak te vangen en zo de deur uit te werken. Maar de gekko laat wat achter: zeker 5 centimeter staart is tijdens de worsteling afgehakt door de prullenbak. En tot mijn grote afgrijzen blijft dat stukje staart nog een paar minuten spartelen in de hoek van de kamer.

Olifanten en dames met lange nekken

Om stipt half negen staat onze gids de heer Dam ons op te wachten op het parkeerterrein van het resort. In zijn grote pick up rijden we een stuk door de omgeving bij een klein hutje langs een watertje stoppen we. In het watertje wordt een olifant gewassen, dit blijkt onze vriendin voor deze ochtend. Als ze fris en fruitig uit het water komt is het aan Robin de beurt om haar kleine watermeloentjes te voeren. Hij vind het geweldig, stampt met zijn voetjes en kraait van plezier.

DSC_0253

We klimmen op een stellage om vandaar met zijn drietjes plaats te nemen in een klein houten bakje op de rug van de olifant. De mahout stapt via haar slurf ook aan boord en neemt plaats achter haar oren. We gaan op stap. Rustig wandelt deze grote dame met ons op haar rug over de weg en slaat dan af op een piepklein paadje het gras in. We wandelen langs kleine boeren hutjes de jungle in. Het is hier prachtig: heftig groen en wild begroeid met daarover een laagje Mae Hong Son mist. Ik voel me wel erg kwetsbaar op de rug van dit gigantische dier. Soms doet ze niet direct wat de mahout in gedachte had en dan ben ik toch weer blij dat hij haar tot andere gedachten weet te brengen. Onze trip eindigt na een uurtje met een oversteek van de rivier. Er staat een behoorlijke stroming, maar onze vriendin stapt erdoorheen alsof het een plasje regenwater is. Aan de overkant stappen we af en mag Robin haar weer voeren. Wat een avontuur voor zo’n klein ventje.

Iets verderop aan de rivier stappen we op een longtail boot. Ook hier is het rustig met toeristen, onze gids vertelt dat wij pas de 2e passagiers zijn deze week. De tocht over de rivier is geweldig, de jungle is hier nog dichter en lijkt wel nog groener. Robin zit met zijn zwemvest aan stevig tussen Maik zijn benen ingeklemd om zich heen te kijken.

We meren aan op een stukje zand bij een klein dorpje en wandelen hier via de zijkant naar binnen. Dam wijst op een paar bomen in de verte en vertelt dat daar Myanmar al begint. En dat is ook waar de bewoners van dit dorpje vandaan komen; Birma. Zij zijn gevlucht voor het militaire regime en hier terecht gekomen. De vrijheid die men hier heeft is er eigenlijk alleen in theorie, deze mensen hebben geen paspoort en kunnen het dorp niet uit. De Thaise overheid houdt hen hier en vroeg tot voor kort zelfs entree aan de toeristen om dit dorp te mogen bezoeken. Die entree betalen wij nog steeds, maar de inkomsten hiervan schijnen nu direct het dorp in te gaan.

En dat klopt hopelijk ook wel: het plaatsje ziet er best welvarend uit; er is een goed onderhouden schooltje en er loopt goed gevoed vee rond. We stoppen bij een dame met grote ronde ringen in haar oorlellen. Met in haar oorlellen bedoel ik dat letterlijk, de gaatjes in haar oren zijn hierdoor uitgerekt tot een omvang van enkele centimeters. Men noemt de dames van deze bergstam dan ook de langoren.  Ze verbouwt rode pepers die ze nu aan het hakken is. Langs haar huisjes bereiken we de hoofdstraat van het plaatsje. Hier zitten vele bewoners op hun veranda met hun kleine beetje koopwaar uitgestald. Ook hier enkele dames met de ringen in het oren, maar ook de wereldberoemde langnek dames. Die naam slaat op de schijn dat men lange nekken heeft door de vele koperen ringen die er omheen gebogen zijn. Maar dit maakt in werkelijkheid de nek niet langer, het drukt alleen de schouders naar beneden. De dames verkopen souvenirs in de vorm van poppetjes met ringen om de nek en klein beeldjes. Een paar dames wenken ons en we gaan naast ze op de bank zitten terwijl een van de hen Robin tegen zich aan trekt. Voor ons een kans om ongegeneerd foto’s te maken.

We wandelen verder door het straatje waar wij met ons blonde kindje net zo een attractie zijn als zij met hun mooie koperen ringen om hun nek en prachtige gekleurde kleding. De balonnen die we tevoorschijn halen doen het goed bij de kindertjes en zoonlief deelt ze enthousiast uit.

DSC_0355Tegen het eind van het dorpje koop ik een sjaal bij een van de dames die hoogzwanger achter een weefgetouw zit met haar gouden ringen om. Haar overbuurvrouw wenkt ons vriendelijk, ook zij wil Robin wel even aanraken. Ze spreekt heel behoorlijk Engels en raak ik met haar in gesprek, geen diepte interview, maar we kunnen wel uitwisselen hoe oud we zijn en hoe oud onze kinderen zijn.  Als Robin wat onrustig wordt pakt ze haar zelfgemaakte gitaar en begint ze voor ons te spelen en te zingen. Het is breekbaar mooi. Ik koop wat sleutelhangers bij haar en neem een beetje ontroerd afscheid. Wat een mooie lieve vrouw.

Al met al is het een wonderlijk bezoek, de mensen zijn hartelijk en ik heb niet het gevoel dat we aapjes aan het kijken zijn, ze zochten ook echt contact met ons. Maar hoe mooi het hier ook is en hoe goed ze schijnbaar door het toerisme ook in hun levensonderhoud kunnen voorzien, ze zitten wel vast in deze uithoek van de wereld.

Terug gaan we ook weer met de boot, heerlijk nu het warmer is om lekker op het water te zijn met de wind in onze haren. Mr Dam brengt ons netjes terug naar onze akkomodatie en we bedanken hem voor een geslaagde ochtend. Ik hoop voor hem dat het toerisme binnenkort weer aantrekt.

We lunchen bij het resort terwijl Robin door de tuin kuiert op zoek naar hondjes. De rest van de dag blijven we hier en verplaatsen we ons van terras naar terras. We zien de zon weer zakken vanaf het rijstterras terwijl Robin met het zoontje van een van de dames uit de bediening speelt.

Visjes voeren

We slapen uit en ontbijten op het terras voor we de auto instappen voor een klein tripje naar Tham Pla. Deze plaats staat bekend als de fishcave. In werkelijkheid is het een mooi onderhouden park dat aangelegd is rond een kabbelend beekje vol met vissen. Het water stroomt voor een deel langs een uitsparing in de rotsen wat met veel fantasie een grot genoemd kan worden. We kopen er wat visvoer korrels en een zakje groenvoer. Robin vind het weer geweldig om de spartelende vissen te voeren. Het is een heerlijk parkje om een ochtend door te brengen. Zelfs de koffie op het terrasje smaakt goed. Op de terugweg kopen we bij de 7 eleven in MHS een tosti voor de kleine man zodat we hem bij aankomst gelijk in bed kunnen leggen. Zo’n laffe witte tosti gaat er altijd wel in.

Die avond eten we in het stadje bij Sawasdee, het valt een beetje tegen. Om de teleurstelling te verwerken zoeken we de oude dame met haar roti stalletje weer op. Ze stelt ons niet teleur, haar roti met banaan is weer overheerlijk!

Nog meer bochten op weg naar MaeSariang

Vandaag verlaten we Mae Hong Son om onze route langs de MHS loop te vervolgen, op naar Mae Sariang! Na iets van 60 kilometer stoppen we in Khun Yuam voor een bezoek aan de lokale tempel en lunch bij het Baan Farang Guesthouse.

Tegen het eind van de middag komen we aan in Mae Sariang na weer een erg bochtige weg. Het plaatsje maakt een prettige eerste indruk, een rustig stadje met aardig wat tempels en een lange straat aan de rivier met wat guesthouses. Wij kiezen voor een kamer in het houten River House hotel. Een gaaf gebouw met een groot gammel terras aan de rivier. Voor ons is er een drie-persoonskamer op de bovenste verdieping met een balkon met uitzicht op de rivier, helemaal prima. Robin gaat gelijk slapen, ik leg hem in zijn tentje op het derde bed. Als ik de deur uit wil lopen met de babyfoon in mijn handen hoor ik achter me een knal gevolgd door een huilend kind. Hij is met tent en al van het bedje gevallen. Wat een slechte moeder; ik heb helemaal niet gekeken of het bed tegen de muur stond en daar ligt Robin dus nu, tussen bed en muur in zijn tentje. Als ik hem eruit gevist heb is hij snel getroost en zie ik geen zichtbare verwondingen. Arm kind.

Na een verfrissend drankje gaan we op zoek naar een gids die ons de volgende dag mee op pad wil nemen. Veel aanbod is er niet en de weinige gidsen die Mae Sariang te bieden heeft, blijken op pad te zijn. Uiteindelijk vinden we meneer Salawin die een neef of iets dergelijks  heeft die ons mee zal nemen op een halve dagtocht naar een dorp met bergvolkeren en een waterval. Niet de trip naar grensstadje Mae Sam Leap die we in gedachte hadden, maar daar wil hij niet aan. Te ver, te moeilijk, hij heeft er duidelijk geen zin in. Nou vooruit dan maar, er is geen andere keus.

Die avond eten we bij Coriander in Redwood verderop in de straat, het enige restaurant waar nog meer gasten zitten. Het eten is erg goed. Als we nog wat door het plaatsje wandelen komen we Mr Salawin weer tegen, vanaf de overkant van de straat zwaait hij enthousiast naar ons en roept duidelijk aangeschoten “ see you tommorrow”. Als je dan maar weer nuchter bent vriend.

The road to nowwhere

Netjes op tijd staan we de volgende dag voor het guesthouse waar mr Salawin werkt, hij stapt aarzelend naar buiten, groet ons vaag en gaat gelijk bellen. Na het telefoontje komt hij naar ons toe en vertelt dat zijn gids er nog niet is. Hij stapt op zijn fietst om hem even te halen. Niet veel later komt hij terug, de gids kan niet komen. Een vaag verhaal over teveel gedronken de vorige avond volgt. Wij hebben de indruk dat hij helemaal nergens heen gefiets is en dat het verhaal vooral op hem slaat. Maar het resultaat is wel dat we geen gids hebben. We laten hem duidelijk, doch rustig, weten dat we dit op z’n zachts gezegd niet waarderen. Hij lacht het een beetje weg en begint een vreselijk onduidelijk kaartje te tekenen, volgens hem is het allemaal makkelijk zelf te vinden.

DSC_0546We balen en rijden weg, wat nu? Zullen we het er dan toch maar zelf op wagen om naar de grens met Birma te rijden. We hebben gisteren tijdens onze zoektocht naar een gids diverse mensen gesproken, de een zei dat het te doen is, een ander zei dat de weg te slecht is voor een gewone personenwagen. We wagen het erop. Lang leve de navigatie, die leidt ons binnen no time Mae Sariang uit het platteland op. We rijden door kleine dorpjes over prima wegen, so far so good. We zien op de kaart dat we een rivier over moeten om verder te kunnen en het is dan ook logisch dat het navigatiesysteem ons vraagt af te slaan. We zien de rivier in de verte al liggen, maar als we er bijna zijn trapt Maik plotseling hard op de rem. Nog geen 2 meter voor ons ligt een brede betonnen brug over de rivier….. door midden gebroken. Hmmm.

We vragen de weg aan twee mannetjes die naast de brug staan te kletsen, ze wijzen naar de overkant van de rivier. Ja, maar hoe komen we daar. We besluiten terug te rijden naar het laatste dorp, daar is misschien een brug. En dat klopt, hier kunnen we de rivier wel over. Vanaf daar pakt het navigatiesysteem de route weer op. Nog steeds is de weg prima, hier en daar een pothole, maar niets ernstigs. Vanaf een checkpoint aan het eind van weer een volgend dorp slaan we af de bergen in, de weg gaat omhoog en al snel slingeren we door de bochten. Ook hier weer een prima weg, zelfs hele stukken met gloednieuw asfalt. Zou het dan toch meevallen?

We hebben het ons nog niet afgevraagd of er verschijnen flinke gaten in de weg. We manouvreren er overheen en rijden verder op een mooi stuk weg. Zo herhaalt het zich nog een paar keer; een goed stuk weg afgewisseld met een weg vol gaten en heuvels. Alleen hoe verder we komen hoe langer de stukken met steeds diepere gaten worden. Het asfalt wordt ook steeds minder en al snel rijden we op een verhard zand pad. Ik moet uitstappen om ons over de grootste obstakels heen te manouvreren. Op ongeveer 14 kilometer voor de eindbestemming stappen we uit en overzien we de situatie. We zijn onderweg weinig ander auto’s tegengekomen, en al helemaal geen wagens die als we vast komen te zitten in staat zou zijn om ons er uit te trekken. Ook is de weg steeds smaller geworden, en de afgrond ernaast niet minder diep. Keren wordt steeds lastiger, we besluiten voor veilig te gaan en rechtsomkeert te maken.

Terug in MaeSariang halen we maar weer eens een tosti bij de 7 Eleven en gaan we bij de tempel aan de overkant even zitten om deze op te eten. Het is een leuke tempel, even verderop vinden we een grote groep monikken die rond een aantal tafels met allerlei lekker hapjes staan te kletsen. Robin krijgt gelijk wat lekker toegestopt. Dan stappen we weer in de auto, als Maik deze in zijn achteruit zet horen we een flinke krakende knal. Even is het stil in de auto, dan beseffen we ons: oeps, daar stond een paaltje. We stappen uit om de schade te bekijken en zien een flinke deuk in de achterbumper.  Gelukkig zijn we goed verzekerd.

In het hotel leggen we Robin in bed en gaan we op het terras zitten voor de lunch. Even bijkomen van deze inspannende en teleurstellende ochtend. We bespreken onze plannen voor de rest van de dag en besluiten Robin op tijd uit bed te halen en alsnog op pad te gaan op zoek naar het bergdorp dat Mr Salawin in de planning had. Het is maar goed ook dat we dat doen, want in de middag valt de stroom uit in het stadje en dus ook de airco in onze warme zolderkamer. We verlaten wederom Mae Sariang, dit keer blijven we op de grote weg tot aan een groot bord van de koning en de koningin, volgens de dame van het guesthouse moeten we hier afslaan voor het leuke bergdrop. Het is goed te vinden en we rijden snel op een slechte weg richting het dorp. En slecht wordt al snel heel slecht, we krijgen flashbacks naar die ochtend en besluiten na voor de zoveelste keer stapvoets door een pothole te zijn gereden wederom rechtsomkeert te maken. Dit keer hebben we echt de pest erin. We rijden ook direct terug richting Mae Sariang, die waterval kan ons ook gestolen worden.

We bezoeken nog een andere tempel in het stadje voor we terug gaan naar ons hotel. Helaas is er nog steeds geen stroom.  We besluiten wat over het marktje verderop te wandelen, en onze was op te halen. Dan gaan we voor een drankje naar een leuk restaurantje verderop, we waren er al langs gelopen en de hangmatten en kussens met uitzicht op de rivier lokten ons. Als we binnenstappen zit er maar een andere gast een biertje te drinken, we kunnen dus de beste hangmat kiezen. Die zien er van dichtbij best wel smerig uit. De tafels plakken ook van viezigheid en er marcheert een heel leger aan rode mieren over de reling. Hmmm, we wachten nog even op de bediening, maar als er na 10 minuten nog geen teken van leven is stappen we teleurgesteld op. Ik heb het nu helemaal gehad met Mae Sariang!

We eten in ons hotel en leggen Robin in bed met de deuren tegen elkaar open, want er is nog steeds geen stroom. Bij kaarslicht spelen we een paar spelletjes rummikub en we kijken wat rond in de omgeving van het hotel, het heeft wel wat zo’n stadje zonder elektrisch licht. Gelukkig springt vlak voor we naar bed gaan het licht overal ineens aan, yes de stroom is terug!

7 Eleven tosti bij de tempel Tempel Birmese stijl Twee koppige monnik Verschrikkelijk slechte weg

Terug naar ChiangMai

We staan op tijd op, ontbijten en maken dat we wegkomen, dag MaeSariang met je onbetrouwbare gidsen, slechte wegen, kapotte bruggen, onhandig geplaatste paaltjes en stroomuitval!

De eerste helft van de weg terug naar de grote stad is nog zoals we die van de afgelopen dagen kennen, bochtig door de bergen en mooi vanwege de natuur en de vergezichten. Maar het is er wel drukker met verkeer, veel vrachtverkeer ook. Wij haken aan bij een grote truck die met hoge snelheid over de weg raast. Alle tegenliggers drukt hij de berm in, niet echt rijgedrag om trots op te zijn, maar prettig voor ons want we rijden moeiteloos achter hem aan. We vinden het dan ook jammer als hij na ruim 150 kilometer voor ons gereden te hebben af moet slaan.

We hebben een goedkope kamer gereserveerd bij het Awana guesthouse in de oude stad. Het ligt aan een heel klein smal straatje en het blijkt lastig een parkeerplaats te vinden. We overdenken wat we nog met onze huurauto willen doen en besluiten ‘m die avond maar gelijk in te leveren. Men maakt bij Budget geen probleem van de deuk, zoals we al wisten zijn we er voor verzekerd. In het ChiangMai Airport plaza winkelen we nog wat voor we aanschuiven voor sushi en meer bij de Jappanner.

Terug in het guesthouse steken wij met babyfoon in de hand de smalle straat over naar de massagesalon. Maik laat zich mee naar de bovenverdieping voeren voor een full body massage, ik neem plaats in de comfortabele stoelen beneden voor een voetmassage. De dames van de salon vinden de babyfoon wel vermakelijk, iedereen die langskomt krijgt te horen wat het is. Mijn massseuse doet het graag nog even voor; “ baby: mama, mama, weeeeh” Lachen joh!

Op de trappers door ChiangMai

DSC_0648_2Het is een verdomd handig steegje waar we logeren, aan de overkant hebben we naast de massagesalon onze was al achter gelaten en weer een deur verder kunnen we fietsen huren. Dat is dan ook wat we de volgende ochtend doen. We kiezen voor twee kleine fietsjes met kleine ketting slotjes en mandjes op het stuur. Robin gaat in de patapum bij papa op zijn rug. De oude stad van ChiangMai is, zeker overdag, rustig met verkeer. We kiezen de kleine zijstraatjes en rijden over tempelterreinen richting de uiterste hoek van de stadsmuren. Hier stoppen we in een klein lief parkje met een speeltuintje. Robin vind het er leuk, er zijn andere kinderen en dat de speeltoestellen vreselijk gammel zijn vergeleken met thuis kan hem niet schelen.

Voor vader en moeder is er gelukkig ook wat leuks in het park, een klein koffiehuisje met airco. De koffie smaakt er goed. We kopen nog wat vissenvoer wat we niet alleen aan de vissen kunnen slijten, er komen ook behoorlijk wat duiven op af.

We vervolgen onze fietstocht en stoppen hier en daar bij een tempel, voor we weer rustig terug peddelen naar het guesthouse. Lunch en kinderbedtijd!  Na het slaapje willen we gaan zwemmen in het kleine zwembadje van het guesthouse, maar dat is zo koud dat ik er niet eens in durf, laat staan onze kleine man. Dan maar onze tassen verder pakken, die avond vertrekken we met de nachttrein naar Bangkok.

Kedeng Kedeng

DSC_0657_2

Als we eenmaal in beweging zijn is Robin helemaal in zijn sas, hij ziet overal auto’s en brommers en zit zelf in een trein. Hoe leuk kun je het hebben. Onze eerste klas coupe bestaat uit een brede bank, een piepklein wastafeltje en wat rekken om onze bagage op te bergen. We sluiten de deur, maar dat weerhoudt niemand ervan om om de haverklap aan te kloppen en binnen te stappen, men heeft van alles in de aanbieding, vooral eten en drinken. We vragen de conducteur om onze bedden om een uur of 8 al op te maken zodat Robin alvast kan gaan slapen. Wij hebben zijn tentje opgezet op de grond naast het onderste bed. Het is waarschijnlijk allemaal een beetje te spannend, want het duurt nog een tijdje voor hij in slaap valt. Ik neem hem nog even bij mij in het onderste bed, maar dat is geen succes, hij blijft draaien en het lampje aan en uit doen. Uiteindelijk vallen we allemaal in slaap en houden dat prima die nacht met de cadans van de rails vlak onder onze bedjes.

Kanchanaburi 14 maart – 19 maart 

Als we om een uur of half 6 wakker worden is het al licht en zien we het platteland langzaam veranderen in de voorsteden van Bangkok. Het is de bedoeling dat we om 7 uur aankomen in de hoofdstad, maar we staan vaak stil en rijden erg langzaam. Uiteindelijk is het bijna 10 uur als we op het Hualampong station aankomen, waarbij  het best een uitdaging blijkt Robin de laatste kilometers te blijven vermaken. De volgende etappe is een taxi naar Kanchanaburi en daar heeft hij ook even helemaal geen zin in, ik kan het begrijpen. We zijn blij als hij na verloop van tijd in slaap valt.

DSC_0160Een kilometer of 10 buiten Kanchanaburi logeren we bij het Oriental Kwai Resort.  Als we aankomen bevalt het ons gelijk: rustig, klein, heerlijk aan de rivier gelegen en wat ziet het zwembad er fijn uit! We worden vriendelijk welkom geheten door de Nederlandse eigenaresse en kunnen gelijk onze bungalow in, waar we Robin nog even in bed leggen en zelf een frisse sprong in het zwembad maken. De rest van de dag blijven we waar we zijn en eten we heerlijk in het restaurant aan de rivier.

Ook de dag erop doen we even helemaal niets, zwemmen, spelen, slapen en eten. Tegen de avond laten we ons naar Kanchanaburi rijden waar we eten bij de Mangosteen,  een klein restaurantje in een verder beetje ranzige backpackers straat. Ze zijn er goed op kinderen ingesteld met een kinderstoel en speelgoed. Niet ver hiervandaan is de avond markt. Het is er gezellig druk met Thaise families die af komen op de kramen met lekker hapjes en goedkope kleding en speelgoed. Ook is er een kraampje waar je baby geitjes kunt kopen, deze heeft een grote aantrekkingskracht op kleine kindjes. Ook Robin steekt vol overgave zijn vingertjes door de kooitjes.

Erawan Watervallen

De volgende ochtend stappen we in de taxi voor een tochtje naar de Erawan watervallen. Erawan watervallenMet Robin in de rugdrager stappen we door het park richting de watervallen. Bij de toiletten op het onderste niveau verruilen we vast onze onderkleding voor zwemkleding en gaan we op pad naar de hogere niveau. Het is erg leuk om door het mooie groene park te klimmen met een verkoelende plons in het vooruitzicht. Maar bij nivo vier houden we het voor gezien. Hier zijn we hoog genoeg gekomen voor mooi uitzicht op de omgeving en bezweet en vermoeid genoeg om niet verder te willen klimmen. Om te zwemmen is dit 4e plateau niet heel geschikt, dus we stappen terug naar 3 waar we een goede plek vinden om het water in te gaan. We gaan eerst pootje baden, wat best grappig is met de visjes hier, ze staan er om bekend dat ze aan je benen en voeten “knabbelen”. Een gek gevoel, en zeker ook een raar gezicht al die kleine visje die aan je been hangen. Klauterend over gladde stenen en boomstronken gaan we het diepere gedeelte in. Het is wel zaak om te blijven bewegen, anders hangen er binnen no time hele zwermen vissen aan je benen. Er zwemt ook een hele schoolklas Thaise kindertjes, we hebben onmiddellijk aanspraak. Eenmaal weer op het droge willen ze allemaal met Robin op de foto. We laten het even gebeuren, maar beschermen dan ons kind weer tegen de overweldigende aandacht.

De rest van de dag blijven we hangen bij het Oriental resort, we zwemmen, slapen en eten. Het is een fijne plek. Er zijn wat nieuwe gasten bijgekomen, van uit alle windstreken wat ik fijn vind. De eerste dag had ik een klein beetje het idee in een Nederlands enclave terecht te zijn gekomen.

Bootje naar de brug

Een longtail boot ligt na het ontbijt in de rivier op ons te wachten, het is een lekker tochtje. Pijlsnel vaart het bootje over het water, onze haren wapperen in de wind. Langs de kant zien we een groene jungle afgewisseld met luxe woningen en hier en daar een hotel.

Onder de beroemde brug over de River Kwai gaan we aan wal, het is er een drukte van belang. In mijn ooghoeken zie ik een Thai met cowboyhoed een foto van ons maken. We besluiten eerst even een bakkie te doen voor we verder gaan en vinden een klein boomstammen koffietentje aan het water waar voor ons een prachtige cappucino gemaakt wordt. De barrista maakt er kleine kunstwerkjes van en ze smaken gelukkig ook nog goed. Robin gaat op de bar zitten en wordt vermaakt door de vrolijke dames achter de bar.

Klap eens in je handjes op de brug

We willen graag een tochtje maken met het kleine toeristen trein dat over de brug rijdt, we vragen ernaar bij een klein loket op het perron. Dat treintje gaat pas over ruim een uur want de grote trein kan er elk moment aankomen. Dat is jammer! We wachten even tot de grote trein stampend en stomend binnen komt rijden. Hij stopt om passagiers uit te laten stappen voor hij weer verder rijdt over de beroemde brug. Wij volgen de trein en lopen de oude spoorbrug op, over de smalle planken over de rivier  Wat een toeristen hier! Wij wandelen tot de overkant en weer terug, daar worden we aangesproken door een man met een cowboyhoed. Hij houdt een schoteltje met teksten over de River Kwai voor ons, terwijl ik hem vertel dat ik geen interesse heb zie ik dat er een foto van mijn kind op dat bordje staat. Aha, vandaar! Dan is het mooi geweest, we gaan niet nog een klein uur op het treintje wachten. Het is even zoeken en onderhandelen voor we een songthaew gevonden hebben die ons terug wil brengen naar het resort.

Als Robin en Maik een middagslaapje doen laat ik me met de auto ophalen door de Engelse eigenaresse van een massagesalon een paar kilometer verderop. Hier krijg ik een heerlijke massag in een mooi houten huis rustig op het platteland gelegen.

Tijgers en draken en tempels

Met een taxi rijden we richting Kanchanaburi om wat tempels te gaan bezoeken die voorbij de stad aan het water liggen. Onderweg komen we langs grote Chinese begraafplaats met mooie graven met de kenmerkende halve cirkels. De eerst tempel die we bezoeken is ook Chinees. We zien een enorme hoge trap omhoog gaan zo de opengesperde bek van een gigantische draak in! Gelukkig zijn we niet bang uitgevallen en we beklimmen dapper alle rode treden en stappen zo de bek van de draak in. Hier gaat de klim nog even door. Eenmaal boven rusten we uit samen met een Thaise familie op een bankje in de wind. Nog een paar treden hoger zit een non op een stoeltje, ze wenkt ons dichterbij en we gaan bij haar en haar katten zitten. De grot waar een groot boeddhabeeld staat verken ik alleen, Robin zit wel lekker bij die katten. Terug beneden drinken we nog een colaatje uit een zakje voor we verder rijden.

De volgende tempel is wel even wat commerciëler dan de vorige, er is een grote parkeerplaats waar een paar geweldig versierde bussen geparkeerd staan. Ook deze tempel is op een heuvel gelegen en hebben de keus uit de trap naar boven of een klein trammetje. We kiezen voor het laatste. Een miniscuul klein wagonnetje hangt aan een kabel tegen een enorm schuine wand. Instappen door de piepkleine deuropening is een kunst, want ook het wagonnetje is schuin. De Japanners die al in het bakje zitten kijken geamuseerd toe hoe wij onze grote Hollandse lichamen in het wagentje wurmen. Zodra we goed en wel zitten komt het apparaat in beweging, alles kraakt en piept terwijl we tegen de steile wand omhoog getrokken worden. Zweet vormt zich in onze bilnaad, niet van de hitte, maar de spanning of we wel heelhuids bovenkomen. Maik heeft een ongekend talent om op zulke momenten gewoon uit te spreken wat je juist niet wilt horen “ als die kabel knapt zijn we hartstikke dood”. Dank je schat, ik voel me nu een stuk beter.  Als het bakje stil staat wurmen we ons weer door de kleine opening naar buiten, terug nemen wij de trap!

Doneren op de lopende band

Het tempelcomplex bestaat uit een heleboel gebouwen en het zijn feitelijk twee tempels. Wij vinden het er gelijk leuk, het is een ratjetoe aan stijlen en er is van alles te doen. Robin vind al snel de beelden van een aantal tijgers en poseert grommend voor een foto. Voor een gigantisch Buddhabeeld is een lopende band te vinden waar kleine donatie bakjes aan vast gemaakt zijn. Maik tilt Robin op om hier kleine baht muntjes in te mikken. Met opperste concentratie wacht hij tot er een bakje voorbij komt en zonder te knoeien worden de muntjes geofferd. We kopen ook nog wat stukjes bladgoud , kaarsjes en bloemen om te kunnen offeren. Het bladgoud mag junior zelf op de buddha beelden plakken, hij kijkt de kunsten af bij de Thai die dit aan het doen zijn. De bloemen leggen we neer voor de buddhabeelden en de kaarsjes steken we samen aan. Even verderop hangen aan een mooie kleine boom een aantal tempelbellen, er staan al wat jongetjes waar Robin zich snel bij aansluit. Met een grote stok slaan ze op de bellen tot er geluid uit komt. Door de verhoogde ligging heeft dit leuke tempelcomplex een geweldig mooi uitzicht op de omgeving en….. waait er een verfrissend briesje!

Onze chauffeur staat beneden op ons te wachten met flesjes koud water, heerlijk! We gaan nog even zitten voor we weg rijden. Dit is waar een aantal Thaise meisjes op gewacht hebben, nu kunnen ze op de foto met die bijzondere blonde baby. Robin vind het best, hij blijft netjes zitten, maar een glimlach zit vandaag niet in zijn repertoire.

Op naar Bangkok

De terugreis naar Bangkok gaat weer met de auto, dan kan Robin zijn middagslaapje onderweg doen. De taxi brengt ons tot voor de deur van het Navalai hotel, we plonsen gelijk in het zwembad op het dak. Wat een geweldig uitzicht hier op de rivier en de stad, dit hotel heeft echt een top ligging!

Tegen het vallen van de avond lopen we naar het kleine parkje bij het fort praktisch naast het hotel, als we aan komen lopen horen we de muziek al; it’s aerobics time! Thaise dames staan in het gelid op het terras aan het water en volgen de instructies van de aerobics instructeur. Stapje naar voren, stapje naar achter. Heerlijk gezicht weer. We hadden er graag een Roti bij gegeten, maar ons favoriete tentje is dicht! De teleurstelling is groot, zo vaak komen we nu ook weer niet in Bangkok 

Het blijft elke keer weer leuk om te zien hoe Kao San veranderd, het wordt er elk jaar commercieler en de backpackers lijken ieder jaar jonger te worden. Maar heeft uiteraard meer te maken met het feit dat wij ieder jaar ouder worden. Na een hapje eten gaan we gewoontegetrouw naar het kleine koloniale gebouwtje in een zijstraatje van Kao San voor een bakje Starbucks koffie. Het is er drukker dan ik het ooit gezien heb, als we vragen wat er aan de hand is vertelt het personeel ons dat deze vestiging gaat sluiten en wel over een paar minuten. Wat? Onze favoriete Starbucks gaat sluiten… en vandaag! Dat is wel heel bizar… Als aller, aller laatste klanten ooit kopen we twee caramel macchiato en kletsen we nog wat met de dames en heren die er gewerkt hebben. Ze zijn vereerd als we vertellen dat we hier graag komen. Mogen we dat lieve blonde mannetje wat slagroom geven, ja hoor, vinden wij prima. Robin uiteraard ook.

Als iedereen onder de 2 jaar die avond in bed ligt, nemen wij plaats op het terras aan het water en drinken we nog een drankje. We hebben de babyfoon bij ons, maar ik hou ook de deur van het hotel in de gaten, dit is wel even wat minder kleinschalig dan waar we de laatste weken gelogeerd hebben. Echt relaxt zit ik dan ook niet…

Krokodillen in de klongs

Het ontbijt de volgende ochtend is ook op het terras aan het water. De Chao Praya Express komt en gaat en het kenmerkende fluitje klinkt vertrouwd. Wij willen vandaag ook het water op en stappen de kleine pier naast het hotel op. Bij een mannetje regelen we een tochtje op het water.

Door de klongs van BangkokWe varen met de longtail boot over de drukke rivier tussen de grote binnenvaartschepen door naar de overkant, hier slaan we een rustige zijtak in. We zitten achter elkaar op de klein bankjes met Robin bij papa op schoot in zijn lichtgevende zwemvest. Hij vindt het weer machtig mooi en wijst verbaasd alles aan wat hij herkend “ boot” “ buddha” “ toeta”. Het is een gaaf tochtje, een heerlijk briesje waait langs ons terwijl we om ons heen kijken naar alle huisjes langs de kant van het water. De schipper van een ander bootje roept ons, hij heeft een krokodil gezien. Ja hoor, het zal wel… Maar verdomd, wij zien hem ook; een klein krokodilletje kruipt aan wal. Had onze gids uit Mae Hong Song toch gelijk toen hij vertelde dat door de overstroming vorig jaar alle krokodillen farms in Bangkok hun crocs kwijtgeraakt zijn? Wij dachten toen nog dat zal wel, hij vertelde ons ook namelijk ook dat Koning Bhumibol al bijna 2 jaar in het ziekenhuis woont omdat hij bang is om naar huis te gaan omdat zijn vrouw hem wil vergiftigen. Tja…

Bij een tempel stoppen we nog een keer ons bootje om de vissen te voeren. Een monnik zit er klaar voor, voor 20 baht kun je een zak kleffe broodjes kopen die Robin enthousiast in het water gooit voor de druk spetterende dikke vissen. Tot nu toe steeds succes verzekerd, dat vissen voeren!

Aan het eind van de trip laten we ons bij een andere pier afzetten om de Wat Pra Keo te bezoeken. Tegenover de ingang van deze koninklijke tempel zien we een postkantoor, een uitgelezen kans om het zwemvest naar huis te sturen. Het weegt bijna niets, maar neemt wel veel plaats in in onze rugtassen. Het postkantoortje is erg klein en heeft maar 4 loketten, maar we hebben ze wel allemaal moeten bezoeken voor we het pakketje konden versturen; typisch Aziatische efficiëntie!

Ik sta op wacht

De tempel is de druk bezochtste van het land en dat is te merken. Busladingen vol toeristen wandelen hier binnen, maar wat een geweldig mooie tempel is het toch, alles glimt, glittert en blinkt ons tegemoet. Alsof er iedere avond een schoonmaak team door de tempel gaat om alles weer op te poetsen. Maar jongens, jongens wat is het hier druk… heet een druk. We besluiten niet al te lang te blijven hangen. Om te vertrekken moeten we echter nog wel even langs het Koninklijk Paleis. Hier staan een aantal militairen op de wacht, wij kijken toe hoe verschillende toeristen met hen op de foto gaan tot een van de mannen Robin wenkt. Hij kijkt ons nog even aan of het goed is en stapt dan op de man in uniform af en pakt zijn uitgestoken hand. Dat word voor ons en alle toeristen om ons heen natuurlijk een erg mooi foto moment.

 

 

Richting uitgang doen we nog even snel een drankje bij het kleine restaurantje, de hitte is nu echt op het hoogtepunt. Buiten houden we een tuk tuk aan en laten ons terug brengen naar het hotel. Hier gaat de hele familie even op stok, het was een gave Bangkok ochtend maar we zijn even klaar met de hitte.

Die avond gaan we met de taxi naar het moderne Bangkok, we winkelen en we eten in de verkoeling van de airco. Als we weer terug naar het hotel willen melden we ons bij de uitgang van het winkelcentrum, maar welke taxi het personeel ook aan houdt, niemand wil ons meenemen. Wat is dit nu weer? De medewerkers van de mall zijn vriendelijk en proberen Robin gelijk vol te stoppen met snoep. Een van hen is ineens verdwenen terwijl de rest iedere taxi probeert om ons weg te krijgen. Daar komt er al weer een aangereden, he wie zit daar naast de chauffeur? Het is een van de medewerkers van de mall; ze is naar de weg gelopen om daar een taxi voor ons te zoeken. Wat vinden we toch vaak lieve mensen in dit mooie land!

De schildpadden tempel

Onze tweede en laatste dag in Bangkok nemen we de Chao Praya River Express naar de Memorial Bridge, hier stappen we in een Tuk Tuk voor een kort ritje naar de overkant van de rivier naar de Wat Prayurawongsawat Worawiharn, dat is een veel te lange naam, dus wij noemen hem de de schilpadden tempel.  Vissen voeren is deze reis heel succesvol, en nu willen we graag een stapje verder: schilpadden voeren en dat schijnt te kunnen bij deze tempel. Op stokjes, want de padjes hebben kleine scherpe tandjes.

In de tuk tuk

Onze vriendelijke TukTuk chauffeur rijdt ons het tempelterrein op en zet ons af bij de grote witte chedi. Hier slenteren we wat rond voor we op zoek gaan naar de schilpadden. We vinden ze even verderop in een apart gedeelte van de tempel, met een grote muur erom waarvan de poort… op slot zit! De schilpadden rots wordt verbouwd, we mogen niet naar binnen. We nemen nog wat foto’s voor we teleurgesteld afdruipen. We stappen de straat naast te tempel in, een leuk onbekend stukje Bangkok. Even verderop wandelen we langs een grote katholieke school die hoort bij de Portugese kerk aan het eind van de straat. Deze kerk hebben we al vaak vanaf de boot gezien, hij ligt prachtig met uitzicht op de rivier. Na hier wat rondgekeken te hebben gaan we weer terug naar het hotel, op naar het zwembad op het dak tot het tijd is voor het middag dutje.

Die avond verlaten we Bangkok en daarmee Thailand voor de laatste etappe van onze reis: Dubai!

Off to Dubai!

Bij de gate voor onze vlucht naar Dubai is het ontzettend druk, niet gek want we vliegen met het grootste toestel dat er momenteel is: de A380. Er kunnen ruim 550 passagiers mee. We hebben weer mazzel, want de stoel naast ons is vrij gebleven en dat betekent dat Robin niet op schoot hoeft. We kijken wat films, eten wat en Robin slaapt ook nog wat uurtjes voor we net na middernacht in de Verenigde Arabische Emiraten aankomen.

Buiten bij de rij voor de taxi’s worden Robin en ik gescheiden van Maik door een voordringende Arabier die met zijn volle karretje tussen ons in is gedrongen. Als ik aan de beurt ben wordt ik naar de tweede rij taxi’s gewezen, hier staat een vrouwelijke chauffeur in mooi kostuum met hoofdsjaal op me te wachten. In het grote roze letters staat er Ladies Taxi op haar creme kleurige wagen geschreven. Oeps, foutje; men heeft mij aangezien voor alleenstaande vrouw met kind. Ik loop al weer terug en wijs op mijn man die inmiddels achter de volggeladen Arabier tevoorschijn is gekomen. Maar het blijkt geen probleem, ze begint gewoon onze bagage in te laden en daar gaan we; voor de tweede keer deze reis in het donker over de brede wegen van Dubai op weg naar ons hotel waar een fijne grote kamer op ons wacht.

Het uitgebreide ontbijtbuffet in het hotel is een verademing na 6 weken gebakken eieren met toast. We gaan buiten op het terras zitten en wat een heerlijke temperatuur is het hier; een lekker zomers weertje van ergens begin 20 graden. We eten onze buik vol aan de heerlijke broodjes, zalm, pannekoekjes en ander zoets.. smullen!

DSC_0576Deze dag blijven we lekker bij het hotel, het was door de late aankomst een korte nacht. Door de enorme tuinen wandelen we langs de verschillende zwembaden richting strand. Vanaf hier kijken we terug naar ons hotel, dat ondanks de honderden kamers een dwergje lijkt vergeleken met de gigantisch wolkenkrabbers die er inmiddels achter gebouwd zijn.

Bij een van de kleinere zwembaden brengen we de dag door op heerlijke ligbedden met superdikke kussens. De badmeesters komen ons geregeld wat leuks brengen, een hapje fruit, een sapje of een flesje water om je gezicht mee te verfrissen. Robin doet zijn middag dutje in zijn tentje op het gras tussen onze bedden in.

Kip shoarma bij de Souk

Aan het eind van de middag frissen we ons op en stappen we in een taxi richting de oude stad. We stoppen even bij de Jumeirah moskee, hier mogen we nu niet naar binnen, maar de buitenkant is al mooi genoeg.

DSC_0656Daarna laten we ons afzetten bij een Abra station aan de creek. Hier zien we een heel ander Dubai dan dat van de wolkenkrabbers waar we logeren. Het zijn drukke smalle straten met Indiase en Arabische winkels in zandkleurige Arabische gebouwen. We stappen aan boord van een van de abra’s, kleine platte houten bootjes die voor 1 dirham passagiers naar de overkant van de creek vervoeren. Het is druk op het water; veel, heel veel abra’s en fel gekleurde houten boten die eruit zien alsof ze al jaren door de Perzische golf varen. Prachtig!

Aan de overkant wandelen we door nog meer smalle straatjes met allerlei kleine winkeltjes in de richting van de goud souk. Het is er erg bedrijvig, er worden karren vol met balen stof en andere koopwaar uitgeladen en er loopt veel volk op straat. De Souk blijkt te bestaan uit twee straten met een houten overkapping en veel goud winkels. We kijken in wat etalages en gaan dan op zoek naar wat te te eten.

Een paar straten buiten de souk vinden we een zaakje met een groot shoarma spit, het eerste en enige zaakje dat eten verkoopt. Alle tafeltjes op de stoep zijn bezet en er wordt snel een nieuw tafeltje uitgeklapt voor ons. Er komt een plastic kleedje overheen te liggen met de afbeelding van een tropisch strand met palmbomen en we mogen gaan zitten op de plastic stoelen. We krijen een A4-tje in een plastic insteekhoes aangereikt, de kleine menu kaart, en onze keuze is snel gemaakt: drie broodje kip shoarma! Ze staan vlot op tafel en smaken erg goed. We smullen terwijl we genieten van het straatbeeld, Arabieren in witte gewaden met geblokte hoofddoeken, vrouwen in zwarte niqaab’s die alleen de ogen vrijlaten, Indiers die hand in hand lopen, Afghanen met karren vol handelswaar, wat een andere wereld!

De taxi terug in de richting zet ons op ons verzoek af bij de Jumeirah Beach Walk dat naast ons hotel ligt. Hier wandelen we over de boulevard die nog niet zolang geleden geopend is. Er zitten veel moderne zaken, en er hangt een beetje een vakantiesfeer door alle toeristen uit alle windstreken.

Luxe hotels bezoeken 

Onze tweede en laatste dag in Dubai begint weer met een geweldig ontbijt. Daarna stappen we in een taxi richting de Palm. Dat deze polder in de vorm van een palm aangelegd is zie je alleen DSC_0763vanuit de lucht. Op het punt het verst van het vasteland staat het gigantische Atlantis hotel. We wandelen naar binnen alsof we er thuishoren en lopen door naar de tuinen aan het aangelegde strand , hier wordt iedereen tegengehouden die hier niet logeert, maar wij niet. We zien er blijkbaar uit of we hier horen. Het ziet er gaaf uit buiten, leuk zwembad, maar niet heel ruim voor zo een enorm hotel. We vinden de mooie grote tuinen van ons Royal Meridien toch vele malen fijner. Ook bij de lift naar de bovenste verdieping worden we niet tegengehouden, we vinden hier een raam met uitzicht op de stad. en daar zien we dus inderdaad de vorm van de palm voor ons uitgestrekt. In de verte de hoge wolkenkrabbers langs de Sheikh Zayed road. We kwamen hier echter voor het aquarium, dus daar eindigen we ons bezoek. Alles in Dubai gaat in superlatieven, dus ook deze vissenkom. Een gigantisch raam scheidt ons van tonnen aan water met tropische vissen, haaien en roggen. Er zijn twee duikers bezig de ramen van binnen uit te lappen. Met de taxi verlaten we Palm Island en laten we ons afzetten bij Madinat Jumeirah, een ander luxe hotel.

Dit enorme complex herbergt drie hotels en een klein winkelcentrum waar we even een kopje koffie doen op het terras met uitzicht op het wereldberoemde Burj Al Arab hotel. Het is gaaf om te zien, ik heb jarenlang deze bestemming en hotels verkocht aan klanten zonder het gezien te hebben. Het is dus nieuw, maar ook weer niet. In het Mina A’Salam hotel worden we dit keer wel tegengehouden als we het zwembad en strand willen fotograferen. Kijken mag, maar kieken niet. Dus dan maar via de officiele weg. Bij guest relations vind ik een dame die na het zien van mijn visitekaartje graag even tijd vrij wil maken om ons een kamer te laten zien. Gelukkig is het er een met zeezicht en kunnen we alsnog het strand en het uitzicht op het Burj Al Arab zien… en fotograferen.

Dan vinden we het weer mooi geweest, een taxi rijdt ons terug naar ons eigen hotel waar we lekker een duik in het zwembad nemen. Robin heeft er sjans van een van de vele Russische meisjes. Zijn middag dutje doet hij weer met groot gemak in zijn tentje terwijl wij lekker op onze bedjes liggen en lezen en… ook heel even de oogjes sluiten.

829 meter hoog

We waren te laat om kaartjes te kopen voor en tochtje naar de bovenste verdieping van de hoogste toren ter wereld, de Burj Khalifa. Maar we willen hem natuurlijk wel even van dichtbij bekijken. Dat kan, vanaf het terras van de Dubai mall ernaast. Het is drukte van belang in dit winkelcentrum, het is dan ook vrijdagavond de eerste dag van het Arabische weekend. Ieder half uur verzamelt iedereen zich buiten voor de licht en geluid show van de fontein. En die is inderdaad best mooi met die gigantische onwerkelijk hoge toren op de achtergrond. Als ik even alleen sta met Robin komt er een echtpaar op ons af, zij is volledig gesluierd op een kleine strook voor haar ogen na. Hij spreekt me aan en vertelt dat zijn vrouw heel graag met mijn zoon op de foto wil, of dat mag. In Azië gebeurde dit continu, maar hier is het de eerste keer en ik heb er dan ook geen bezwaar tegen. Robin kijkt wel heel raar naar die grote zwarte jurk die naast hem knielt.  Jammer dat Maik net even weg is met onze camera, want dit kiekje had ik ook wel willen hebben!

This is the end..

Tja en dan zit het er toch echt op, deze mooie trip van maar liefst ruim zes weken samen reizen zit er op. We hebben een geweldige tijd gehad, dat Robin voor het eerst mee was op een verre reis was voor ons geen beperking, eerder een verrijking. We kwamen hierdoor veel sneller in contact met mensen, en dan met name de locals. Ook heeft het rustige ritme met iedere dag een middagdutje en dus een “ verplichte” pauze voor de ouders ook wel wat, dat is nog eens echt vakantie!

Wat wordt de volgend bestemming?

4 gedachten over “Maleisië, Thailand en Dubai 2012

  1. frans

    wat een informatief reisverslag en wat een gave reis.
    wij gaan in de zomer ook, drie maanden met drie kinderen van 9,9 en 6.
    wij twijfleen nog aan de bestemming, maar zal waarschijnlijk maleisie/ thailand in combi met australie worden.
    hadden jullie alles zelf geboekt, of van te voren via een organisatie?
    nog leuke tips of must sees?

    frans.van.bergen@home.nl

    1. Colowicz Berichtauteur

      Dank je Frans! Wat een heerlijk vooruitzicht, drie maanden op reis met je gezin.

      Wij boeken in de regel alles los, en dat is dan meestal alleen de vluchten en eventueel een enkele hotelnacht of autohuur.
      Het voordeel van boeken via een organisatie is dat zij je kunnen adviseren, zelf uitzoeken is natuurlijk gaaf, maar de keuze kan soms overweldigend zijn. Toch kies ik daar voor, het kost even wat tijd, maar dan is het wel helemaal naar mijn zin en vaak een stuk voordeliger.
      Must sees… tja die zijn er natuurlijk zeker, maar hangt er een beetje vanaf wat je leuk vind en of je de bestemming al kent. Als je iets wilt weten, vraag gerust, we zijn er al een paar keer geweest.
      Veel plezier met plannen!
      Nicole

      1. frans

        Hoi, ben ik weer! We zijn eruit. We gaan zelf alles regelen. Meer vrijheid, en goedkoper. We vliegen op Dubai, daar twee nachten in hotel, fris weer door naar Kuala Lumpur. Daar eiland rondrijden, en vervolgens na een week de oversteek naar Mal. Borneo. Daar blijven we twee weken (Langkayan denken we aan), en dan naar Singapore. Vanaf daar naar Brisbane. Van Brisbane naar Cairns met camper. Vliegen naar Darwin en vanaf daar nog twee weken naar Bali. Zin in! Kinderen ook.

        Als je nog gouden tips hebt houd ik me aanbevolen: frans.van.bergen@home.nl

  2. frans

    Met name zoek ik leuke accommodaties. Ik vind het altijd prettig om te weten of mensen die er geweest zijn tevrewden of (liever nog) enthousiast waren. Het vinden van leuke plekken omn heen te gaan is met reisgidsen, reisbrochures en internet goed te doen. Plekken om te verblijven vind ik wat lastiger zoeken. Heb je tips in een of meer van genoemde landen?

Plaats een reactie